Claudio Abbado zwaait meesterlijke Fidelio
De zangers zijn werkelijk uitmuntend en geven stuk voor stuk spetterende vertolkingen, maar dé ster van de nieuwe Decca-opname van Fidelio is wat mij betreft Claudio Abbado. 77 jaar, maar wát een vitaliteit! Zijn interpretatie is formidabel, wondermooi van begin tot eind.
Nadat hij maagkanker te boven was gekomen, zette Claudio Abbado zich in 2003 aan een nieuwe uitdaging en blies weer leven in het Lucerne Festival Orchestra, een orkest met een lange maar allerminst continue geschiedenis. Abbado selecteerde zelf alle leden van het zomerorkest en gaf de musici veel vrijheid en verantwoordelijkheid in de repetitiefase. Met al snel groot succes tot gevolg.
In 2007 leek het erop dat Abbado definitief het toneel moest verlaten vanwege zijn gezondheid. Echter, slechts enkele maanden nadat hij die beslissing genomen had, stond hij alweer op de bok. En hij staat er nog steeds, 78 jaar oud.
In de zomer van 2010 dirigeerde de Italiaanse maestro (toen dus 77) een productie in Lucerne van Beethovens enige opera Fidelio. Met het festivalorkest stond hem een uitmuntende groep musici ter beschikking en ook de rollen waren bezet met artiesten van de hoogste orde. Wat Abbado vervolgens met al die kwaliteiten samensmeedde, is oorstrelend mooi. De live-opname die Decca heeft uitgegeven, sprankelt van vitaliteit.
Abbado presteert het om in werkelijk iedere scène het onderste uit de kan te halen. Met bijzonder flexibele tempi, een uiterst transparant en uitgebalanceerd klankbeeld en een uitgebreid palet aan verfijnde articulaties treft hij iedere passage recht in het hart en spreekt hij continu krachtig tot de verbeelding.
In de intro voor het bekende kwartet ‘Mir ist so wunderbar’ laten de zoete strijkersstrelingen je bijvoorbeeld recht in Marzellines hart kijken. En bij Pizarro’s eerste aria zet Abbado in een paar maten het dreigende karakter van de gouverneur neer, net als dat je bij aanvang van de tweede akte in een paar tellen weet waar je je bevindt. En dat zijn maar enkele voorbeelden. Want in feite is de opname één lange aaneenrijging van voortreffelijke operamuziek.
Fidelio was nooit mijn favoriete opera, maar met Abbado aan het roer rest me maar één ding en dat is als een blok voor het drama te vallen. De meester geeft de opera zo fijnmazig en sprekend gestalte, dat iedere intentie van Beethoven in zijn volle schoonheid voor het voetlicht komt.
De cast verdient eveneens volop hulde. Jonas Kaufmann is (uiteraard, zou je haast zeggen) een perfecte Florestan. Hij heeft hét heroïsche tenorgeluid van dit moment en gebruikt dat indrukwekkende instrument op buitengewoon muzikale wijze. Zijn eindeloze, door merg en been gaande crescendo op ‘Gott’ bij de opening van zijn eerste scène zegt genoeg voor zijn hele optreden.
Ook Nina Stemme past haar rol (Leonore) als gegoten. Ze verklankt voortreffelijk zowel de krachtige, ‘mannelijke’ kant van haar karakter als de angstige, onzekere zijde. Ik zou niet weten wat er beter kon.
Mijn achting voor Falk Struckmann stijgt alleen maar met zijn vertolking van Don Pizarro. Hij zingt imposant en zeer tekstbewust. Christof Fischesser is verder een uitstekende Rocco en Peter Mattei geeft de finale extra body met zijn waardige, gedragen Don Fernando.
Mocht het nog niet duidelijk zijn: dit is een aanrader.