Pirgu: “De hertog is mijn belangrijkste rol”
Saimir Pirgu is bij vrijwel alle grote operahuizen te gast. Bij De Nationale Opera in Amsterdam stond de Albanese tenor echter nog niet op het toneel. Vanaf 9 mei debuteert hij er met één van zijn glansrollen: de hertog in Verdi’s Rigoletto. Place de l’Opera spreekt met hem.
In juni 2013 introduceerde Place de l’Opera hem als “tenor van de toekomst”. Inmiddels is Saimir Pirgu (1981, Elbasan, Albanië) uit de talentenschoenen gegroeid en behoort hij tot het selecte gezelschap toptenoren. Hij reist de hele wereld over om de grote operatempels te bedienen met zijn Alfredo, Faust, Nemorino, Duca en andere operakarakters.
Hoe is het om voor het eerst in Amsterdam te zijn, voor je huisdebuut bij De Nationale Opera?
“Ik ben erg blij om in deze prachtige stad mijn DNO-debuut te maken, en dat in een rol die ik koester: de hertog van Mantua in Rigoletto. Ik voelde me direct op mijn gemak in de stad, dankzij het hartelijke welkom dat ik kreeg.”
Je hebt de hertog vele malen gezongen. Waar denk je kort voor een nieuwe voorstelling aan? Ben je met bepaalde passages bezig?
“Iedere voorstelling is weer anders, maar als je een rol vaak zingt, word je je wel meer bewust van de passages waarin je je op je gemak voelt en de passages die een uitdaging vormen. Rigoletto is voor de tenor één van de meest ‘ongedekte’ opera’s. Niet alleen vocaal, maar ook qua acteren. Eén van de moeilijkste passages is zonder twijfel de aria ‘Parmi veder le lagrime’ in de tweede akte. Die vereist absolute concentratie, is technisch moeilijk om te zingen en vraagt om een perfecte vocale warming-up voor de voorstelling.”
Hoe zou je de hertog van Mantua omschrijven? En hoe is het om zo’n – excusez le mot – klootzak te spelen?
“Je hebt gelijk, hij ís een klootzak! En het is helemaal niet makkelijk om iemand die zo ver van je eigen persoon staat te portretteren. Damiano Michieletto’s visie hier in Amsterdam is wat dat betreft een enorme hulp om hem goed te vertolken. Ik ben het helemaal eens met zijn benadering van de hertog als een agressieve man. Hij is niet alleen de libertijn die ‘La donna è mobile’ zingt, hij is ook een door en door zelfzuchtig persoon, met een hint of evil. In mijn ogen is hij niet minder slecht dan Rigoletto – twee karakters die, hoewel verschillend, toch veel gemeen hebben.”
In een recent interview met Schmopera zei je dat de hertog van Mantua je belangrijkste rol is. Waarom?
“Het is een spraakmakende rol, die ieders aandacht grijpt. Alle belangrijke tenoren hebben zich deze rol eigengemaakt. De partij is technisch erg moeilijk en heel lang, en zit bovendien vol valkuilen. Je kunt ‘m niet goed zingen op een dag dat je stem niet 100 procent is.
Het vereist ook hoogstaande acteerskills om hem geloofwaardig te maken voor het publiek, zeker voor het tegenwoordige publiek, dat geen genoegen meer neemt met concertuitvoeringen, maar de hertog in volle actie wil zien. De rol is complex, maar ook bevredigend. In mijn ogen de belangrijkste rol, en de beste om de kwaliteiten van een tenor volledig te tonen.”
Je hebt de hertog gezongen onder veel bekende dirigenten, zoals Welster-Möst, Benini en Luisi. Waarin verschillen hun benaderingen? En hoe is de aanpak van maestro Carlo Rizzi in Amsterdam vergeleken met hen?
“De dirigent met wie ik mijn eerste Rigoletto bij het Opernhaus Zürich deed, was maestro Nello Santi. Van hem heb ik heel veel geleerd, vooral over de oude stijl van de Italiaanse traditie. Onder zijn hoede heb ik me de rol eigengemaakt.
