Don Giovanni bij DNO: enerverend maar cru
In de confrontatie met de dood kan geen mens zich verschuilen. Vanuit dat principe wil regisseur Claus Guth de raadselachtige figuur Don Giovanni blootleggen. Zijn filmische thriller berooft Mozarts andere personages echter van hun warmte. Dirigent Marc Albrecht spiegelde Guths aanpak zaterdag bij de première met een gedreven maar weinig sensibele lezing.
De laatste eigen productie van het kroonjuweel Don Giovanni door De Nationale (toen nog Nederlandse) Opera was bepaald geen succes. Wellicht uit angst voor een nieuw fiasco koos men in dit jubileumjaar voor een enscenering die zich al bewees op de grote podia van Salzburg en Berlijn. Maar tegenover juichende kritieken stonden destijds evenveel vernietigende reacties.
Het uitgangspunt van regisseur Claus Guth is nogal radicaal. Niet zozeer de setting in een fraai belicht nachtelijk woud op een ingenieus draaiplateau. Nee, de crux is dat de Commendatore Don Giovanni in de buik schiet, na met een verraderlijke stokslag op het hoofd te zijn uitgeschakeld.
De volgende drie uur (de actie ontvouwt zich in real time) zien we de Don langzaam bezwijken aan zijn wond. Hij blijft een berouwloze ploert, maar zijn dappere houding dwingt tegelijk respect af. Doorgaans wordt die onverzettelijkheid pas in de slotscène onthuld, maar hier tekent het de gehele voorstelling. Deze gedoemde libertijn wekt in de eerste plaats bewonderend mededogen. Guth maakt van ons allen Elvira’s…
Christopher Maltman bewees zaterdagavond hoezeer hij vergroeid is met deze productie. Moeiteloos domineerde hij elke scène met zijn charismatische ‘bad boy’-uitstraling en zijn krachtige, soms zelfs genadeloze baritongeluid. Ik had wel iets vaker het fluwelige piano willen horen waartoe hij ook in staat is. Zelfs de serenade kent een sinistere ondertoon: in de beklemmende wildernis lijkt de Don in plaats van het anonieme kamermeisje de Dood zelf te paaien.
Humor is er niettemin volop, met name in de slapstickachtige taferelen waartoe Leporello aanzet. De jonge Adrian Sâmpetrean kreeg de lachers op zijn hand met zijn hippe rapbewegingen, maar zijn amusante spel leek te verhullen dat zijn ronde bas-bariton niet veel kleurnuances bezit.
Meester en knecht zijn beiden drugsgebruikers, suggererend dat alles wat volgt ook een hallucinatie kan zijn. Van het bij Mozart cruciale standsverschil blijft zodoende niets over. Waarom zou een respectabel bruiloftsgezelschap zich laten koeioneren door een stel junkies?
Zerlina, een rol van de charmante maar enigszins geknepen sopraan Sabina Puértolas, zwicht dus niet uit ontzag voor de Don. Behalve in het duet is ze ook in de finale van akte één een willig slachtoffer, en haar geschokte gegil blijkt slechts een reactie op het bloed van de Don op haar witte bruidsjurk. In haar eerste poging Masetto (de frisse bariton Iurii Samoilov) te kalmeren, benut Zerlina zelf weinig subtiele verleidingstechnieken. Wroeging ontbreekt, evenals oprechte tederheid in haar tweede aria.
Nee, het zwakke geslacht komt er niet florissant af in deze productie. Donna Anna ontpopt zich zelfs als een vals secreet. Tijdens Leporello’s openingsaria stoeit ze schaamteloos met de ongemaskerde Don Giovanni, die haar daar later meermaals aan herinnert.
De bekende suggestie dat Anna’s wraakzucht een heimelijke passie verhult, trekt Guth in het extreme door. Haar relaas van de verkrachting is één grote leugen en haar roep om gerechtigheid lijkt vooral ingegeven door jaloezie. Na een verward ‘Non mi dir’ verdwijnt ze met Ottavio’s pistool uit beeld. De afloop laat zich raden. De coloraturen hadden hier wat strakker gemogen, maar Sally Matthews gaf met haar weelderige en toch jeugdige sopraan een prachtige vertolking, hooguit iets te veel geneigd tot forte.
