Achtergrond: Ullmanns Kaiser von Atlantis
De M31 Foundation presenteert op 4 mei een nieuwe productie van Der Kaiser von Atlantis, een opera die de Joodse componist Viktor Ullmann in 1944 in concentratiekamp Theresienstadt voltooide. Peter Franken schetst de achtergronden bij het bijzondere werk.
Ontaarde kunst, ook wel gedegenereerde kunst, is een aanduiding die in nazi-Duitsland werd gebruikt om kunstuitingen aan te duiden die het naziregime onwelgevallig waren. Daarbij ging de meeste aandacht uit naar beeldende kunst en muziek.
Ontaarde kunst moet worden gezien als tegenhanger van ‘Arische kunst’, een verzamelnaam voor kunstuitingen die in de ogen van het regime model stonden voor de waarden en normen van een nieuw, groot en machtig Duitsland. Kunst moest klassiek Duits zijn, dus niet modern en kosmopolitisch.
Het regime ving direct na de machtsovername aan alle sectoren van de samenleving onder eigen controle te brengen, ook de kunstsector. Daarbij werd het stigma van ‘Entartet’ van meet af aan gebruikt als stok om een hond mee te slaan. Zo was een expressionistisch kunstenaar van Joodse komaf met marxistische sympathieën een gemakkelijk doelwit. Maar vaak volstond het Joods-zijn om een beroepsverbod opgelegd te krijgen.
De lijst met Joodse musici, met name componisten, die door het beroepsverbod werden getroffen, is lang. Velen zijn bij het grote publiek volslagen onbekend, simpelweg doordat hun composities na 1933 niet langer werden uitgevoerd en na 1945 in de vergetelheid raakten.
Behalve muziek die door Joden was geschreven – ook oudere muziek, zoals de werken van Mendelssohn – werden atonale muziek en jazz (‘negermuziek’) in de ban gedaan. Ook niet geheel tonale moderne muziek, zoals werk van Stravinsky, moest het ontgelden.
Velen ontvluchten Duitsland en vestigden zich in de Verenigde Staten, zoals Erich Wolfgang Korngold. Deze componist van Die tote Stadt maakte furore in Hollywood met schitterende symfonische filmmuziek. Hij creëerde daarmee een genre dat al spoedig de maat der dingen werd. Maar na 1945 wist hij niet te ontsnappen aan de Hollywood-anonimiteit en raakte hij als klassiek componist verder in de vergetelheid.
Zij die in Duitsland bleven, deden dat met gevaar voor eigen leven. Velen overleefden het Derde Rijk niet. Een klein deel van de Joodse componisten was daarbij een bijzonder lot beschoren. Zij kwamen terecht in het ‘model-concentratiekamp’ Theresienstadt. De belangrijksten zijn Viktor Ullmann (1898-1944), Gideon Klein (1919-1945), Pavel Haas (1889-1944) en Hans Krása (1899-1944). Ullmann is van dit viertal de meest bekende.
Satirische opera
Viktor Ullmann arriveerde in september 1942 in Theresienstadt en werd daar ingedeeld bij de ploeg kunstenaars die de ‘Freizeitgestaltung’ moesten vormgeven. Hij had op dat moment al een groot aantal composities op zijn naam staan, maar daar was er nog nooit één van uitgegeven.
In het kamp ging hij stug door met componeren. Hij klampte zich er als het ware aan vast, getuige dit opmerkelijke citaat: “Theresienstadt was en blijft voor mij een school die structuur onderwijst. Vroeger, toen men dankzij het comfort (dit tovermiddel van de beschaving) niet bij machte was om het gewicht van de wreedheid te voelen, kon die eenvoudig worden genegeerd en was het gemakkelijk om een mooie structuur te scheppen. Maar hier, waar artistieke materie de dagelijkse structuur moet overwinnen en verdragen, waar elke glimp van goddelijke inspiratie zich tegen de omgeving teweer moet stellen, hier vindt men (pas) de meesterklas.”
Het ontwerp van de satirische opera Der Kaiser von Atlantis oder der Tod dankt ab was al in 1934 gereedgekomen, maar het werk werd pas in september 1944, twee jaar na Ullmanns internering, voltooid. Er vond een aantal repetities plaats, maar de première van de kampuitvoering werd door de SS afgeblazen, omdat men vond dat de Führer erin werd geridiculiseerd. Kort daarna werd Ullmann op transport gezet naar Auschwitz, waar hij direct na aankomst werd omgebracht.
De dood als beschermer
Der Kaiser von Atlantis gaat over een dolgedraaide keizer die oorlog voert op alle fronten. Maar daar komt de dood tegen in opstand. Hij weigert nog langer mee te werken aan de gemechaniseerde slachtpartijen. Hij is beledigd in zijn beroepseer, die van degelijk handwerksman. Dat heeft tot gevolg dat nu niemand meer kan sterven, ook zieke en gewonde mensen niet. Iedereen is veroordeeld tot eindeloos lijden. De dood wil zijn werk pas weer oppakken als de keizer erin toestemt als eerste te sterven.
De ironie van het verhaal is dat de dood, normaal gesproken degene die schrik aanjaagt, zich hier indirect opstelt als beschermer van het menselijk leven. Immers, als eenmaal de keizer (absoluut heerser) uit de weg is, keert alles ten goede en neemt het normale leven zijn loop. De keizer geeft zijn droom van een rijk zonder levende mensen op en neemt afscheid van de wereld.
De parallel met Hitler en zijn vernietigingsmachine is duidelijk. De hoop dat de dood het met hem op een akkoordje zal gooien voor het te laat is eveneens.
M31 Foundation
Op 4 mei 2016 gaat een nieuwe enscenering van Der Kaiser von Atlantis in première in het Compagnietheater in Amsterdam. De productie wordt gemaakt door de M31 Foundation, in samenwerking met de Nederlandse Reisopera, het New European Ensemble en Theater na de Dam.
Regisseur Robin Coops, tevens directeur van Stichting M31, is de initiatiefnemer van dit project. In een interview legt hij uit hoe hij hiertoe gekomen is: “Mijn generatie moet een positie tot de wereld bepalen; behalve Nederlanders zijn we wereldburgers. Oorlogen, schendingen van mensenrechten en vluchtelingen zijn van alle tijden. Ook mijn ontmoeting met de regisseuse van de wereldpremière (op 16 december 1975 in Theater Bellevue, red.) Rhoda Levine, vier jaar geleden in New York, speelde een belangrijke rol.”
Het team voor deze enscenering zal bestaan uit gevestigde zangers/makers en jonge professionals. Frank Zielhorst dirigeert en onder anderen Wiard Witholt, Nanco de Vries en Erik Slik zingen in de cast. De voorstelling wordt vijfmaal gespeeld op diverse plaatsen in het land: Amsterdam (4 mei), Leiden (6 mei), Enschede (11 mei), Apeldoorn (12 mei) en Maastricht (13 mei).
Zie voor meer informatie de website van de M31 Foundation.
1 Reactie
Ik was in Theresienstadt en kochr een partituur van Hans Krasa;BRUNDIBAR.
De kinderen zongen die opera voor een zaal vol met autoriteiten. De dag erna werden ze naar Auschwitz gedeporteerd. Dat is niet te bevatten. Ik zou graag die opera hier in Italie eens een keer doen.