AchtergrondFeatured

Serie Muzen: Thomas Oliemans

In de portrettengalerij Muzen vertellen Nederlandse operazangers hun verhaal. Deze aflevering: Thomas Oliemans (1977). In de vorm van een drieluik ontvouwt hij zijn wereld van inspiratie en operaproducties. Over menselijke rollen, gewoon doen en zenuwen.

(Foto: Marco Borggreve)

De straten van Enschede zinderen in de middagzon en weerkaatsen het geklingel van de klok van de Grote Kerk. Thomas Oliemans geniet kalm van een lunch op een stil terras vlakbij het Muziekkwartier. Zijn stem klinkt verrassend zachtaardig. Verrassend, want de bariton zingt op het podium met een behoorlijke kracht.

Ik vraag aan hem naar zijn jeugdheld, naar zijn gedroomde rollen en de meest aangrijpende muziek. Oliemans houdt van vertellen. Uit al zijn inspiratiebronnen kan hij nauwelijks kiezen.

Eerste luik: eerste liefde

,,Ik was als 12-jarige vreselijk onder de indruk van de markante kop van Jacques Brel. Hij bezat zo’n expressieve klank, al wist ik aanvankelijk niet waar hij over zong. Hetzelfde met Dietrich Fischer-Dieskau. Ik luisterde vaak naar een cassettebandje met Schubert-liederen, live in Salzburg. Je kon de ademloze stilte in de zaal horen. Ik kende hem alleen van die strenge foto’s op de bekende cd-hoesjes. Later deed ik een masterclass bij hem – stond ik na al die jaren met hem in één kamer. Als derde moet ik echt Leonard Bernstein noemen: heerlijk schaamteloos en ijdel, maar altijd ruimhartig en vol overgave. Dat mag ik wel.”

Oliemans was nog maar net afgestudeerd aan het Conservatorium van Amsterdam toen hij in 2002 debuteerde bij de Nationale Reisopera. De stap naar internationale podia kwam in 2006. Voor het eerst pakte Oliemans zijn koffers voor een lange tijd en vertrok naar Nantes.

In Nantes zong hij Papageno in Die Zauberflöte, geregisseerd door het duo Patrice Caurier en Moshe Leiser. Het repetitieschema was van 14.00 tot 23.00 uur. ,,Kon ik niet slapen, met al die adrenaline in m’n lijf”.

De nieuwe situatie maakte hem zenuwachtig. ,,Ik ken mensen die doodsangsten uitstaan, soms in de coulissen overgeven. Die prijs zou ik niet betalen. Ik had nooit echt last, maar in Nantes was het zover. Ik zei tegen mezelf: oké, je hebt goed gestudeerd, maar nu gooi je even alles overboord om erin te duiken. Het was voor mij ook het moment om te ontdekken hoe het is om mezelf tot het uiterste te drijven en hoe rijk een rol kan worden.”

Hij zingt omdat hij overtuigd is dat hij iets te bieden heeft. Een verhaal vertellen en ontroeren, of het publiek laten lachen. ,,Maar hoe moet iemand na een Winterreise de deur uitlopen? Volgens mij mag dat best een beetje ongemakkelijk zijn. Niet zo van: nou, prachtig hoor, en we hebben ook zo lekker gedineerd.”

Tweede luik: de gedroomde rol

,,Het lijkt niet helemaal eerlijk, want ik zit er nu middenin, maar Marcello vind ik een fantastische baritonrol. Mijn voorkeur gaat uit naar volledige karakters zoals Papageno, Falstaff en Marcello dus. Die man kleurt het complete palet. Van ontzettende wanhoop, naar woede, maar ook wellevendheid en een komische kant. Van die mensen die een fout maken en daar een vreselijke prijs voor moeten betalen. Het menselijke, dat intrigeert me.”

Oliemans als Marcello (foto: Hermann & Clärchen Baus).

Oliemans woont inmiddels met zijn gezin in Parijs, maar hij is veel onderweg. Nu verblijft hij een week of zes in Enschede. Bij de Nationale Reisopera maakt hij zijn debuut in de rol van Marcello in La Bohème. ,,Zodra ik de IJssel bij Deventer overstak voelde ik me thuis. Ik kom veel en graag terug bij de Reisopera. Het bedrijf is als een warm bad. En ik kan lekker op de fiets naar m’n werk.”

Er is in die zes weken heel veel bereikt. Oliemans kende het stuk en de rol al heel lang. Hij werkte er jaren aan door het afwisselend op te pakken en weg te leggen, waarbij steeds andere facetten naar boven kwamen. ,,Bij de eerste repetitie moet je kunnen reageren als een mens. Dus niet dat mijn collega iets zingt en dat ik dan vervolgens eerst m’n strottenhoofd goed plaats, een leuke blik opzet en dan nog eens nadenk over de woorden of de noten. Nee, direct reageren!”

Het ‘directe’ tussen de zangers was een uitgangspunt in de regie van Stephen Langridge. ,,De situaties zijn de situaties”, zegt Oliemans eenvoudig. ,,Er zitten heel wat zinnen in La Bohème als ‘Geef mij die fles ’es aan’. Als je dat leest, komt het niet in je hoofd op om van zo’n vraag een hele show te maken. Je hoeft niet altijd een orkaankracht aan klank te produceren. Operazangers hebben de slechte naam gemaniëreerd te zijn. Acteurs kunnen er trouwens ook wat van hoor, over de top acteren. Wat een geschreeuw.”

