Munt vervolgt Franse operareeks met Hamlet
In Brussel wordt het jaar afgesloten met een nieuwe productie van Hamlet. Met de ‘grand opéra’ van Ambroise Thomas zet De Munt na Médée en Les Huguenots zijn reeks bijzondere Franstalige opera’s voort. In de handen van regisseur Olivier Py en dirigent Marc Minkowski is het een schitterende voorstelling geworden.
Olivier Py kennen we in Nederland van zijn recente productie van Roméo et Juliette bij De Nederlandse Opera. Dat was in mijn beleving een nogal somber gebeuren, met onnodige referenties aan oorlogsgeweld.
Py werkt graag met zwart-witbeelden en heeft daarvoor in Pierre-André Weitz de ideale kostuum- en decorontwerper. Veel van wat wordt gezien als de karakteristieke stijl van Py is in feite de stijl van Weitz. Al zal laatstgenoemde zich natuurlijk wel nadrukkelijk richten op de wensen en verlangens van de regisseur.
In De Munt was het team Py-Weitz eerder verantwoordelijk voor de productie van Les Huguenots. Ook daar was het toneelbeeld voorspelbaar somber, maar bleef de gewelddadige context redelijk op de achtergrond.
In deze Hamlet houdt Py zich op dit punt geweldig in. Slechts een enkele scène, waarin koning Claudius toekijkt hoe een man in elkaar wordt getremd door twee ‘ondervragers’, komt geheel uit eigen koker. Voor het overige wordt het libretto getrouw gevolgd, met dien verstande dat Py Hamlet aan het einde laat sterven, om zodoende de tekst van Shakespeare meer te benaderen.
Hamlet in de versie van Shakespeare is een complex werk. Het is ondoenlijk alle lagen en personages in een operalibretto te vangen. De librettisten Michel Carré en Jules Barbier hebben ervoor gekozen zo veel mogelijk bijfiguren uit de handeling te schrappen of slechts een minimale rol te geven. Zo komt Polonius er nauwelijks nog in voor.
De aandacht richt zich op de hoofdfiguren Hamlet, zijn oom Claudius en zijn moeder Gertrude. Daarnaast zijn er kleinere rollen voor de schim van zijn dode vader en voor Laërte, de broer van Ophélie. Laatstgenoemde heeft in de opera een veel grotere rol dan in het toneelstuk. Dat is geheel in lijn met de gewoonte, zeker in de ‘grand opéra’, om een liefdesgeschiedenis in de handeling te verwerken. Daar hoort uiteraard een grote sopraanrol bij. Ophélie heeft zelfs bijna een gehele akte voor zichzelf, waarin ze haar beroemde waanzinaria ‘A vos yeux, mes amis’ zingt.
Aan het begin van de voorstelling zien we een toneelvullende trap van donkergrijze bakstenen. Al gauw blijkt dat dit kolossale decorstuk zeer ingenieus in elkaar zit. Door de afzonderlijke delen ten opzichte van elkaar te verplaatsen ontstaat een decor met zeer veel variaties. Kleinere stukken van de trap herbergen bogen en doorgangen in alle maten en soorten. In bepaalde configuraties doet het geheel sterk aan een prent van Escher denken.
De kleding is vrijwel geheel in zwart en grijs, met Ophélie in witte jurk als voorspelbare uitzondering. De enige echte kleur in het stuk komt voor rekening van een grote rode vlag, waarmee zo nu en dan wordt gezwaaid.
De voorstelling beleefde afgelopen dinsdag zijn première. Het orkest van De Munt onder leiding van Mark Minkowski speelde buitengewoon goed, wat het geheel direct al een stevige basis verschafte. Het koor van De Munt (ingestudeerd door Martino Faggiani) leverde eveneens een prima prestatie.
De titelrol kwam voor rekening van de Franse bariton Stéphane Degout. Hij zette een zeer overtuigende Hamlet neer, zowel acterend als zingend. De keuze voor deze zanger, in 2012 in Frankrijk uitgeroepen tot ‘Artiste lyrique de l’année’, pakte bijzonder goed uit. Hij zong deze rol overigens al eerder in Wenen, in dezelfde productie, en ook daar met veel succes.
Veterane Jennifer Larmore vertolkte koningin Gertrude. De regie probeerde haar bij vlagen neer te zetten als een ‘geile meid’, maar dat paste niet erg bij haar verdere optreden en voorkomen. Haar zang was goed verzorgd, maar naast de vele Franstaligen in de cast viel haar accent een beetje uit de toon.
Op haar best was ze in de scène waarin Hamlet haar confronteerde met haar medeplichtigheid aan de moord op zijn vader, haar eerste echtgenoot. Tijdens die scène zat een naakte Hamlet in bad en kwam zijn moeder bij hem zitten. Later probeerde hij haar te verdrinken door haar hoofd een tijdje onder water te houden. Niet echt natuurlijk, maar ze kwam wel met druipende lange haren weer naar boven. De verschijnende schim van de dode koning maande Hamlet net op tijd zijn moeder te sparen en zijn dood slechts te wreken op Claudius.
Vincent Le Texier kon mij niet erg bekoren als Claudius. Hij werd niet erg geholpen door de regie, die hem tot een bordkartonnen personage had gereduceerd. Maar zijn stem verraadde zijn leeftijd – of het moet zijn dat hij toevallig een mindere avond had.
Veel aandacht ging natuurlijk uit naar Ophélie, uitstekend gezongen door de Nederlandse sopraan Lenneke Ruiten. Ruiten, in 2002 winnares van het IVC, zingt voornamelijk in het buitenland. Waar heb ik dat meer gehoord? Overigens zal ze op 16 maart te horen zijn in het Concertgebouw met Beethovens concertaria ‘Ah, perfido!’
Ruiten is een zeer lichte sopraan, die eerder al op diverse plaatsen furore maakte met rollen als Fiordiligi en vooral Zerbinetta. Haar duet in de eerste akte met Hamlet klonk bijna ‘etherisch’. In haar waanzinaria wist ze zich helemaal te geven, zonder ook maar op enig moment de controle te verliezen. Het bleef steeds uiterst delicaat. Ze gaf daarmee een mooi visitekaartje af aan DNO’s casting director Jesús Noriega, die ook in de zaal zat.
Al met al een schitterende uitvoering van een toch wel spectaculaire opera. Laat ze maar komen, die ontstofte Franse meesterwerken uit de negentiende eeuw! De volgende titel: La Vestale van Gaspare Spontini?
Zie voor meer informatie de website van De Munt.
1 Reactie
Ik heb de laatste voorstelling gezien (22december) en inderdaad, een indrukwekkende produktie! Een prachtig en ingenieus decor, pakkende regie en fantastische cast. Degout (vocaal fantastisch en helemaal in zijn element in zijn rol als Hamlet, Ruiten (vocaal even fantastisch -de waanzinscene!!!) en Larmore en Le Texier even adequaat in hun rollen! Meer van dat!