Door deze rol kreeg ik later de geweldige mogelijkheid om met grote maestro’s te kunnen werken, zoals Welser-Möst, Benini, Luisi en nu Rizzi. Ik heb van hen allemaal geleerd en enorm genoten om met hen muziek te maken.
Door de jaren heen is me opgevallen dat er bepaalde karakteristieken zijn die Italiaanse dirigenten, ook maestro Rizzi, met elkaar gemeen hebben. Het gaat dan om dingen als hoe ze met zangers en hun verzoeken omgaan, het gewicht dat ze geven aan een nauwkeurige dictie en hun muzikale keuzes. Los daarvan: Rizzi is een werkelijk uitnemende dirigent, met wie ik meteen een muzikale connectie voelde en die zeer wel in staat is het Nederlands Philharmonisch Orkest te leiden.”
Je hebt ook met veel regisseurs aan Rigoletto gewerkt. Is hun benadering van jouw rol heel verschillend of speel je min of meer dezelfde hertog in iedere productie?
“Ik heb in veel moderne producties gezongen en in een paar traditionele, zoals de Rigoletto in de Arena di Verona. Natuurlijk heeft elke zanger zijn of haar eigen stijl, maar zeker vandaag is het niet meer acceptabel om de hertog altijd op eenzelfde manier neer te zetten. Dat zou ook egoïstisch zijn, om altijd de smaak van de zanger te volgen. De grote operahuizen zoeken flexibele artiesten, die muzikaal en scenisch zo voorbereid zijn dat ze makkelijk kunnen voldoen aan de ideeën van regisseurs en dirigenten. Iedere hertog is dus weer anders, gevormd en gebouwd naar de specifieke samenstelling van een productie.”
Als je van rol zou kunnen wisselen met één van je collega’s in de cast, welke rol zou je dan kiezen?
“Ik zou zonder te twijfelen voor Rigoletto gaan, om muzikale redenen. Verdi’s muziek vind ik het meest uitgesproken in deze rol. Bovendien zou ik dan ‘Cortigiani, vil razza dannata’ kunnen zingen: een prachtige aria, behorend tot Verdi’s mooiste muziek.”
Je wilt je repertoire langzamerhand uitbreiden met zwaardere rollen. Hoe bereid je je daarop voor? En betekent het dat je rollen die je de afgelopen seizoenen vaak zong vaarwel gaat zeggen?
“Ik volg simpelweg – op voorzichtige en verantwoorde wijze – de natuurlijke ontwikkeling van mijn stem door nieuwe rollen toe te voegen. Niet zwaardere rollen, maar meer lyrische rollen, richting het ‘vol lyrische’ vak.
Voorheen zong ik ook lichte lyrische rollen – ik zing sinds ik 20 jaar was en dat waren de rollen die destijds bij mijn stem pasten. Maar nu ben ik 35 en wordt het duidelijk dat mijn stem groeit en rijpt, en dat ik rollen moet oppakken die ik nog niet kon zingen toen ik 20 was. De vocale ontwikkeling van iedere zanger is constant in beweging.
Ik heb altijd geëxperimenteerd met nieuwe rollen, om zo mijn repertoire uit te breiden. Rodolfo was de afgelopen jaren één van mijn grootste successen, en ook Faust in La Damnation de Faust, Roméo in Roméo et Juliette en Werther sloegen aan. Langzaam maar zeker voeg ik andere rollen toe, zoals Gabriele Adorno in Simon Boccanegra.
Voor iedere nieuwe rol heb ik een beproefde strategie: na mijn debuut laat ik de rol een tijd liggen om hem te laten rijpen. Pas een paar jaar later pak ik ‘m weer op. Dat helpt me om de controle te behouden en de partij steeds beter te kunnen uitvoeren. Het is een techniek die me altijd enorm geholpen heeft in mijn carrière.”
