Youtube-portret: Mario del Monaco
Hij was één van de Italiaanse supertenoren van de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw: Mario del Monaco. Hij blonk uit in het dramatische tenorrepertoire en bracht menig hart op hol. Een portret in beeld. Met dank aan Youtube.
Del Monaco werd in 1915 geboren in Florence, in een rijk, muzikaal gezin. Zijn vader was muziekcriticus, zijn moeder zangeres. Hij begon met vioollessen, maar zijn passie bleek bij zang te liggen. Hij ging daarom zang studeren aan het Rossini Conservatorium in Pesaro.
Op het conservatorium ontmoette hij voor het eerste Renata Tebaldi, de sopraan waar hij later vele malen mee zou zingen. Maar het duurde even voor het zo ver was. Del Monaco kreeg de kans verder te studeren in Rome, maar verloor daar bijna zijn stem. Hij keerde daarom terug naar Pesaro, waar maestro Melocchi hem weer oplapte.
Het werk van zijn leraar was succesvol, want op 31 december 1940 maakte Del Monaco zijn officiële debuut, als Pinkerton in Puccini’s Madama Butterfly in het Puccini Theater in Milaan.
Hieronder zingt de tenor een aria van Pinkterton: ‘Addio fiorito asil’.
In 1941 trouwde Del Monaco met Rina Filippini, een jonge sopraan waarmee hij in Pesaro in de klas had gezeten. In die periode, de Tweede Wereldoorlog, moest hij in Italiaanse dienst, maar hij bleef wel zingen.
Dat leidde in 1946 tot zijn debuut bij het Royal Opera House in Londen. En daarna tot debuten bij alle grote operahuizen in de wereld, waar hij befaamd werd vanwege zijn krachtige stem en optredens in het dramatische, Italiaanse repertoire.
Del Monaco’s roem maakte van hem in de jaren ’50 en ’60 één van de vier Italiaanse supertenoren, samen met Giuseppe di Stefano, Carlo Bergonzi en Franco Corelli.
Zijn bekendste rol was Otello van Verdi. Sommigen beweren dat hij de rol meer dan 400 keer zong, anderen houden het bij 218, wat nog steeds veel is. De tenor werd in 1982 zelfs begraven in zijn Otello-kostuum.
Hieronder zingt hij ‘Niun mi tema’ uit Verdi’s opera, tijdens een voorstelling in Tokyo in 1959.
Del Monaco blonk niet alleen als Otello uit, ook zijn interpretaties van rollen als Canio (Pagliacci), Radames (Aida) en Chenier (Andrea Chenier) werden volop geprezen. Van alle drie de rollen hieronder een fragment.
Allereerst de rol Canio van Ruggero Leoncavallo. Hieronder zingt Del Monaco de aria ‘Vesti la giubba’. Het is aan het begin van zijn carrière.
Hieronder zingt Del Monaco ‘Celeste Aida’ uit Verdi’s opera Aida. Het is een voorstelling uit Tokyo, 1961.
Van de rol van Andrea Chenier hieronder een audiofragment van de aria ‘Come un bel di di maggio’.
Deze rollen en nog vele meer bezorgden Del Monaco de status van één van de grootste dramatische tenoren van de twintigste eeuw. Althans, volgens zijn aanhangers, want er was ook kritiek op zijn zang. Het zou niet subtiel genoeg zijn, puur kracht en volume. Magda Olivero, die met hem zong, zei bijvoorbeeld eens dat de tenor ‘gewoon geen piano kon zingen’.
Of de critic nu gelijk hebben of niet, onderstaande, afsluitende fragment laat horen dat hij zeker een fantastische stem had. Hij zingt ‘Cielo e’ Mar’ uit La Gioconda, een opname uit 1957.
5Reacties
Juist toen het bij me opkwam om te wijzen op de niet echt subtiele zangstijl van deze tenor die simpelweg geen piano kon zingen, las ik hierboven dat Magda Olivero er precies hetzelfde over dacht. Zie eens!
Hoe vaak heb ik bij Del Monaco (en ook bij Di Stefano!) al niet gedacht: had John Vickers deze rol maar gezongen, of Franco Corelli. Zo ook kort geleden.
Vermits ik al jaren verliefd ben op het koperen stemgeluid van Anita Cerquetti, was ik zeer gelukkig op internet de Cetra-DOC LP’s te vinden van Verdi’s vroege opera Ernani, opgenomen tijdens de zgn. ‘Muzikale Meimaand’ in Florence uit 1957, met Emidio Tieri aan de dirigeerstok. (Het jaar daarvoor zong zij er Don Carlos, eveneens uitgegeven op Cetra-DOC.) Het is deze Ernani waar zij achteraf met de meeste trots op terugkijkt, dus wie schetst mijn verbazing dat op het voorplat niet Cerquetti staat afgebeeld, maar Mario del Monaco in een van zijn gebruikelijke macho-poses. En tijdens het luisteren valt je telkens weer het contrast op tussen die volbloedige maar altijd subtiele interpretatie van Cerquetti en die brute, steeds met opzet te lang aangehouden replieken van Del Monaco. Wat HIJ krampachtig probeert te lijken, is Cerquetti van nature: een voor de dramatische rollen geboren zangtalent.
Toch is dat geen reden om Del Monaco tekort te doen, want hij kon beslist wel wat, om het maar eens hooghartig uit te drukken. Zo gedroeg hij zich wat beter (we blijven in stijl) tijdens de allerbeste Norma-opname ooit, nl. die met Callas en Simionato van 7 decenmber 1955 in het Scalatheater in Milaan. Ook de zwart-wit DVD (op VAI) van Carmen, wederom met Simionato maar nu tijdens een TV-uitvoering in Japan in 1959, toont hem van zijn beste kant. Op Legendary Recordings is er een LP-versie; ongetwijfeld zijn er ook CD’s te koop.
Here a little documentary in 6 parts about the INCREDIBLE MEGALOMANY of this INCREDIBLE TENOR: it is in italian, but I know you will understand all!
http://www.youtube.com/watch?v=NM7_eh2MH2k&feature=PlayList&p=A2F248116723AE78&playnext_from=PL&playnext=1&index=32
Prepare your DVD burner! This is collector’s material 🙂
Even een correctie voor de internetzoekers op namen: de dirigent bij Del Monaco’s Ernani van 1957 was niet Emidio Tieri, maar Dimitri Mitropoulos.
Mario Del Monaco is en blijft voor mij de meest fantastische tenor aller tijden.Maria.
wie hem nooit in de zaal heeft gehoord mag hem niet beoordelen, hij WAS de primo tenore van de jaren vijftig. Niet alle youtube fragmenten doen hem eer aan want ze dateren van de latere periode.