Don Ottavio is deels de gebruikelijke jandoedel, maar vertoont ook behoorlijk agressieve trekjes. Het is alsof dit menselijker portret van Don Giovanni diens kwalijke eigenschappen versterkt doet terugkomen in de overige personages. Ondanks de aangekondigde Weense versie werd Juan Francisco Gatell ‘Il mio tesoro’ gegund, waarin hij met zoete maar niet weke toon de beruchte brugpassage nipt op één adem zong.
Naast Gatell toonde Véronique Gens in mijn oren de meest voorbeeldige Mozart-stijl. Haar Elvira ontkwam met moeite aan het cliché van het opgewonden burgertrutje, maar ‘Mi tradì’, gezongen boven de stervende Don, had enorm pathos. De stem heeft mogelijk iets aan glans verloren, maar fijnzinnige versieringen getuigen van haar grote barokervaring. Overigens wordt Gens in drie voorstellingen vervangen door Anett Fritsch.
Pathos was er ook in de finale van akte twee, waarin Leporello tussen alle grollen door zijn creperende meester terzijde staat, zoals Kurwenal Tristan. Intussen blijkt de niet-dode Commendatore alvast het graf te delven. Met imposante bastonen noodt de boomlange Mika Kares Don Giovanni tot zijn ondergang. Bijna als een verlossing (lust en doodsverlangen zijn immers verwant) valt de schurk ter aarde.
Dirigent Marc Albrecht dreef hier in zijn allereerste Don Giovanni de spanning naar een hoogtepunt, waarop het moraliserende sextet inderdaad een enorme anticlimax zou vormen. Toch vond ik de weglating muzikaal gezien spijtig. En hoe vurig het Nederlands Kamerorkest ook speelde, in de lyrische gedeelten miste ik souplesse en verfijning. De samenwerking tussen podium en orkestbak verliep (nog) niet altijd vlekkeloos en de grote ensembles klonken mij soms rommelig in de oren.
Mijn ideale Mozart-vertolker is Albrecht niet, maar zijn kwaliteiten in (laat)romantisch repertoire zijn onomstreden. Gelukkig kunnen we voorlopig van hem blijven genieten: vlak voor de voorstelling werden de handtekeningen gezet onder een contractverlenging. Hij blijft tot 2020 aan bij het Nederlands Philharmonisch Orkest en De Nationale Opera.
Don Giovanni is tot en met 29 mei te zien in Nationale Opera & Ballet in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.
70Reacties
De coloraturen van Sally Matthews hadden “wat strakker” gemogen? Dat is uitermate vriendelijk uitgedrukt. In “Forse un giorno il cielo ancora” waren de coloraturen eenvoudigweg niet om aan te horen.
En “iets te veel geneigd tot forte” is net zoiets als Donald Trump “nogal ongenuanceerd” noemen. Sally Matthews is eenvoudigweg geen Donna Anna. Een miscast. Zij ontbeert de dramatische kwaliteiten voor de rol en als zij haar best doet in “Or sai chil onore” is ze niet zozeer “geneigd tot forte” maar klinkt ze gewoon lelijk schel. Ook zou het enorm helpen als haar dictie wat helderder zou zijn.
De mannen waren inderdaad beter bezet, dan de dames. Zowel Matthews als Gens zingen helaas niet meer zoals ze tien jaar geleden zongen en de Zerlina vond ik een teleurstelling. Het is, volgens mij, helemaal niet moeilijk om een charmante Zerlina te vinden die kan zingen, acteren en die genoeg volume heeft om de zaal te vullen. Deze dame ontbeerde al deze kwaliteiten. Zerlina is juist een rol waarin je interessant talent kan laten horen en een onbekendere naam kan neerzetten. Echt een gemiste kans.
Don Giovanni vond ik als geheel fantastisch in deze setting. En wat zingt en speelt die Maltman geweldig! Een must-see.
`.. de beruchte brugpassage nipt op één adem zong`.
Meer dan een dikke halve eeuw geleden las ik Leo Riemens` bewonderende vermelding dat John McCormack de bewuste passage in één adem zong. Sindsdien ben ik jarenlang de namen gaan noteren van zangers bij wie deze prestatie eveneens te horen viel. Ik zal tot `n handjevol gekomen zijn toen ik er mee ben gestopt: Werner Hollweg nam de passage plús de hele daarop volgende frase voor zijn rekening en wel met overweldigende overmacht.