Saimir Pirgu is van 9 mei tot en met 5 juni in Nationale Opera & Ballet in Amsterdam te zien als de hertog van Mantua in Rigoletto. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera. Zie ook de persoonlijke website van Saimir Pirgu.
13Reacties
Jammer dat Pirgu zijn mening over de regie in Amsterdam in het midden laat. Over de dirigenten en Rizzi in het bijzonder durft hij gelukkig meer te zeggen.
Hij zegt alleszins dat “het een enorme hulp was om hem goed te vertolken” en hij het “helemaal eens was met zijn benadering van de hertog als een agressieve man”.
Toch al iemand die zich (blijkbaar zeer)in de regie kan vinden vooraleer de storm hier ongetwijfeld weer gaat losbarsten…
Inderdaad, Maarten-Jan, Pirgu houdt zich omineus op de vlakte over de regie. Inmiddels weten wij al dat de vrouwen onderdrukt zijn (hé!) en derhalve door poppen (daar heb je ze weer eens) worden gerepresenteerd. Ook wordt Rigoletto vanwege zijn psychische beperking naar een “klinische omgeving” getransporteerd.
Ik hoop vurig op een rolstoel!
Mijn instelling/advies: Onbevooroordeeld Positief ERop Af!
Naïef?
Nog nooit iemand meegemaakt die bevooroordeeld en negatief “erop af” ging. Neemt niet weg dat Maarten-Jan mag melden wat hem in het interview is opgevallen en dat ik mag melden dat ik mij verheug op de poppen, de klinische omgeving en (o, mocht het eens waar zijn!) een mogelijke rolstoel.
Dat noemen we voorpret!
En over wat mij is opgevallen…?
Toch weer stof voor de nodige ironie – geef toe, mr Keegel, dat ge hier immense plezier aan hebt. Plezier, dat ge niet zoudt hebben bij een zg ‘normale’ enscenering.
En dat is dan al op voorhand, vooraleer iets gezien te hebben – dat belooft voor na het daadwerkelijk bijwonen!
Het belooft hier weer leuk te worden…..
Ik heb hem voor het eerst gehoord in het concertgebouw Amsterdam alweer wat jaartjes geleden als Ferrando in een concertante uitvoering van Cosi fan Tutte door de Wiener Staatsoper en heb toen al tegen iedereen gezegd onthouden deze stem.Heb ook direct zijn 1 ste cd beteld ruim half jaar op moeten wachten.Inmiddels is er nu een 2de cd van hem verschenen.
Hoop dat Mevr.de Lint hem direct nu vastlegd voor meerdere partijen .
Hij zong ook in het Requiem van Verdi o.l.v. Marc Albrecht in Het Amsterdamse Concertgebouw in september, 2015.
Ja dat wilde ik net zeggen .Geweldige uitvoering was dat, was erbij.
Erg jammer dat hier geen DVD van uitgebracht is.
Komt er nog eens een herhaling van??
Ook jammer dat Michael Fabiano niet meer in Amsterdam bij de Opera terug komt. Zijn Faust was erg goed maar de rest er omheen vreselijk.
Hij is denk ik zo geschrokken komt niet meer jammer mooie man en mooie stem.
Kan iemand mij ok zeggen waar Ed Spanjaard is gebleven lees niets meer over hem.
waarom nu niet ??/
ik bedoel is fout hij heeft toch bij de opera een schitterende Rigoletto gedirigeerd waarom nu niet??/
Wij zijn hier in het Oosten heel blij met hem!
Heer Kersten .Dus hij is nog wel in Enschede??
Hoor en lees er niets over.
Heer Horsmeier, Ed Spanjaard, als dirigent van alle markten thuis en m.i. zeer ondergewaardeerd, is – als opvolger van Jan Willem de Vriend – de toekomstige dirigent van het Orkest van het Oosten, als dat tenminste nog of weer zo heet. Maar we zijn weer afgedwaald: ik kijk erg uit naar de komende “Rigoletto”.