Grootse Netrebko opent Live in HD-serie
Tien jaar Live in HD is tien jaar Anna Netrebko. De Russische stersopraan is het boegbeeld van de populaire bioscoopserie van de Metropolitan Opera. Ieder seizoen glanst ze op minstens één affiche. Zaterdag verzorgde ze voor het vijfde achtereenvolgende jaar de openingsavond, dit keer als Leonora in Il trovatore.
Luid gejuich ging op uit de zaal toen Netrebko in de tweede scène van de eerste akte haar entree maakte. Een divawaardig onthaal. Alleen al haar verschijning deed de harten in het Lincoln Center in Manhattan én in meer dan 2.000 filmzalen in 70 landen sneller kloppen.
Er is in tien jaar tijd veel veranderd voor Anna Netrebko. Haar stem is groter, haar rollen zijn groter en haar verschijning is groter. Ze is niet meer het springerige Norinaatje van voorbije jaren. Ze is uitgegroeid tot een bühnekoningin, bewegend en zingend met vorstelijke elegantie.
Als Leonora imponeerde ze direct vanaf ‘Tacea la notte placida’ met overweldigend schone zang. Prachtig gedoseerd en gecontroleerd liet ze haar dikke, Russische geluid door de zaal vloeien.
De haar zo typerende meisjesachtige opgewondenheid liet ze dit keer achterwege. Haar Leonora kenmerkte zich door een diepe ernst. Een soort introverte melancholie schemerde voortdurend door haar frases. Haar vertolking werd er iets statiger door dan men van de sopraan gewend is. Bovendien werd haar theatrale arbeid soms enigszins gehinderd door haar opperste concentratie op de lastige noten van haar partij. Maar dat mocht niet schaden. Ze hield haar vocale topvorm ononderbroken vast en kroonde de avond met een intens, zinderend ‘Miserere’. Wat balde het drama zich daar samen!
Netrebko was niet de enige ster van de avond. Veel aandacht ging uit naar bariton Dmitri Hvorostovsky, die in de zomermaanden behandeld werd voor een hersentumor, maar op tijd hersteld was om graaf Di Luna te zingen. Ook hij werd uitbundig onthaald bij zijn eerste entree en kreeg bovendien na afloop een groot aantal bloemen toegeworpen vanuit de orkestbak.
Hvorostovsky’s stem klonk onveranderd aantrekkelijk en zijn rolvertolking droeg zijn oude, vertrouwde stempel: met veel ruwe kracht gezongen, met een flinke dosis machismo gespeeld. Veel poses en gebaren zitten er niet in zijn theatrale repertoire, maar de man heeft zo veel charisma en présence dat hij er enkel hoeft te stáán om je gelukkig te maken.
Yonghoon Lee, in 2009 Don José in Amsterdam, zong Manrico met een imposant, heroïsch geluid en spectaculaire vocale hoogstandjes. Acterend kwam hij echter niet verder dan de meest clichématige gestes.
Dolora Zajick vertolkte haar bekendste rol: Azucena. Theatraal vond ik haar overtuigender dan haar collega’s. Ze maakte van Azucena een verwarde vrouw, die af en toe aan waanvoorstellingen leek te lijden. De scène waarin ze tegenover Manrico haar verschrikkelijke verleden uit de doeken deed, was adembenemend.
Dit kwartet hoofdrolspelers was in schitterende kostuums gestoken door Brigitte Reiffenstuel, binnen een net zo mooie enscenering van David McVicar. De Brit koos voor een klassieke benadering. Weliswaar voorspelbaar voor wie het werk kent, maar van akte één tot en met akte vier was het verhaal geloofwaardig, en dat is geen vanzelfsprekendheid tegenwoordig. De karakters werden daarbij fijn uitgewerkt. Ieder had de juiste look en uitstraling.
De live-vertoning werd zoals gebruikelijk omlijst met interviews met castleden en clips van aanstaande producties, gepresenteerd door Susan Graham. In dat randprogramma toonde de Met zich weinig innovatief. In het tiende seizoen mag je toch verwachten dat ook dit onderdeel verfijnd wordt, maar de Met lijkt genoegen te nemen met dezelfde nietszeggende gesprekjes en promofilmpjes die we al jaren te zien krijgen.