Don Giovanni is de Grote Boze Wolf
http://www.operagazet.be/artikels15/nl/amsterdam2.htm#don_giovanni
Op de website van ROH staat een artikel over het wel of niet uitvoeren van het slotsextet http://www.roh.org.uk/news/the-finale-mystery-ending-don-giovanni
Hopelijk gaat het genieten van Mozarts onsterfelijke klanken verder dan het bijhouden of zangers frases al dan niet in één adem zingen.
Hele mooie en goed geobserveerde recensie Martin!
Goed voor de continuïteit dat Albrecht heeft bijgetekend, maar persoonlijk hoop ik dat hij zich meer richt op waar hij goed in is (Strauss en modern werk) en de rest meer aan de experts overlaat.
Productie vond ik een van de mindere Don Giovannis die ik gezien heb. Beste waren denk ik Herheim in Essen, Konwitschny in Berlijn en… Kirchner in Amsterdam 🙂
Niets gaat te ver of is te gek voor operafanaten die tevens stemmenfreaks zijn, Maarten-Jan! Serieus: u zult met me eens zijn dat het HOE van het WAT essentieel is in de kunst. Als de bewuste passage plus de daarop volgende frase met een uitdrukkingsloos en spichtig stemmetje op één adem was gezongen zou dat een potsierlijke Ottavio hebben opgeleverd.
Een aantal kranten is behoorlijk kritisch maar geeft toch 4****. Ik zal deze voorstelling aan mij voorbij laten gaan.
Ik was het qua Saaly Matthews meer met Opera Gazet en Keegel eens dan met Toet. Geen goede Donna Anna. Geen Edda Moser!
In het programmaboek van de Harnoncourt/Kirchnerproductie uit 1988 staat ook een interessant artikel over de verschillende versies van Don Giovanni van de hand van Christof Bitter. Hij pleit vurig voor de Praagse versie vanwege de uitgebalanceerde architectuur van het werk in zijn oorspronkelijke opzet. Daarbij zit dan nog een relativerende aanvulling van Nikolaus Harnoncourt, die blijk geeft van zijn verfrissende realiteitszin voor Mozart als componist en uitvoerder.
Ik herken wat Rudolph Duppen constateert: ook Het Parool legt enkele krankzinnigheden in de regie bloot (“ooit meegemaakt dat er tijdens een picknick wordt aangeklopt”) om er vergoelijkend overheen te stappen. En veel kranten plaatsen meer of minder ernstige kanttekeningen bij Matthews zonder hier de conclusie uit te trekken.
I attended the performance on Tuesday, 10 May. Having read the reviews on this and other websites, I was a bit concerned.
Luckily, I enjoyed the performance very much, and I found both Donna Anna and Donna Elvira perfectly cast and their voices – at least yesterday evening – were in good shape.
Even if we are talking about professionals and there are of course dress rehearsals, I have come to the conclusion that later performances of a series are often better than the premieres, even if the press mostly attends the premieres only…
Of the last opera performances I saw at the Amsterdam Opera (the others being Zauberfloete and Haensel and Gretel), this was definitely the best cast. Don Giovanni was very good, so was Leporello. The others fell a bit off, I found Zerlina the weakest member of the cast.
As for the staging, I did enjoy the reading, with the expection of Don Giovanni’s wounds, which did not make sense to me.
Overall a great night, 4 out of 5 stars from me as well.
In mijn omgeving tot nu toe alleen maar enthousiaste reacties , van mensen die een heerlijke opera avond hadden en volop hebben kunnen genieten van de mooie , rustige enscenering ,zonder te veel onnodige poespas , en van die prachtige muziek !!!
Dat smaakt naar meer
Als er nou één enscenering vol zit met een overdaad aan volstrekt onnodige poespas, dan is het deze wel. “In mijn omgeving” vielen ons meteen op: een poespas buikwond bij de Don, een stomende poespas automobiel, een poespas bushalte, een poespas kettingrookster, twee poespas junkies en een poespas picknick. Poespas die uiteraard op generlei wijze op het conto van Da Ponte of Mozart geschreven kan worden. We zullen de stimmlichte miscast van Donna Anna uit respect maar niet onder de noemer “poespas” brengen.
