Laetitia Gerards zingt La voix humaine
Haar voorbereidingen voor La voix humaine zijn begonnen. Het wordt voor sopraan Laetitia Gerards bepaald niet de eerste keer in het Concertgebouw, maar een geënsceneerde voorstelling in de Kleine Zaal is niet alledaags. Dat is Laetitia Gerards zelf ook niet, ontdekte François van den Anker in een gesprek.
Laetitia Gerards (1993) zou cello gaan spelen. Haar moeder had het bedacht en het paste organisch in het gezin Gerards. Haar zusje speelde viool en met een moeder die pianodocente was en fluit speelde, kon je zonder overdrijven spreken van een ‘muzikaal gezin’. Zoiets komt later in een cv terecht en dus ook in dat van Laetitia Gerards, inmiddels geen celliste meer maar – meer dan fulltime – zangeres.
Het geluid van de cello sprak de piepjonge Laetitia niet meteen aan. “Mijn moeder liet me op de radio cellomuziek horen. Ik was 4,5 jaar en zei: ‘Blèh, ik vind het niks.’” Maar moeder Gerards gaf niet op en nadat ze haar 5-jarige dochter had laten kennismaken met een echt recital in het Eindhovense Muziekgebouw was Laetitia om. “Ik vond de cello stoerder dan de viool van mijn zus.”
Toneelspelen en gek doen
Ze werd puber en kreeg andere interesses. “Ik wilde toneelspelen, ik wilde meer gek gaan doen.” Haar ouders begrepen dat, maar stimuleerden Laetitia niettemin om te gaan spelen in een regionaal jeugdorkest. Laetitia werd enthousiast. “Ik vond het daar meteen fantástisch! Als 12-jarige zat ik tussen meer dan zestig jonge mensen en maakte met hen de prachtigste muziek. We speelden Mahler bijvoorbeeld, en Dvořák.” Ze had een vriendinnetje in het orkest, Lisenka Heijboer, die toen viool speelde en uiteindelijk theaterwetenschappen ging studeren en later als regisseur met Laetitia zou gaan samenwerken.
Laetitia ging op toneelles en ontdekte daar dat acteren echt bij haar karakter paste. Maar bij dat acteren miste ze de muziek. Die twee opgeteld brachten haar bij musical. “Ik was niet zo met opera bezig, bij ons thuis was het vooral kamermuziek en symfonisch repertoire.” Tijdens de vooropleiding muziektheater bleek al snel dat de manier van zingen in musical, ‘belten’, helemaal niet bij haar stem paste. “Het klonk lelijk en mijn stem was er voelbaar niet blij mee.”
Musical vond ze leuk. “Maar is ‘leuk’ genoeg voor mijn hele leven?” vroeg ze zich af. Ze ontdekte opera, maar kende dat genre nog nauwelijks. Eenmaal in de wereld van klassieke zang was haar snel duidelijk dat dáár haar bestemming lag. “Ik was ondersteboven van Puccini, van Verdi, van het belcanto.”
Haar repertoirekennis is inmiddels sterk uitgebreid. Ze heeft nu ook de Sieben frühe Lieder van Berg op haar repertoire staan en de avond voor dit interview zag ze diens Wozzeck bij De Nationale Opera. “Ik vond het geweldig!” Is de rol van Marie iets voor haar? Ze lacht: “Wie weet, over twintig jaar…”
Leren en afleren
Amsterdam, daar wilde ze al heel lang heen. Toen ze besloten had de opleiding muziektheater bij Fontys in Tilburg te verlaten, werd daar gemengd op gereageerd. “Sommige docenten wilden me graag houden, maar anderen snapten dat ik de goede keuze ging maken voor een conservatoriumopleiding. Mijn ouders bieden altijd een luisterend oor, soms alleen als bevestiging van mijn eigen keuzes.”
Er was veel goede raad, maar voor wat betreft de muziek en haar loopbaan neemt Laetitia graag haar eigen beslissingen. De cello werd zang, de opleiding muziektheater werd het Conservatorium van Amsterdam en zo belandde ze in de stad waar ze graag wilde wonen en studeren. “Die ‘omweg’ via Tilburg heeft me ook veel goede dingen gebracht: de muziekopleiding en de ervaring met acteren. Die twee jaar waren niet verloren.”
