AchtergrondFeatured

Kaija Saariaho: ramen openzetten in de geest

Met Only the Sound Remains van Kaija Saariaho opende gisteravond het Opera Forward Festival. Enkele uren voor de wereldpremière sprak François van den Anker met de componiste over haar motieven en het werk aan haar opera. “Ik hoop dat het mensen aan het denken zet over hoe we omgaan met verlies, met dood.”

Kaija Saariaho. (© Ruth Walz)
Kaija Saariaho. (© Ruth Walz)

Het is de openingsdag van het allereerste Opera Forward Festival. De spanning en hectiek tintelen door de volle kantoorgangen van De Nationale Opera in Amsterdam. Op de deur van het productiekantoortje van het Opera Forward Festival hangt een briefje met het verzoek om in verband met de drukte niet te storen.

De persvoorlichter vliegt heen en weer om vertegenwoordigers van de media te ontvangen en ze naar de door glas omgeven spreekruimte te leiden. Daar resideert Kaija Saariaho, componiste van Only the Sound Remains. Nog maar drie uur tot de wereldpremière van haar vierde opera.

Ze heeft een drukke dag met veel interviews. “Maar dat vind ik wel prettig. Zo gaat de tijd voorbij zonder dat ik aan de première van vanavond hoef te denken”, stelt ze vast. Ze voelt de spanning van het moment, nu de productie voor het eerst door publiek wordt gezien. “Weet u, deze première is meteen het einde van de ‘privacy’ die ik al die tijd dat ik aan het stuk werkte had. Dat waren vele jaren. Het stuk was al die tijd van mij. Nu ben ik het gaan delen met de musici, die ik het overigens volledig toevertrouw.”

“De productie is af en nu gaan de deuren open”, vervolgt Saariaho. “Natuurlijk is er de angst of we niet ergens bij het maken van Only the Sound Remains volledig de weg zijn kwijtgeraakt. Op een bepaald moment, na dagen en nachten werken aan de productie, weet je dat niet meer. Het is een bijzonder moment als ik mijn werk voor het eerst presenteer aan het publiek.”

Na afloop klinkt er straks applaus. ‘Leest’ u daarin wat men vindt?
“Het is natuurlijk prettig als er veel applaus is. Ik ben vooral blij voor de uitvoerenden als het goed ontvangen wordt, want ik weet hoe hard die gewerkt hebben. En als mensen ‘boe’ roepen is dat ook interessant. Ik probeer dan te begrijpen waardoor mensen zich zo boos maken. Met Peter Sellars, de regisseur met wie we hier Only the Sound Remains maken, gebeurt dat nog weleens. Het is niet erg.”

Hoe meet u de reactie van het publiek?
“Ik denk niet in termen van publiek, ik denk aan individuen. De taal van de muziek mag niet triviaal zijn, maar moet de geestelijke energie geven om de grenzen van onze beperkte culturele geesten te overschrijden. Dat geldt voor de mensen die normaal alleen klassieke opera zien en voor de fans van Philippe Jaroussky, die hem kennen van zijn uitvoeringen van barokmuziek. Muziek kan die macht hebben.”

Scène uit Always Strong, één van de twee werken die samen Only the Sound Remains vormen. (© Ruth Walz)
Scène uit Always Strong, één van de twee werken die samen Only the Sound Remains vormen. (© Ruth Walz)

Only the Sound Remains is een relatief kleine productie. Komt er ooit eens een grand opéra in Saariaho-stijl?
“Daar denk ik zeker over. Maar dit is niet zo’n kleine productie. De musici – het zijn er zeven – spelen verschillende instrumenten. En vergeet niet: hoe minder mensen er spelen, hoe meer je de details kunt horen. Dit is heel fijn, filigraan werk, en vanwege de elektronica heeft het ruimte nodig. Daarom past het goed hier beneden in de zaal van De Nationale Opera.”

Het festival waarbinnen uw nieuwe werk zijn première krijgt, heet Opera Forward Festival. Voelt u enige verantwoordelijkheid om de opera ‘forward’ te helpen?
“Dat is voor mij niet de belangrijkste overweging en het is niet de reden dat ik jaren van mijn leven spendeer aan het maken van een werk. Ik voel geen enkele druk om tot een avant-garde te behoren. Ik zou niet kunnen definiëren wat dat ‘forward’ betekent. Opera interesseert me omdat het een erg diepgaande en betekenisvolle ontmoeting kan zijn van verschillende kunstvormen. Misschien hadden Mozart of Monteverdi wel dezelfde motivatie. Je zou kunnen zeggen dat ik de opera verder help ontwikkelen omdat ik het nu, vandaag, schrijf en daarbij niet terugkijk naar de muzikale taal uit mijn oudere werk.”

Only the Sound Remains is uw vierde opera. Herkent u bij uzelf een leerproces in het componeren van opera?
Ze lacht: “Ik hoop het, maar het is niet eenvoudig, helemaal niet. Het compositieproces is erg complex en het wordt zeker niet makkelijker in de loop van de tijd. Ik denk eerlijk gezegd niet dat ik beter word, al hoop ik het wel. Het is één van de redenen om het te blijven doen. Je eerste opera, dat is zo’n grote stap. Mijn eerste, L’Amour de Loin, was meteen een succes en de vraag is dan: wat nu? In elk geval níet een tweede L’Amour de Loin. De muziek moet voor mij altijd nieuw, altijd fris zijn.”