Iets anders: De Volkskrant heeft het over een “subliem” en Opera Gazet over een “meesterlijk” Nederlands Kamerorkest. Waaran acte.
helemaal mee eens mijnheer Keegel,dit is echt heel erg volstrekt tegen de tekst in aan het slot wordt over vuur en rook gesproken (GEZONGEN) maar er was geen vuur en rook heeft iemand wel eens in het bos op een deur geklopt??? Die auto sloeg ook nergens op was alleen maar lachwekkend.
Donna Anna met haar wraak terwijl ze allang weet dat het de Don zelve is. Qua bezetting ja viel mij Maltman ook erg tegen maar ja in zo een regie kan het ook niet anders ligt en zit de hele avond op de grond.
Veronique Gens was de enige die weet hoe Mozart gezongen moet worden heb een geweldige Mi tradi gehoord en de tenor Juan Francisco Galetti schitterend zijn beide aria s genoten ook van de Leporello man heeft pracht stem en een goede acteur.
Het meest genoten inderdaad van het orkest heerlijk weer eens een ouverture met gesloten doek zonder fratsen dank Marc Albrecht fijn dat je nog bijgetekend hebt.Hoop op wel meer dan nu komend seizoen maar 2 x aan de bak.
jammer. En hij had het slot sextet moeten doen wie is nu de baas over de muziek nee niet de dirigent..
Wachten weer op revanche Don Giovanni eerst de beddenshow en nu het bos.
sorry bedoelde dus de regisseur ipv dirigent.
Je beoordeling van een productie is zo afhankelijk van de leeftijd en levenservaring van de bezoeker en vooral van het vergelijkingsmateriaal waarover hij of zij beschikt.In het geval van Don Giovanni, een overbekende en veel uitgevoerde en ontelbare malen opgenomen opera is het helemaal moeilijk. De ervaren operaliefhebber heeft al gauw tientallen producties van deze opera gezien in binnen en buitenland en zal dus de lat behoorlijk hoog leggen bij zijn of haar beoordeling.
Dank Rudolph voor deze prachtige analyse! Ik heb gemerkt dat mijn lat bij Don Giovanni behoorlijk hoog ligt en dat ik daarom minder heb genoten van deze Don Giovanni dan andere bezoekers.
inderdaad heer Duppen,mijn lat ligt ook zeer hoog na diverse Giovanni s. Een der beste hier bij de opera was nog bij de oude opera die met Scipio Colombo en Fritz ollendorf met o,a Maria van Dongen Mizzi van der Lanz o,a
Toch mijn mooiste die van deWienetStaatsoper met Jundula Janowitz, Anton Dermota.
Maar voor mij nog steeds de mooiste DON is Scipio Colombo
My personal favourite (CD):
München 1973: Raimondi, Price, Varady, Popp, Moll, Sawallisch.
One of my unfullfillable dreams: to have heard Lucia Popp live!
This (live) CD has only been released in 2015 – what a find.
Ik merk ook dat de minder ervaren operabezoekers, mensen die Don Giovanni nog niet zo vaak zagen, zeer enthousiast zijn over de voorstelling en weinig kunnen met mijn bezwaren tegen sommige zaken (vooral het schrappen van het slotsextet vind ik zeer teleurstellend, al was het voor deze productie nodig en voert men het stuk in Praag altijd zo uit).
Ik moet zeggen dat ik de voorstelling wel intrigerend vond met een goede dramaturgie. Muzikaal valt er ook best veel te genieten. ik ben blij dat ik nog een keer mag.
Uiteindelijk is de conclusie misschien ook wel dat dit stuk onverwoestbaar is.
Sommige mensen kunnen geen jaar zonder een Matthäuspassion. Ik zorg dat ik minstens eenmaal per jaar Don Giovanni live meemaak. dat is dit en komend seizoen in Nederland goed te doen. 🙂
Mijn favoriet van bijgewoonde voorstellingen? Gardiner in het Holland Festival. Onvergetelijk. Meteen gevolgd door Harnoncourt. Mijn eerste Don, en überhaupt één van mijn eerste operavoorstellingen.
Favoriete bijgewoonde voorstelling: Harnoncourt DNO, gevolgd door Colin Davis ROH ihkv Mozart Festival 1981, vanwege Raimondi, Van Allen, Janowitz, Te Kanawa, Burrows. CD: mag ik een paar ongenoemden noemen? Pinza, Fischer-Dieskau, Wächter, de magnifieke Ghiaurov met zijn fluwelen legato.
