AchtergrondBuitenlandOperarecensie

Otello helemaal thuis in Zweedse zagerij

Gezaagd wordt er niet meer, alleen nog op snaren. De planken zijn wel gebleven, maar dan als grond onder de voeten van artiesten. En houtsplinters? Die springen enkel nog van het vakmanschap van zangers en musici. Opera på Skäret heeft een oude Zweedse zagerij met succes omgebouwd tot operahuis en speelt er deze zomer een voortreffelijke Otello.

Scène uit Otello (foto: Opera på Skäret).
Scène uit Otello (foto: Opera på Skäret).

Opera på Skäret brengt al elf zomers lang operaprogrducties in de voormalige zagerij nabij Ställdalen en Kopparberg, ten westen van Stockholm, in een lege en natuurrijke regio (hoewel die omschrijving voor praktisch heel Zweden opgaat).

Na een jubileumeditie met concerten in 2013 brengt het festival dit jaar weer een volledige operaproductie: Otello van Verdi. Tien voorstellingen, op donderdagen, zaterdagen en zondagen. Op de meeste speeldagen rijdt een antieke trein van Stockholm naar het festival (4,5 uur) en terug (4 uur), om mensen niet tot een overnachtig te verplichten.

De zagerij lijkt ondanks zijn verleden in de houtindustrie altijd al bestemd te zijn geweest voor muziek. De akoestiek is er werkelijk verbluffend; direct bij de eerste vocale noten van Otello kijk je verrast op. Door het hoge plafond en, uiteraard, het vele hout krijgt de zang een perfecte ‘natuurlijke’ versterking. Hier kunnen de meeste operahuizen niet tegenop.

Ondanks het ruime toneel biedt de orkestbak geen ruimte aan een Otello-orkest. Net zo min als het festivalbudget dat overigens doet. En dus moet maestro Marcello Mottadelli, die voor het vierde jaar op rij te gast is, het doen met 38 musici, afkomstig uit verschillende Scandinavische orkesten. Dat maakt het lastig een juiste balans te vinden en de spanningsbogen lang genoeg door te trekken, maar Mottadelli weet toch veel fraais uit de musici te halen. Het juiste onheilspellende sentiment heeft hij zeker te pakken.

De drie grootste rollen in Verdi’s opera zijn dubbel bezet. In het weekend van 2 en 3 augustus komen beide casts aan bod. Hun zang heeft hetzelfde ‘wow-effect’ als de akoestiek. Zoiets verwacht je niet ‘in the middle of nowhere’, waar je eerder een eland aantreft dan een bewoner die meer dan drie opera’s kan opnoemen.

Richard Bauer en Kamila Benhamza (foto: Opera på Skäret).
Richard Bauer en Kamila Benhamza (foto: Opera på Skäret).

De eerste vraag bij de bezetting is natuurlijk: hebben ze twee goede Otello’s kunnen vinden? Want dat is geen sinecure. De Braziliaanse tenor Richard Bauer (2/8) staat zijn mannetje. Niet altijd even moeiteloos gezongen, maar zijn timbre siert de rol. Hij heeft wel wat Domingo-trekjes. Alleen jammer dat hij in zijn acteren niet verder komt dan standaard gebaren en loopjes.

Michal Lehotsky (3/8) doet het qua acteren niet beter en lijkt vocaal minder opgewassen tegen zijn taak. Hij zit voortdurend op zijn limiet. Althans, zo klinkt het. Door dat gebrek aan rust en ruimte – en daarmee een gebrek aan contrast tussen liefdevolle en woedende passages – mist zijn Otello in mijn ogen diepgang.

De Desdemona’s Kamila Benhamza (2/8) en Charlotta Larsson (3/8) zijn beiden begiftigd met ruime, welluidende stemmen. Benhamza is in spel en zang de onschuld en puurheid zelve. Haar vertolking gaat diep en raakt je in het hart. Na haar ‘Ave Maria’ is het doodstil in de zaal. Zowel aangrijpend als uniek, aangezien de zaal toch wat krakend en gehorig is.

Larsson heeft zo’n wagneriaans volume dat ze er minder in slaagt om dat zachte, beminnelijke karakter van Desdemona over te brengen. Ze is eerder een gestaalde diva dan een lijdende echtgenote. Al is haar stem en de grootsheid ervan een ‘bezienswaardigheid’ op zichzelf – iets wat het enthousiaste publiek hoorbaar ook vindt.

De beide Jago’s overtuigen, waarbij Omar Kamata (2/8) de intrigant gemener acteert, maar Ole Jørgen Kristiansen de beste en meest genuanceerde vocalen heeft. Regisseur William Relton laat hen hun ‘Credo in un Dio crudel’ dicht op het publiek zingen. Een sterke vondst, al vliegt er in het heetst van de aria wel wat speeksel over de eerste rijen.

De Griek Alex Tsilogiannis is geknipt voor de rol van Cassio (jong, vol bravoure) en ook de rollen van Emilia (Anna-Kajsa Holmberg), Lodovico (Tadas Girininkas), Roderigo (Karl Rombo) en Montano/heraut (Calle Lindén) zijn met klasse bezet. Gezien de beperkte financiële middelen van het festival een bewonderenswaardig stukje casting.

Michal Lehotsky en Charlotta Larsson (foto: Opera på Skäret).
Michal Lehotsky en Charlotta Larsson (foto: Opera på Skäret).

Het koor bestaat uit amateurs – waarvan sommigen ‘notenblind’ – maar zingt met veel verve en kracht. Iets wat ik ook al dacht toen ik nog niet wist dat het amateurs waren…

Ook het koor wordt mooi gepositioneerd door William Relton. Bij het openingskoor naderen ze langzaam het publiek, tot ze er pal op staan en je met angst in hun ogen verhalen van de storm waar Otello zich in bevindt.

Op deze ‘oplevingen’ na kiest Relton verder voor een sobere, ingetogen regie. Qua kostumering gemoderniseerd, maar qua regie zeer trouw aan het verhaal. Toch een voordeel als de gehele artistieke leiding van een festival uit (oud-)zangers bestaat…

De atmosfeer op de avonden is heerlijk. Ontspannen en zo informeel dat diverse gasten én zangers vooraf of in de pauze een duik in het meer naast het operahuis wagen. Zelf voelde ik me daar toch iets te beschroomd voor, maar een pauze lang over het weidse water en de omliggende bossen en heuvels turen was ook een hele verheven ervaring.

Opera på Skäret is uniek in zijn combinatie van een magnifieke locatie, een akoestiek van de hoogste orde en een muzikale en scenische kwaliteit die dat van vele andere festivals overtreft. Als je daar de antieke treinreis vanuit Stockholm bij optelt, durf ik wel te zeggen: dit zie je nergens.

Lees meer achtergronden bij Opera på Skäret in de reportage ‘Opera på Skäret: uit het juiste hout gesneden‘.

Vorig artikel

Opera på Skäret: uit het juiste hout gesneden

Volgend artikel

Place de l'Opera introduceert: Libretto

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.