Peter Sellars, de regisseur, beschreef Only the Sound Remains als een werk vol schoonheid, licht en beweging. Hoe vond u schoonheid in een stad als Parijs, waar u woont, en die druk en soms gewelddadig is?
“Ik heb eigenlijk maar een klein deel van het werk in Parijs gedaan. Ik werkte veel in mijn huis op het platteland en het grootste deel is ontstaan in New York. Ook niet erg rustig inderdaad, maar soms kon ik vluchten in mijn werk. Als er om je heen geen schoonheid is, kun je die vinden in muziek. Voor mijn werk aan deze opera vormden de teksten van Ezra Pound een grote bron van inspiratie.”

Hoe vindt u vrede en rust om te componeren?
“Die is er sowieso niet. Maar als ik componeer, ga ik overdag niet uit. Ik wil geconcentreerd blijven. Ik kijk alleen ’s avonds tv en lees dan de kranten. Sommige van mijn stukken vormen antwoorden op wat er in de wereld gebeurt. Ik denk dat Only the Sound Remains zo gezien kan worden. Geen vlucht, maar midden in de wereld. Ik heb niet echt een boodschap, maar hoop dat het mensen aan het denken zet over hoe we omgaan met verlies, met dood. In die zin is het stuk relevant. Maar nog veel meer dan iets vertellen wil ik ramen openzetten in uw geest.”

Only the Sound Remains is tot en met 29 maart te zien in Nationale Opera & Ballet in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Vorig artikel

Bioscopen vertonen Boris Godoenov

Volgend artikel

Nominaties GrachtenfestivalPrijs bekend

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

6Reacties

  1. Kees-Christiaan
    18 maart 2016 at 11:43

    Heeft iemand de voorstelling al gezien? Ga er volgende week heen. Ben zeer benieuwd naar de ervaringen.

  2. Rudolph Duppen
    19 maart 2016 at 10:08

    U kunt vandaag met 50% korting naar deze opera. Zie LMTS (Last Minute Ticket Shop).

  3. Maria
    20 maart 2016 at 20:47

    @Kees-Christiaan, Ik ben zaterdagavond naar deze opera geweest. Het is zonder meer prachtig. Heel mooi geënsceneerd, uitstekend uitgevoerd. Maar toch… Ik vond het nogal afstandelijk allemaal. Ik werd niet meegesleept in de – nogal etherische – verhalen (het is een tweeluik), met de muziek of met een van de personages. Het is mooi, maar ook een beetje clean. Dan heb je een prachtige avond en ga je toch met een beetje onbestemd gevoel naar huis. Ben benieuwd wat uw ervaring is. Want dit kan natuurlijk ook aan mij liggen.

  4. Jan de Jong
    21 maart 2016 at 12:47

    Ik kan mij wel in de reactie van Maria vinden. Wel vond ik aanzienlijk verschil tussen het eerste en tweede luik. De muziek van het tweede luik is sterker, spannender en fraai geschreven op de stem van Jaroussky.

    Jammer trouwens dat er nog steeds geen recensie van de opera is op Place de l’Opera, net zoals van Il matrimonio segreto.

  5. Shmulik
    21 maart 2016 at 13:08

    Ik ben er met Jan en Maria eens. Ook zaterdagavond geweest. Het is al de moeite waard voor Jaroussky (en Davone Tynes ook). Na de pauze vond ik het ook mooier, meeslepender enz. Sellars krijg je ‘kado’ bij.

  6. Kees-Christiaan
    23 maart 2016 at 08:07

    @Maria: ik ben u nog mijn ervaringen ´verschuldigd´ van mijn bezoek aan Only the Sound remains. Ik ben gisteravond geweest en om met de deur in huis te vallen: ik heb enorm genoten. Prachtige muziek vol verrassingen, prachtig gezongen en ook een mooi schaduwspel met het enorme schilderdoek dat op het podium hangt. Zowel het einde van Tsunemasa (voor de pauze) als Hagoromo (na de pauze) vond ik zeer aangrijpend, het liet me dus absoluut niet koud. In een recensie las ik dat Tsunemasa wel wat meer beweging had mogen hebben. Dat ervoer ik totaal anders. Er viel zoveel te beleven met de muziek, de zang en het schaduwspel, dat het voor mij nog wel wat ´stiller´ had gemogen. In tegenstelling tot de reacties van beide heren hierboven, vond ik Hagoromo (het gedeelte na de pauze) net iets minder, met name in het middenstuk raakte ik de draad een beetje kwijt, gelukkig was er dan altijd nog de danseres. Was het stuk in een kleinere zaal nog beter tot zijn recht gekomen (zoals wel is geopperd)? Het zou kunnen, maar alleen dankzij het enorme podium kon de engel aan het eind zo prachtig verdwijnen.

    Tot slot: het is grappig om na het bezoek aan zo´n verstilde voorstelling op deze site een recensie te lezen over de Vampyr door de Komische Opera uit Berlijn. Werelden die gelukkig naast elkaar mogen bestaan, maar het mag duidelijk zijn waar mijn voorkeur naar uitgaat.