Opera van het Jaar 2015: Orphée et Eurydice
Orphée et Eurydice van de Nederlandse Reisopera is door de lezers van Place de l’Opera uitgeroepen tot Opera van het Jaar 2015. De productie kreeg meer dan de helft van de honderden stemmen die afgelopen week werden uitgebracht.
Er waren vijf producties genomineerd voor de titel Opera van het Jaar 2015, samengesteld op basis van de top 3-lijstjes van zestien operarecensenten en -kenners. Vier van hen hadden Orphée et Eurydice op nummer één gezet.
De lezers van Place de l’Opera konden van 22 tot en met 29 december meestemmen om de rangorde van de vijf geselecteerde producties te bepalen. Hieronder de volledige uitslag:
1. Orphée et Eurydice (Nederlandse Reisopera)
2. Lohengrin (Koninklijk Concertgebouworkest)
3. Dialogues des Carmélites (De Nationale Opera)
4. Benvenuto Cellini (De Nationale Opera)
5. Der Rosenkavalier (De Nationale Opera)
Met Orphée et Eurydice sloot de Nederlandse Reisopera zijn seizoen 2014/2015 af. De productie van regisseur Floris Visser oogstte veel lof. “Glucks beroemdste opera verandert in de handen van Floris Visser in puur goud”, schreef Place de l’Opera. “Een ontroerende voorstelling, waarmee de Nederlandse Reisopera zijn seizoen op een hoogtepunt afsluit.”
Visser reageert dankbaar op de winst van zijn productie. “De nominatie ervoeren wij al als eervol, en om dan met zo’n overweldigende meerderheid door het publiek verkozen te worden, is natuurlijk fantastisch. We zijn dan ook blij en trots.”
“Grote dank gaat uit naar mijn team: Dieuweke van Reij, Alex Brok, Pim Veulings en Klaus Bertisch”, vervolgt Visser. “Eveneens grote dank aan dirigent Roger Hamilton, onze fenomenale cast en crew, het koor Consensus Vocalis en HET Symfonieorkest. En dank natuurlijk aan de Nederlandse Reisopera en alle bijzondere mensen die daar werken, en in het bijzonder aan Nicolas Mansfield, voor zijn enorme vertrouwen en onvoorwaardelijke steun. Dank ook aan het publiek en allen die de moeite hebben genomen om te stemmen!”
Visser vertelt dat het ontwerpproces van Orphée et Eurydice niet gemakkelijk was. Het duurde lang voordat hij met zijn team “de sleutel tot ons concept” had gevonden. “Maar toen we die eenmaal gevonden hadden en het presenteerden aan de cast en de crew, bleek snel dat we op de goede weg zaten. Het was dan ook bijzonder om te ervaren hoe vol liefde, passie en loyaliteit alle betrokkenen werkten aan deze productie.”
Uit de reacties van bezoekers bleek dat Orphée et Eurydice de juiste snaar raakte. “Mensen wilden naar aanleiding van de voorstelling vaak hun persoonlijke verhaal delen”, zegt Visser. “Ik heb bijzonder intieme gesprekken gevoerd met bezoekers over het verliezen van je geliefde, de rouw, de pijn, de waanzin, het verdriet. Dat is waar het uiteindelijk ook om gaat. Ik zie dat niet alleen als de kracht van deze voorstelling, maar als de kracht van de kunstvorm als geheel en de fundamentele reden dat we dit doen.”
De redactie van Place de l’Opera feliciteert de Nederlandse Reisopera, HET Symfonieorkest, Consensus Vocalis, Floris Visser, zijn artistieke team, dirigent Roger Hamilton, de solisten Samuel Boden, Kristina Bitenc, Hanna Herfurtner en Bernadeta Astari en alle andere betrokkenen met het succes van deze productie en de indrukwekkende manier waarop de voorstelling de kracht van opera demonstreerde.
Op een later moment zal de redactie de award van Opera van het Jaar 2015 persoonlijk overhandigen.
5Reacties
🙂
DNO moet zich achter de oren krabben! Voor het vierde achtereenvolgende jaar valt DNO buiten de boot.
La troupe d’Orphée, een productie van OPERA2DAY, was Opera van het Jaar 2014.
Tristan und Isolde van de Nationale Reisopera was Opera van het Jaar 2013.
Madama Butterfly van Opera Zuid was Opera van het Jaar 2012.
@Leen: zou uw lijstje ook te maken kunnen hebben met een zekere sympathie voor de underdog? DNO is groot, duur, krijgt veel subsidie en lijkt overtuigd van ´eigen excellentie.’ Ze maken mooie producties (dit jaar bv. de ´remake´ Dialogues des Carmélites en Benvenuto Cellini). Toch bespeur ik bij mezelf veel meer sympathie voor de kleinere gezelschappen (die met veel minder mogelijkheden eveneens prachtige producties maken, net als u heb ik dit jaar genoten van de Reisopera). En die sympathie heeft zeker gevolgen voor mijn stemgedrag.
De verkiezingen zijn steeds voor de Opera van het Jaar, niet voor het sympathiekste gezelschap van het jaar. Men maakt een esthetische keuze, over de mogelijke andere invloeden is niets bekend, dat blijft gissen. Het lijkt me zinloos om daarover te speculeren, en het doet ook (ten onrechte) enigszins af aan de prestaties van de nummers 1 sinds 2012 (!). Dat DNO overtuigd is van “eigen excellentie”, zoals Onno stelt, is ongetwijfeld waar. Men laat niet na de “internationale toonaangevendheid” te benadrukken c.q. na te streven, maar verliest het in eigen land kwalitatief van regionale gezelschappen. In dat licht bezien ben ik het geheel eens met Leens opmerking dat DNO zich wel eens achter de oren mag krabben. Hetgeen ongetwijfeld NIET zal gebeuren. De voor het leven benoemde intendant Pierre Audi toont geen enkele zelfkritiek en communiceert niet met zijn publiek maar laat dit over aan een zwaar ondermaatse afdeling publiciteit die niet verder komt dan een beleid waarvoor men zich bij de Donald Duck nog zou schamen. Ondertussen “genieten” de operaliefhebbers van de ene pruts-Verdi na de andere.
Nee, die eerste plaatsen van o.m. Reisopera en Opera Zuid zijn dik verdiend. Gewoon de beste opera’s van de jaren 2012, 2013, 2014 en 2015.
Als mijn opmerking in welke mate dan ook afbreuk doet aan de winnaars sinds 2012 dan bied ik daarvoor mijn nederige excuses aan. Dat was vanzelfsprekend niet de bedoeling.