Purcell Gala krijgt voortreffelijk vervolg
Barokopera Amsterdam heeft zijn Purcell Gala uit 2009 een voortreffelijk vervolg gegeven, dat woensdagavond in première ging in De Flint in Amersfoort. Op pientere wijze smeedden regisseur Sybrand van der Werf en artistiek leider Frédérique Chauvet een kleine tien Purcell-werken aaneen tot een vlotte, geestige voorstelling.
Bij een ‘Purcell Gala’ denkt u wellicht aan een net barokconcert, waarin vriendelijk glimlachende zangers in rokkostuum of avondjapon een rijtje aria’s aaneenschakelen – en dat op zo’n statische wijze, dat het eeuwenoude repertoire aan het einde van de avond weer als vanouds met stof bedekt is.
Dat is dus niet hoe het Purcell Gala van Barokopera Amsterdam eruitziet. Wendy Roobol, Gunther Vandeven, Mattijs Hoogendijk en Pieter Hendriks stappen met ferme tred het toneel op, rollen een kaart van Europa uit en weten met weinig attributen en veel humor in no time de zeventiende eeuw van Purcell neer te zetten. Protestanten haten katholieken, katholieken haten protestanten en iedereen haat Frankrijk.
Rode draad door de voorstelling is het huwelijk van Queen Mary van Engeland en Koning-Stadhouder Willem III, met aanpalend het conflict met Lodewijks Frankrijk. De muziekselectie stamt uit de tijd dat Purcell hofmusicus was bij Willem en Mary.
Regisseur Sybrand van der Werf heeft korte gesproken scènes geschreven om de diverse composities te verbinden. Dat slaagt wonderwel. Er ontstaat een meeslepend verhaal, met een duidelijke, chronologische ontwikkeling en kleurrijke karakters. Een verhaal waarin alle muziekstukken een logische plek krijgen. Het is alsof Van der Werf een nieuwe semi-opera uit Purcells oeuvre heeft gedistilleerd. In mijn ogen een geniaal staaltje werk.
Decors en rekwisieten zijn er amper, maar soms denk ik wel eens dat juist dat de raderen extra hard laat draaien bij regisseurs. Als je het moet doen met enkel een bijbel, een rozenkrans, een collectezak, een kaart en een paar doeken, wordt je creativiteit behoorlijk op de proef gesteld. Een proef die Van der Werf fier doorstaat. Hij weet het materiaal dát hij heeft multifunctioneel te gebruiken, creëert de ene na de andere visuele of tekstuele grap, regisseert de solisten uitstekend en sluit ook nog eens haarfijn aan bij de muziek.
De regisseur kan bogen op een cast met flink acteertalent en veel onderlinge chemie. Ook vocaal. De ensemblestukken zijn voor mij de hoogtepunten van de avond. Zeker in de delen uit Funeral sentences for Queen Mary vinden de solisten een perfecte harmonie.
Individueel schommelt de kwaliteit. Bariton Pieter Hendriks steekt er voor mij bovenuit. Zijn geluid is krachtig en solide en als enige zingt hij vlekkeloze coloraturen. Sopraan Wendy Roobol overtuigt zoals altijd met haar heldere, pure geluid, al lijkt er minder body achter schuil te gaan dan in andere voorstellingen die ik van haar zag.
Tenor Mattijs Hoogendijk en counter Gunther Vandeven zijn niet altijd even stabiel, maar in een duet na de pauze beleven ze een glansmoment dat veel goed maakt. Hemels mooi is de manier waarop ze met chromatiek en dissonanten hun stemmen tegen elkaar aan ‘schuren’.
Het instrumentale ensemble van Barokopera Amsterdam is dun bezet. Jammer, vind ik, want ondanks dat er goed gespeeld wordt, kan het ensemble dynamisch te weinig reliëf in de muziek aanbrengen. Het klinkt bescheiden en ingetogen, ook waar dat niet zo zou moeten. Een verdubbeling van het aantal strijkers had denk ik wonderen gedaan, maar ik vermoed dat het budget hierin het zwaarste argument is geweest. Wat uiteraard volledig te begrijpen is.
Ondanks die kanttekening is het Purcell Gala II een voortreffelijke, originele voorstelling. Van 10 tot en met 28 februari is die nog zes keer te zien in theaters in Nederland. Grijp die kans!
Zie voor meer informatie de website van Barokopera Amsterdam.
2Reacties
Dank voor deze welwillende recensie. Theatraal was het een aardige voorstelling, waar voldoende vaart in zat. Het wat boertige en kluchtige dat Purcell ook heeft, werd soms wel erg benadrukt. Het niveau was soms ook wat basaal. Leuke voorstelling voor een vijfde klas HAVo of VWO, dacht ik meermaals.
Muzikaal was de voorstelling onder de maat. Teveel (bijna) valse noten, de zangers moeten regelmatig over de grenzen van hun kunnen. Vooral na de pauze viel het instrumentaal ensemble tegen. Vaak ongelijke inzetten, vooral bij de blazers. Ik weet dat de barokinstrumenten weerbarstig kunnen zijn, maar dit was onvoldoende. Misschien is er in de voorbereiding teveel aandacht gegeven aan de regie en te weinig aan de muziek.
Ik denk dat deze voorstelling op historische locaties in een zomerse festivalsfeer beter tot haar recht zou komen.
Kritiek wordt altijd gewaardeerd, maar dan liefst niet onder schuilnaam geleverd!