Hvorostovsky kwam niet verder dan een paar woorden van dank en Netrebko was te druk met haar rond rennende zoontje om haar publiek ook maar één zinnig antwoord te geven. Het maakte Susan Graham in haar rol als interviewer tamelijk hulpeloos, al counterde ze Netrebko’s desinteresse scherp in het daaropvolgende gesprek met Sonya Yoncheva (hoofdrolspeelster in de volgende Live in HD-vertoning, Otello) door haar te vragen of ze misschien ook nog een kind voor de camera wilde slepen…
De Live in HD-serie is een waar geschenk aan operaliefhebbers overal ter wereld, daar getuigde deze hoogstaande Trovatore wel van. Maar ik hoop dat het New Yorkse operahuis de moeite neemt om de vertoningen in dit jubileumseizoen wat inhoudelijker aan te kleden, zodat de kwaliteit achter de coulissen niet in het niet valt bij de kwaliteit op het toneel.
De volgende vertoning is Otello van Verdi op zaterdag 17 oktober. Zie voor meer informatie de website van de Metropolitan Opera.
8Reacties
Tja, ik word ook een beetje moe van die meestal zinloze gesprekjes achter de coulissen. Vaak haast tenenkrommend. En het haalt ook de magie van zo’n voorstelling weg. Wat dat betreft doet Covent Garden het bij zijn live-registraties in de bioscopen heel wat professioneler en stijlvoller. Ze zullen van de MET wel geleerd hebben hoe het niet moet.
Nou ja, wat een zure opmerkingen over de gesprekjes met de zangers, alsof we daarop afhaken!
Het was een fantastische opera avond! Wat een sfeervol decor in de tijd (15e eeuw) en plaats van handeling (Aragón, Biskaje) en wat een geweldige zangers. Een heerlijke Dolora Zajick als Azuncena “Stride la vampa!’. Vele mooie en ontroerende momenten zoals de romantische aria ‘Il balen del suo sorriso’ (Di Luna wachtend voor het klooster) heel mooi sotto voce gezongen door Hvorostovsky. Of het begin van de 4e akte, Leonore voor de kerker: ‘D’Amor sull’ali rosee’, zo mooi…..zoals Netrebko dat zong en acteerde! Dat laat toch niemand onberoerd?
ENCORE !!
Misschien kwam het door het zwakke acteren van Yonghoon Lee, maar van enige chemie tussen Leonora en Manrico leek geen sprake. Wat wel lastig is als je een verliefd stelletje speelt. Probleem is dat de handelingen van de twee personages dan aan geloofwaardigheid verliezen. Waardoor het voor mij een Trovatore was waarin prachtig werd gezongen, maar waarin ondanks de geweldige Azucena toch het hart ontbrak.
Kleine correctie @ Leen Roetman: Sir David McVicar heeft het verhaal van de veertiende eeuw naar 1800 verplaatst, de tijd dat Napoleon het Iberisch schiereiland in vuur en vlam zette. De kostuums idem dito. Het uniform van Luna had zo tijdens de Slag bij Vitoria (1813) gedragen kunnen zijn. Memorabele avond overigens!
Ja en ik weet ook dat hij zich heeft laten inspireren door de schilderijen van Goya, zelfde tijd. Dat maakte het voor mij voor de invoelbaarheid van het verhaal als een verhaal uit de 15e eeuw er niet minder om. En daar gaat het om, dat je ook zelf nog het verhaal bij de plaatjes kan passen. Ik vond het geen storende regie en ik zag prachtige zangers. Kijk je kunt natuurlijk zoals Onno je laten mishagen door het acteren van Yonghoon Lee, of nog idioter, je gaan ergeren aan de gesprekjes met de zangers, maar je kunt ook een andere insteek kiezen door te luisteren naar de grandioze muziek, en fantastische zangers en dan beleef je een genoeglijke avond. Dat is mijn insteek.
Wat me in de regie, naast de verplaatsing van de enscenering naar de napoleontische tijd, ook zeer beviel, was de razendsnelle wisseling van de taferelen. Het virtuoze verhaal werd met vaart verteld, zoals het hoort.
@Leen: ik liet me niet zozeer mishagen door het acteren van Yonghoon Lee, maar als een verhaal draait om een verliefd stelletje en het verliefde stelletje straalt op het toneel geen enkele chemie uit, dan ontbreekt er iets. Ik heb ook met volle teugen genoten van zang, aankleding en tempo van de regie, maar miste tegelijkertijd iets. Dat moet kunnen, lijkt me.
En om er nog iets algemener op in te gaan: acteren is een belangrijk onderdeel van het operavak (hoor en lees ik vaak). Goede acteerprestaties zijn noodzakelijk om een geloofwaardige productie neer te zetten. Ach, ik had Anna/Leonora graag een meer gepassioneerde minnaar gegund, dat zal het wel zijn.
Voor de goede orde beste Leen Roetman; het was niet mijn bedoeling om zuur te doen … heb echt met volle teugen genoten van deze voorstelling! Maar haakte alleen maar in op een opmerking in de recensie van Jordi Kooiman over de pauzegesprekjes.