Mijn favoriet op cd?
Josef Krips, Wenen 1955. Magisch. De dames, waaronder Lisa della Casa als Elvira, zijn ijzersterk en Cesare Siepi was terecht de Don Giovanni van zijn tijd. Fernando Coreno als Leporello is ook sterk.
Het is niet de meest dramatisch uitvoering die ik ken, maar wel de meest Weense: ongelofelijk muzikaal en met een verbluffend raffinement. Pure Mozart.
Ik heb genoten van deze avond Don Giovanni, en ik denk vele bezoekers met mij ook. Waarom toch altijd dat vergelijken met andere producties.
@lodie: operafanaten zijn zowel Don Giovanni`s (altijd op jacht) als Leporello`s (Geschiedenis, Favorieten).
Iodie. Als je niet vergelijkt weet je ook niet wat kwaliteit is. Als je alleen maar coca cola kent hoe moet je dan leren om een goede wijn te appreciëren. Alles staat of valt met vergelijking. Dat geldt voor boeken. muziek, schilderen etc. In de kunst en de wetenschap wordt altijd vergeleken anders kun je nooit een hoger niveau bereiken.Ik moet vaak denken aan Harold Rosenthal, de vroegere hoofdredacteur van het toonaangevende, Engelse tijdschrift “OPERA”. Zijn fabuleuze geheugen gepaard aan een groot kritisch vermogen en een vlijmscherpe pen maakte hem tot en alom gerespecteerd criticus. Hij kon zijn taak alleen maar uitoefenen omdat hij over enorm veel vergelijkingsmateriaal beschikte.
@lodie, Heeft U waarschijnlijk nooit de tekst gelezen.
En nooit een Giovanni gezien denk ik.
Want vindt U het ook nioetb vreemd dat er in een bos op de deur wordt geklopt
Het gaat over vuur en rook op het eind, niets daarvan .
Die schotwond hoort ook helemaal niet en zo meer.
Als U weer eens naar de opera gaat wel eerst het verhaal goed doornemen.
Bedoel dit niet kwaad,maar lees eerst alles goed..
Fijn dat U toch genoten heeft.
Waarom reageert niemand op Scipio Colombo toch een der beste Giovanni s ooit is deze man zo snel vergeten bij onze operamensen???
Heeft toch veel betekend hier bij de oude opera.
Luister eens naar zijn Renato in de opname met Gre Brouwenstijn,dit was opera. Jajaja
Mijn vrouw voelde zich het bos in gestuurd maar ik was al blij niet in een beddenhal verzeild te zijn geraakt. Heb geprobeerd me niet door de regiefratsen van de wijs te laten brengen maar me te focussen op de niet geringe zegeningen: allereerst de superieure Mozartlezing van Marc Albrecht en het al even superieur spelende
Ned. Kamerorkest. Vervolgens de schitterende zangers, zij het dat de mannen superieur waren aan de dames. Het Totale Mozartgesamtkunstwerk was het dus niet en ik kan me dan ook goed vinden in de vier sterren die deze DNO-Don Giovanni in de meeste landelijke dagbladen opleverde.
PS
Albrecht-aanpak: inderdaad à la Harnoncourt, Olivier Keegel. (Stevig
dramatisch, liefdevolle, fijnzinnige nuanceringen.)
Meneer Horsmeier natuurlijk herinner ik me Scipio Colombo bij de oude Nederlandse Opera in het seizoen 1963-1964. Het was mijn eerste Don Giovanni en Scipio Colombo maakte grote indruk als aartsverleider. Bernard Haitink dirigeerde, geloof ik één van zijn eerste opera’s. Later nog gevolgd door o.a. Der Fliegende Holländer en Don Carlo. Er waren toen vaak 2 of 3 bezettingen voor één opera. De Nederlandse Opera hanteerde toen niet het Stagione systeem maar het repertoire systeem.
Helemaal mee eens Iodie !
Misschien ook omdat wij er in 1963/ 64 nog niet bij waren !!!!!
Dank U Mevrouw Laura voor uw zeer gefundeerde oordeel!!!!. Smaak ontwikkeling is inderdaad een kwestie van jaren.