Geen trucjes dus. Waarom zit die groep jonge mensen eigenlijk bij elkaar? Ze hebben geen geld, geen werk, de verwarming doet het niet. Dan komt de eveneens arme Schaunard langs met zes maanden huur. Hoe komt hij eigenlijk aan zo’n enorme hoeveelheid geld? Hoewel alles een reden heeft die niet direct duidelijk wordt, speelt de cast zo licht mogelijk. ,,Alles lijkt eigenlijk heel gewoon en daarom komt de klap harder aan.”

Derde luik: in het valies

“Ooit had ik mijn iPod vol versies van Tristan und Isolde. In het vliegtuig luisterde ik dan de eerste akte door Furtwängler, de tweede door Karajan, de derde door Kleiber. En op de terugweg andersom. Ik ken het stuk goed, maar ik kan nog verrast worden door details. Een andere favoriet is de achtste van Bruckner. In Berlijn woonde ik wel eens repetities van de Opera bij, door Barenboim. Beide stukken zijn in mijn herinnering altijd aan hem verbonden.”

(Foto: Marco Borggreve)

Oliemans leert graag nieuwe repertoire kennen en heeft geen voorkeur voor één specifiek genre. ,,Alleen oude muziek doe ik minder. Toen ik begon als lichte bariton was het moeilijk bas te zingen in de oude stemming. Dan hoor je alleen ruis.” Hij doet voor hoe het klinkt, zoiets als een kleine stofzuiger. ,,Maar de ontwikkeling van een stem staat nooit stil.”

Hij weet dat hij zichzelf zal blijven verbazen. In de studeerkamer kun je een muzikale keuze maken die in een voorstelling weer heel anders zal klinken. Regisseurs rekken de grenzen van de zangers op en letten scherp op raar gedrag, want zangers zien zichzelf niet. ,,Het is helemaal niet nodig om deze gekke kop te trekken, ontdek je dan. Ik had het erover met Stephen. Hij zei: ik voel me altijd zo onzichtbaar als regisseur. Maar als het goed is, voelen wij ons ook onzichtbaar. Als je je superbewust bent van jezelf wordt het spel onnatuurlijk. Ofwel exhibitionistisch of juist heel timide.”

Na La Bohème reist Oliemans weer af naar Parijs. Volgend seizoen zingt hij weer Marcello, maar dan in Strassbourg. Hij reist dan op en neer vanuit huis. ,,Wel zo fijn. De eerste twee weken hier in Enschede waren m’n kinderen bij me. Dan stond ik na de repetitie om vijf uur in de tuin lekker te voetballen. Dat is niet erg vaak het geval.”

Oliemans is gelukkig met de ontwikkelingen in zijn carrière. Hij doet alleen nog werk waar hij altijd van droomde. Volgend seizoen maakt hij zijn debuut in Covent Garden met Shaunard. Ook zingt hij zijn eerste grotere Wagner-partij bij de Reisopera: Gunther.

Hij wil graag Falstaff en Hans Sachs zingen en droomt stiekem dat zijn stem kan groeien naar een Scarpia. ,,Het is zo mooi om te zien hoe een stem verbonden is aan een leven. Mijn stem zoekt zijn eigen weg. Je kunt er slechts naar kijken. En zachtmoedig hard werken.”

Zie voor meer informatie: www.thomasoliemans.nl.

Vorig artikel

Operagala met Antonacci komt laat op gang

Volgend artikel

Bezoekersaantal Operadagen R'dam gegroeid

De auteur

Mariska van der Meij

Mariska van der Meij

3Reacties

  1. corinne romijn
    30 mei 2011 at 16:11

    Ik heb met thomas samen in Das Rheingold bij de Reisopera gezongen, de eerste van het vierluik Der Ring Des Nibelungen.
    Het grappige was dat onze choreografe, toen ze thomas voor het eerst hoorde zingen en bezig zag op het toneel, zei: why the hell isn’t he a worldstar? he is absolutely fantastic!!! Welnu dit zit er nu aan te komen voor thomas en ik gun het hem van harte.
    Hij heeft een prachtig geluid en is een intelligente en integere zanger en ook nog een leuke en grappige vent. Vorig jaar had ik weer het genoegen met hem op het toneel te staan van de Nederlandse Opera in de Wereldcreatie van De Legende van Peter-Jan Wagemans en ook daar was hij astonishing in zowel zingen als acteren.

  2. Gerard
    30 mei 2011 at 22:33

    Na een prachtige Faure CD met Thomas, hoorde ik hem voor het eerst live in de Lyrische Symfonie van Zemlinsky olv Reibert de Leeuw, in t Muziekgebouw aan t IJ. Was echt geraakt door zijn prachtige stem, en hij ging ook volledige in de muziek op, waardoor je je er echt bij betrokken voelde. Je hoort goed dat Oliemans niet alleen een begenadigd zanger is, maar ook een goed luisteraar.

  3. Mieja
    31 mei 2011 at 17:04

    Compliment voor het mooi geschreven verhaal over Thomas Oliemans
    met plezier gelezen.

    Ik hoorde Thomas voor het eerst in La Bohème…
    en zag hem ook voor het eerst in La Bohème.
    Hij zingt en acteerd geweldig ,hij weet het goed over te brengen
    hij treft een mensen-hart.

    Ik hoop nog veel van hem te horen.

    Mieja