Soltesz leidt weergaloze Walküre in Essen
Stefan Soltesz heeft sinds eind jaren negentig het niveau van het Aalto Theater in Essen enorm opgestuwd. Dat was op 28 juni te merken bij een uitvoering van Die Walküre. Simpelweg weergaloos.
Sinds de aanvang van het seizoen 1997/1998 is Stefan Soltesz Generalmusikdirektor en intendant van het Aalto Theater in Essen. Hij heeft daar inmiddels een geweldige staat van dienst opgebouwd, inclusief de eretitel Opernhaus des Jahres in 2008. Komend seizoen wordt zijn laatste aldaar en met ingang van seizoen 2013/2014 zal hij als intendant worden opgevolgd door Hein Mulders die inmiddels al in een andere hoedanigheid aan Essen verbonden is.
Soltesz is een Wagner-dirigent van allure, wat door een Bonner recensent naar aanleiding van de première van Die Walküre als volgt werd omschreven: ,,In Bayreuth war Stefan Soltesz noch nie. Dass es für den Generalintendanten der Essener Aalto-Oper auch wenig Grund gibt, daran etwas zu ändern, zeigt die jüngste Premiere an seinem Haus, Wagners Walküre. Mit dem zweiten Teil des Ring des Nibelungen verwandelt er alles, was die Partitur an Leidenschaft, Emotionen, an Klangschönheit, Finesse, aber auch an gesteigerter Gewalt hergibt auf überwältigende Weise in Klang.”
Aan zo’n citaat heb ik niets meer toe te voegen, temeer daar hij zijn reputatie tijdens de door mij op 28 juni bezochte voorstelling weer volledig waarmaakte. Het is ongelooflijk hoezeer hij de kwaliteit van dit gezelschap heeft kunnen opstuwen van goed provinciaal niveau naar absolute wereldklasse. Met de Essener Philharmoniker onder Soltesz kunnen je overal aankomen als er Wagner gespeeld moet worden.
In de aanloop naar de viering van Wagners 200e geboortejaar in 2013 heeft Soltesz in Essen flink uitgepakt met een nieuwe Ring en hernemingen van Der fliegende Holländer, Tannhäuser en Tristan und Isolde. Voor komend seizoen staat een nieuwe Parsifal geprogrammeerd, waarmee Soltesz de laatste nog ontbrekende opera van de meester aan zijn Essener repertoire toevoegt.
Voor Der Ring des Nibelungen, die werd ‘opgebouwd’ in de periode 2008–2010, werd voor elk deel een andere regisseur aangetrokken. Die Walküre wordt gebracht in de regie van Dietrich Hilsdorf, zo ongeveer de regisseur van dienst bij het Aalto Theater, met al meer dan tien producties op zijn naam. Zijn spectaculaire Verdi-ensceneringen werden aanvankelijk als nogal controversieel ervaren, maar met het verstrijken van de tijd behoren ze tegenwoordig tot de mainstream. Deze opdracht was voor zover bekend zijn eerste kennismaking met Wagner.
Het decor is van Dieter Richter en wordt in elk van de drie bedrijven gebruikt. De indruk wordt gewekt van een paleis dat betere tijden heeft gekend. Het dak wordt gedragen door zuilen, waarvan één een boom is waar een zwaard dwars doorheen steekt, je kunt het niet missen!
De kostuums duiden op een militaire achtergrond; lange jassen en geweren. De Walküren daarentegen zijn gekleed in lange rode jurken, eerder avondkledij dan bedoeld voor een ruige nacht tussen dode helden.
Opvallend is de thuiskomst van Hunding, nog voordat Siegmund arriveert. Hij verblijft in zijn slaapvertrek terwijl de ontmoeting en de eerste oplopende spanning tussen Sieglinde en Siegmund zich in de woonkamer voltrekt.
In de tweede akte volgt een verrassend tafereel. Siegmund, Sieglinde en Hunding zijn alle drie te gast bij Wotan en Fricka. Hunding komt zijn zaak bij Fricka bepleiten en de tweeling wacht in spanning af hoe het zal aflopen. Sieglinde maakt een verzoenend gebaar naar Hunding; het lijkt eerder een civiele procedure dan de opmaat voor een bloedige wraakoefening. De rest van het bedrijf heeft echter ondanks alles de gewelddadige afloop die ons zo vertrouwd is.
In akte drie komen de in rode jurken geklede Walküren op, een prachtig gezicht. Sieglinde is in het wit met daaroverheen Siegmunds lange jas. Het geheel heeft een geweldige intensiteit, zeker als Wotan ten tonele verschijnt. Net als indertijd bij zijn Aïda in Essen heeft Hilsdorf van Die Walküre een soort ‘Kammerspiel’ gemaakt. Het toneel en het decor zijn weliswaar groot, maar de personenregie wordt klein gehouden, met veel oog voor detail. Zo lijkt elke Walküre een eigen identiteit meegegeven te zijn. Ook komt de uiteindelijke toenadering tussen Wotan en Brünnhilde, so close and yet so far apart, prima uit de verf.
Het merendeel van de zangers was afkomstig uit het ensemble van de Aalto Opera. De trouwe bezoeker zal menigeen al vaak hebben gehoord. Wotan werd overtuigend gezongen door de uit Klaipeda afkomstige Almas Svilpa, die al zeer lang grote rollen in Essen vertolkt.
Oudgediende Marcel Rosca nam als bas bariton van dienst op een goed ambachtelijke wijze Hunding voor zijn rekening. En de eerste tenor van het gezelschap, Jeffrey Dowd, vertolkte (uiteraard) de Siegmund. In dat soort rollen is hij in zijn element, hoewel je de indruk krijgt dat men in Essen wel een beetje roofbouw op hem heeft gepleegd de afgelopen tien jaar. Hier en daar moest hij wat forceren en maakte hij een enigszins vermoeide indruk.
Gastoptredens waren er van Martina Dike (Fricka), Edith Haller (Sieglinde) en Catherine Foster (Brünnhilde). Dike heeft eerder bekendheid verworven als Fricka in Stockholm en Frankfurt. Ze komt op met een gezicht waarin de afkeuring als het ware geëtst lijkt en ondersteunt die indruk met een optreden dat oprechte woede uitstraalt. Voeg daarbij een stem die doet denken aan Gundula Janowitz en je hebt een angstaanjagende Fricka. Prachtig om haar gedaantewisseling te zien als ze ‘gewonnen’ heeft. Plotseling is ze een aantrekkelijke verschijning met een spottend lachje op haar gezicht. Haar acteren is net zo goed verzorgd als haar zingen!
Edith Haller is een verrukkelijke Sieglinde die de rol eerder vertolkte tijdens de Bayreuther Festspiele van 2010, ook op dvd uitgebracht. Haller heeft een enorme stem en zingt de partij moeiteloos en met veel flair.
Foster is een indrukwekkende Brünnhilde, zowel stimmlich als acterend. Recent was ze te horen als Brünnhilde in Berlijn en ze staat aangekondigd als Brünnhilde van DNO in april/mei 2013. Soltesz kwam voor aanvang van de voorstelling nog even op het toneel om clementie voor haar te verzoeken in verband met een recente keelontsteking, maar dat was waarschijnlijk alleen maar ter voorkoming van onnodige reputatieschade. Aan haar optreden viel hoegenaamd niets van enig ongemak te bemerken.
Al met al een prachtige voorstelling, voorlopig de laatste. Of de Ring in het najaar van 2013 ter gelegenheid van het Wagner-jaar nog een keer zal worden gegeven in Essen, hangt af van de nieuwe intendant. Ik zal hem een briefje sturen.