Ach hoe mooi zou het zijn om de opera’s van Mozart weer voor het allereerst te horen. Dat zijn onherhaalbare maagdelijke ervaringen waarbij je betoverd wordt door de muziek alleen.
Ja ook ik ga onbewust zitten vergelijken. Gisteren nog bij een geënsceneerde Zauberflöte olv Ivan Fischer in het Concertgebouw. Dan denk ik: dat deed Gardiner in 1995 zoveel beter, met het orkest op het podium als het centrale kloppende hart van de voorstelling, en een passerel voor de zangers ervoor.
Maar gisteren bij Fischer ook een leuke avond, al was het maar omdat de voorstelling met zoveel aanstekelijk plezier werd gebracht.
waarom lees ik niets over deze Zauberflote en ook niets over La Straniera van vorige week in de Matinee.
Meneer Horsmeier. Zie mijn eerdere reacties op de aankondiging van La Straniera en het antwoord van de redactie van Place de L’opera.
Ik vraag mij af wat de mededeling “ik heb ervan genoten” voor waarde heeft wanneer men niet aangeeft WAAROM men ervan genoten heeft. WAAROM bijvoorbeeld de feilen die Chris Horsmeier zo treffend opsomt, blijkbaar geen bezwaren zijn. Op de vraag “waarom toch altijd dat vergelijken” antwoordt mevrouw Laura “Misschien ook omdat wij er in 1963/ 64 nog niet bij waren !!!!!” Afgezien van het niet goed te begrijpen “ook” en ondanks de veronderstelde overtuigingskracht van de vijf onmachtige uitroeptekens, een curieuze reactie op een site die gewijd is aan opera. Ik ga hier volledig mee met de heren Duppen en Roetman. Wij debatteren hier over opera, jong en oud, met meer of minder operabagage. Je afsluiten van de ervaringen van anderen omdat die ander wel en jij bepaalde zangers/uitvoeringen niet kent, heeft een uitzonderlijk hoog Sylvana Simons-gehalte.
Voor de snobistisch intellectualistische operaliefhebber vergt het enig inlevingsvermogen dat veel mensen “gewoon” iets mooi vinden of niet en daar niet altijd een welomschreven argumentatie voor geven.
Ik heb gisteren een vriend van me meegenomen naar de opera. Hij had nog nooit Don Giovanni gehoord of gezien (en hooguit een tiental opera’s in zijn leven). Hij heeft dus niet veel vergelijkingsmateriaal. Hij vond het geweldig en ik heb hem gevraagd wat hij mooi vond. Zijn antwoorden waren totaal niet gebaseerd op vergelijking, maar gewoon op wat hij net beleefd had. Dat deed mijzelf weer heel anders kijken – gevangen als ik ook vaak ben in de vergelijking met wat ik eerder heb gezien.
De vraag is dus of opera gemaakt wordt voor een puristische elite, een voorhoede, waar de rest van het operaplebs maar naar moet streven om ook toe te gaan behoren? Of is opera simpelweg voor iedereen die ervan kan genieten? Om rationele, sentimentele, emotionele redenen, of welke reden dan ook, al dan niet helder geformuleerd?
Opera ook is veel meer dan een uitvoeringsgeschiedenis.
Er is tot nu toe niemand die gevraagd heeft waarom Lodie genoten heeft van deze opera?
Lodie, kun je vertellen wat je aansprak in de voorstelling?
Paar redeneerfoutjes. Niemand heeft ooit beweerd dat een opera niet “gewoon mooi” gevonden mag worden. Wel vroeg ik mij af wat de communicatieve waarde is wanneer van deze innerlijke vreugde op Place de l’Opera zonder toelichting melding wordt gemaakt. Trouwens,omtrent de redenen waarom de opgemelde vriend van heer De Jong “het geweldig” vond, komen we ook weer niets te weten.
“De vraag is dus of opera gemaakt wordt voor een puristische elite”, aldus heer De Jong. Welaan, dat is de vraag in het geheel niet (k op d) en zeker niet “dus”. “Puristisch” is natuurlijk een deftig woord, en fijn om zo af en toe eens te gebruiken, maar slaat in dit verband helaas ook nergens op (K op D). En wat betreft “Opera is veel meer dan een uitvoeringsgeschiedenis”: een open deur intrappen kan heel bevrijdend werken, en ik gun iedereen die opluchting van harte.
