Chailly laat orkest zinderen in Chénier
Voor het eerst in ruim dertig jaar stond Andrea Chénier weer op het programma van het Teatro alla Scala in Milaan, onder muzikale leiding van Riccardo Chailly. Een muzikale triomf, maar een dramatisch niet geheel overtuigende voorstelling.
Riccardo Chailly, de muziekdirecteur van de Milanese Scala, heeft zich ten doel gesteld elk seizoen te openen met een opera die het daglicht heeft gezien in het beroemde operahuis. Eerder was het de beurt aan Verdi’s Giovanna d’Arco en de (destijds geflopte) oerversie van Puccini’s Madama Butterfly. Nu werd Andrea Chénier van Umberto Giordano opgevoerd, die in 1896 op het podium van de Scala in première ging.
Dat Chailly een lans breekt voor de opera is niet verwonderlijk: hij kan als geen ander de muziek van Giordano laten sprankelen, zoals hij eerder op zijn opname van het werk met Pavarotti, Caballé en Nucci liet horen. De orkestleden in de bak schakelden onder zijn leiding moeiteloos tussen verstilde ingehoudenheid en overweldigende muzikale uitbarstingen.
Voor de hoofdrollen had Chailly een aantal uitstekende zangers tot zijn beschikking. Luca Salsi, vorig seizoen Rigoletto bij De Nationale Opera, zong een glorieuze Carlo Gérard. Zowel de woede als de vertwijfeling van zijn rol wist Salsi overtuigend te verklanken met zijn warme, Italiaanse stem.
Anna Netrebko vertolkte de rol van Maddalena uitstekend en betoonde zich uitermate geschikt voor verismo. Ze duikt wel vaak in haar borststem voor dramatisch effect, maar het zij haar vergeven. In de hoogte bloeit haar stem nog steeds glorieus op en ze weet haar geluid dramatisch uitstekend te doseren. Haar vertolking van ‘La Mamma Morta’ was het grootste kippenvelmoment van de avond.
In de rol van Andrea Chénier maakte Netrebko’s echtgenoot, Yusif Eyvazov, niet alleen zijn roldebuut, maar ook zijn debuut bij de Scala. Ik weet niet of het anders was bij de première (ik was bij de laatste voorstelling van de reeks), maar de gevreesde ‘loggionisti’ van het theater leken hem in hun armen te hebben gesloten.
Ergens is dat volkomen terecht: Eyvazov kan het nodige volume produceren, beschikt over ijzersterke hoge noten én kan uitstekend piano zingen. Hij heeft alles in huis voor een uitstekende Chénier. Zijn uitstraling is ook nog eens ontzettend sympathiek. De gunfactor is groot. Toch miste er iets: Eyvazovs klank is behoorlijk nasaal en blatend, en klonk in mijn oren simpelweg onaangenaam. Daarnaast lijkt de tenor elk dramatisch gevoel te ontberen. Hij stond er vooral bij als een zoutzak en geen enkel moment was de liefde tussen hem en Maddalena (nota bene vertolkt door zijn echtgenote) geloofwaardig.
Daarbij dient wel weer opgemerkt te worden dat de zangers nogal op zichzelf aangewezen waren in Mario Martones traditionele productie. De decors, de kostuums en de choreografieën van de massascènes waren een lust voor het oog, maar qua personenregie leek Martone vooral als verkeersregelaar opgetreden te hebben. En dat is funest voor een werk als Andrea Chénier, waarin een regisseur iedere seconde die hij aan karakterontwikkeling en -uitdieping kan besteden hard nodig heeft.
3Reacties
wat was ik daar graag bij geweest!!
Weet iemand of er een DVD of uitzending op tv komt?
@Annet: Misschien biedt Arte zijn stream nog aan? Ik kan me herinneren dat de première destijds in december te zien was.
Ik kan me goeddeels vinden in de recensie van Mevrouw Roling. Wel wat mild wat ze over Eyvazov schrijft. Zou hij daar gestaan hebben als hij niet met Trebs getrouwd was….?
Heb de door mij opgenomen uitzending van Arte van deze opera intussen maar weer verwijderd van de harde schijf. INderdaad saaie beelden en in vergelijking tot de Andrea Chenier die ik afgelopen zomer in München bezocht een veel mindere Chénier(toen Kaufmann)en ten opzichte van Anja Harteros geen betere Maddalena. Salsi zong in beide producties.