Zingen in Italië
Op het conservatorium viel er veel te leren. Moest ze dingen afleren? “Het spontane”, antwoordt ze meteen. “Ik kwam met mijn enthousiasme voor zingen en acteren binnen. Mijn stem klinkt meestal goed, maar ik moest aan de slag met techniek, leren zingen met ademsteun. Daarmee werd het wel een tikje té bewust. Daarom ging ik, zonder de techniek te vergeten, weer wat terug naar dat spontane. Dat ben ík uiteindelijk, dat is mijn muzikaliteit.”
In mei 2016 studeerde ze cum laude af bij Sasja Hunnego. Het deelnemen aan het Prinses Christina Concours, nog tijdens haar opleiding, bleek een goede keuze. Ze won, net als pianist Ramon van Engelenhoven, die dat jaar deelnam in de categorie 15 tot en met 19 jaar. De twee zouden als gevolg van die overwinning samen optreden in Italië, waar Ramon haar zou begeleiden.
“Tijdens de finale van het concours ben je erg op jezelf gericht, dus we maakten pas kennis op Schiphol. Ramon had nog nooit iemand begeleid, dus het was nogal een avontuur. Vanaf het begin hadden we een klik en we hebben de samenwerking rustig opgebouwd.”
Een buurthuis of het Concertgebouw
Eén van de concerten was thuis bij de naamgeefster van het concours, prinses Christina, in Porto Ercole. “We leerden de prinses kennen tijdens autoritten naar concerten die we bezochten en hebben ook een keer met haar gedineerd. Voor één van de concerten had ik een lied van Cole Porter gekozen, omdat de prinses daar erg van houdt. Vanaf de eerste rij zong ze mee.”
Het was een bijzondere setting, maar Laetitia bleef er nuchter onder. “Ik laat me niet zo snel imponeren. Ik wil niet te stoer doen, maar ik ben er niet mee bezig of ik in een buurthuis sta of in het Concertgebouw.”
Het Concertgebouw vormt een rode draad in haar nog jonge carrière. Ze heeft er al verschillende malen opgetreden. Haar eerste keer in de Amsterdamse muziektempel was meteen een hoofdrol. Er waren audities voor West Side Story, één van de producties voor het 125-jarige jubileum. Ze vond zichzelf allerminst een Puerto Ricaans ‘Maria’-type, dus ze meldde zich niet meteen aan. Anderen moedigden haar aan het toch te proberen. Maar is West Side Story niet een musical? “Oh nee, voor mij is het lichte opera.” Haar beslissing deel te nemen bleek een juiste en ze kreeg alle tijd te werken aan Maria. “Ik had er de beste tijd van mijn leven.”
De band met het Concertgebouw verstevigde nadat ze in 2014 de Young Talent Award won en regelmatig uitnodigingen kreeg voor optredens. Vorig jaar zong ze er in de NTR ZaterdagMatinee in Rigoletto en in juni heeft ze een kleine rol in Strauss’ Elektra. En dan is er binnenkort, in de serie Jonge Nederlanders, een grote solorol in La voix humaine van Francis Poulenc.
Indrukwekkende monoloog werd een opera
“La voix humaine stond al op mijn lijstje toen ik 20 was”, vertelt ze enthousiast. “Zo rond mijn 17e ging ik veel naar toneel en zag ik in de schouwburg Halina Reijn met haar monoloog La voix humaine, de toneeltekst van Jean Cocteau waarop Poulenc zich baseerde. Ik was helemaal overdonderd!”
Jaren later studeerde ze met pianist Ramon van Engelenhoven liederen van Poulenc in die prima bij haar stem pasten. “En toen realiseerde ik me dat deze fantastische componist ook die indrukwekkende monoloog tot een opera had gemaakt.”
“Ik vind mezelf niet te jong voor deze rol”, zegt ze met stelligheid. “Hij wordt soms door wat oudere zangeressen gezongen, maar Denise Duval, voor wie Poulenc het stuk in 1958 schreef, was in de dertig.”