Tja, waarom heeft niemand Lodie op schoot genomen en gevraagd wat er nu allemaal zo prachtig was in het Don Giovanni Sprookjesbos? Een prangende vraag, die ons weer eens confronteert met de keiharde maatschappij waarin we leven. Niemand vraagt elkaar meer iets! Gelukkig is heer De Jong uit ander hout gesneden. Ik beken schuld en sluit me onvoorwaardelijk aan bij de vraag “Lodie, kun je vertellen wat je aansprak in de voorstelling?” Mag in eigen woorden.
helemaal mee eens dat wil ik ook wel even weten. Ben benieuwd.
Paul Korenhof zet de opera in historisch perspectief en heeft een lange lijst vragen die deze productie oproept. Zie Opusklassiek.
@Leen Roetman: dank voor de Opusklassiek tip.
Buitengewoon interessant artikel van Paul Korenhof op Opusklassiek. Bedankt voor de tip.
Ik heb me toch laten overhalen de voorstelling te bezoeken gisterenavond. Ondanks de vele inconsequenties in de regie heb ik toch van de voorstelling genoten. Solisten, dirigent en orkest waren zeer goed op elkaar ingespeeld.
Sally Matthews, niet bepaald mijn favoriete zangeres, wist haar stem prachtig donker te kleuren en had geen enkele moeite met de hoogte. Ronduit een verrassing was Anett Fritsch.Ze wist volledig te voldoen aan de vocale eisen die Mozart haar stelt. De andere zangers waren zeer goed op dreef en acteerden ook overtuigend.Het slot vond ik echter teleurstellend.De sublieme muziek die in de open orkestbak klonk had geen theatraal equivalent op het toneel.Het hele Gothic element was trouwens uit de opera verdwenen.
Als opera liefhebber accepteer je de conventies van het genre maar je moet tegenwoordig bij veel moderne producties ook vrijwillig je ongeloof opschorten.
Dan heeft Sally Matthews zich razendsnel tot dramatische coloratuursopraan weten te ontwikkelen, die zij bij de première nog niet was!
Meneer Keegel. Ik was ook stomverbaasd. Sally Matthews heeft me dit keer aangenaam verrast. Het kwam er schijnbaar moeiteloos uit.
(Iets later dan gepland, maar op verzoek hier een kleine recensie van mijn ervaring van 21 mei)
Een gewaarschuwd mens telt voor twee: er waren al een aantal mensen die zich met name over de enscenering niet positief hadden uitgelaten. Ik had mijn kaartje al maanden tevoren gekocht: live Don Giovanni behoeft voor mij niet meer sales pitch dan de titel.
De kritiek op de enscenering is naar mijn mening honderd procent terecht. Het hele stuk speelt in een donker naaldbos (nu ik er wat later over nadenk dan mijn eerste impressie: een naaldbos in Sevilla? Het is Don Giovanni, niet Herr Johann toch…) waar al na enkele minuten elke poging tot enige tijdsloosheid teniet wordt gedaan door een volkomen overbodig gebruik van een mobiele telefoon. (Dat kreeg lachers uit de zaal, maar half ongemakkelijk; ook is het mijn mening dat Don Giovanni meer dan voldoende humor bevat op zichzelf – en indien niet: dat de bedoeling dan toch niet zou zijn er een klucht van te maken)
Het gewond raken van Don Giovanni zonder dat daar in de tekst iets over staat en hoe dat in het stil spel / de uitbeelding een rol blijft spelen: snap ik niets van, overbodig en incorrect en het veranderd de hele dynamiek van het stuk: Giovanni hoort niet na 15 minuten al aan het sterven te zijn en is in het script koppig als Il Commendatore hem uitnodigt spijt te betonen en boven te komen eten.
Leporello als junk, de heroine, wiet en alcoholgebruik suggestie, volkomen raadselachtig waar dat vandaan komt. Een moralistische toevoeging van de regie: de Cassanova kan zich ook op andere gebieden niet inhouden? Het helpt niet bij de geloofwaardigheid.
Zoals heel veel daar niet aan helpt: Giovanni is een edelman, maar leeft in een bos als junk, zijn souper is een picnick. Die picknick is w.m.b. het dieptepunt in de enscenering. Er wordt “aangeklopt” bij een bospicknick. Er moet toch iemand die met deze waanzinnige exceritie bezig was hebben ingezien hoe belachelijk dat is? Over een binnen / gebouw spreken met ramen enzovoorts terwijl je buiten tussen de bomen zit? Dat werkt toch niet?