Laetitia wilde voor deze productie wel een vertrouwd team om zich heen. Pianist Ramon van Engelenhoven is dat, en regisseur Lisenka Heijboer, die ze nog kent van het jeugdorkest, trof ze vorig najaar bij Die sieben Todsünden van Kurt Weill in Paradiso. Ze hadden meteen een klik en vonden hun samenwerking zeer voor herhaling vatbaar.
Ze durft het stuk, zo’n drie kwartier solo, goed aan. “Muzikaal is het oké, de ligging voor mijn stem is uitstekend. Maar het gaat alle kanten op en ik moet goed doseren om gezond naar het einde te komen.” En inhoudelijk? “Zo dramatisch als de vrouw in het stuk heb ik het gelukkig niet meegemaakt, maar ik herinner me wel de urenlange telefoongesprekken met mijn vriend, die we in het begin hadden.”
“Over de vormgeving wil ik nog niet te veel vertellen. Je gaat me niet drie kwartier met een telefoon aan mijn oor zien. Het kan ook nog een laptop worden met FaceTime.” Er is, naast de regisseur en de pianist, een compleet team gevormd voor La voix humaine. De voorstelling wordt gemaakt met een dramaturg, een vormgeefster, er is een lichtontwerp en klankontwerper Stan Verberkt verzorgt het geluid en componeert nieuw materiaal.
Laetitia vertelt: “We gaan het nog uitdagender maken door niet alleen het stuk van Poulenc te doen – dat duurt drie kwartier – maar daaraan voorafgaand een gedeelte toe te voegen. Ik zag onlangs De andere stem, het stuk van Ramsey Nasr. In onze voorstelling hebben we voor het eerste deel een klankontwerp van Stan Verberkt, samengesteld uit live pianomuziek en opnames. Daarbij klinken op tape fragmenten uit Ramsey Nasrs toneelstuk, voorgelezen door de auteur. Het is de stem van de man aan de andere kant van de lijn, die onhoorbaar blijft in Poulencs opera. Zo schetst deze voorstelling hoe een vrouw haar ex niet kan loslaten, omdat daarmee haar laatste houvast verdwijnt.”
Ze heeft zich terdege voorbereid op haar roldebuut in de Kleine Zaal. “Ik heb alle vertalingen gezocht die er te vinden waren, ze uitgeprint, op tafel gelegd en ben zo – met het woordenboek erbij – helemaal door de tekst gegaan. Niet alle vertalingen waren letterlijk en dat is voor mij wel heel belangrijk. Ik vertrouw regisseur Lisenka heel erg. Het is een avontuur waar ik ook erg van kan genieten. In deze opera komt voor mij alles samen: het zingen, het acteren. Als ik studeer, denk ik soms over Elle, de hoofdfiguur: oh meid, waarom doe je jezelf dit áán?”
Wonderfeel
De komende week, tot de uitvoering op 11 april, is Laetitia Gerards vooral met La voix humaine bezig. Voor de wat langere termijn denkt ze aan auditeren in het buitenland, mogelijk voor een plaats in een operastudio voor jonge talenten.
In Nederland is ze op zaterdag 22 juli te horen op het festival Wonderfeel, samen met Raoul Steffani en Ramon van Engelenhoven. Komend najaar is er een kans op een rol in een productie, maar dat is nog niet helemaal zeker. “Mogelijk komt er een Mozart aan”, veel meer wil ze er nog niet over zeggen.
Ze kwam voor het interview van een afspraak met een zangcoach en moet snel door naar de sportschool. Ook op zondag gaan die dingen gewoon door. Voordat ze de oortjes van haar telefoon, waarop de tekst van La voix humaine staat, weer in doet en ze haar fietssleutel pakt, vat ze haar wensen voor de komende periode samen: zingen en leren. “Ook al mag ik hele fantastische dingen doen, ontwikkeling is nog steeds het allerbelangrijkste.”
De voorstelling La voix humaine is op 11 april te zien in het Amsterdamse Concertgebouw. Zie voor meer informatie de website van het Concertgebouw.