Ik laat de hele auto even buiten beschouwing. Die was onnodig, maar niet ongeloofwaardig: niet in de mate van de andere bovengenoemde vrijheden die de regie zich verschaft.
De slotscene stelde teleur om een aantal redenen: zoals al genoemd de picknick, maar nog meer het gebrek aan vuurwerk. Dat mag zowel figuurlijk als letterlijk worden opgevat, zoekt u op youtube maar eens wat Don Giovanni “Il Commendatore”-scenes op om te zien wat ik bedoel. De hel komt Giovanni halen en er klinkt versterkte, opgenomen(?) zang uit de speakers (doodzonde w.m.b., als de Stopera geen gelegenheid biedt om het koor “van onder” te laten komen had hen dan als demonen aangekleed en achterop het podium gezet) hij geeft een schreeuw en gaat er mak bij liggen.
Had u nu al dat budget van die auto en de vonken die daar vanaf sprongen toen die pech had hierin gestoken dan was dat een stuk geloofwaardiger geweest.
Muzikaal dan, het gaat tenslotte om de muziek (en hier in het bijzonder, want het laakt aan veel anders.)
Het orkest o.l.v. Albrecht had ik weinig op aan te merken: men speelt de ijzersterke muziek bijna overal in balans en doet het recht. Maltman als Don Giovanni is fantastisch – niets dan goeds over. Als hij in de eind scene de commendatore maant tot spreken: “Parla parla…” in het bijzonder. Leporello, Adrian Sampetrean, was ook erg erg goed! De Donna Anna schitterde niet, en op die punten waar zij prachtige corolaturen heeft gekregen van vriend Amadeus was het zeker slechts een matige voldoende waard wat mij betreft. Daarentegen was ik van Donna Elvira (in mijn geval Anett Fritsch) wel onder de indruk. Zij speelde ook overtuigend. De Zerlina was niet slecht, maar niet krachtig genoeg om de hele zaal te overtuigen. Ik zat op rij acht en vond dat al. De aria “Bati bati” brengt mij in mijn uitvoeringen op cd van Jacobs of die van Giulini regelmatig tot tranen, maar hier was hoogstens herkenning: oh ja, dit is heel mooi, maar het komt er niet uit.
Andere conclusies die volgen uit deze performance:
– Mozart’s muziek kan (bijna) alles hebben. Als het muzikaal grotendeels in orde is dan kan je in de meest vreemde regie een muzikaal mooie avond beleven.
– Mozart hoort in elke top-drie opera componisten. Wat een onsterfelijk goede muziek.
Had deze uitvoering concertante geweest en een wat bescheidener prijskaartje gehad, met een andere Donna Anna, was ie waarschijnlijk beter geweest.
Nog een opmerking – ter aanvulling en op verzoek – bovenstaand verhaal komt van iemand die drie jaar klassieke muziek luistert (wel vermoedelijk bovengemiddelde fanatiek), zonder het van huis uit te hebben meegekregen, dus autodidact. Dit was mijn tiende of elfde opera bezoek (waarvan er zeven dit jaar waren) en ik ben eenentwintig jaar oud. Ook iemand die zich nog niet tot de “oude rotten en meest doorgewinterde luisteraars” kan rekenen kan kritiek hebben en het niet zomaar klakkeloos mooi vinden met een “ja en amen” dus.
@Bas: ik zal niet de enige zijn die na bovenstaande `recensie op verzoek` hoopt nog vele commentaren van jouw hand te mogen lezen!
Kennelijk was de uitvoering op 24 mei j.l. een uitschieter voor Sally Matthews.Verder ben ik het bijna volledig eens met het verfrissende commentaar van Bas. Moge er nog vele reacties van hem volgen.
Zoals ik al eerder schreef toen ik een Nederlandse vertaling probeerde te geven van de vaak verkeerd geciteerde uitspraak van Samuel Taylor Coleridge uit de Biographia Literaria (1817):” That willing suspension of disbelief for the moment that constitutes poetic faith”. Dat vrijwillig opschorten van je ongeloof is noodzakelijk voor je een moderne opera productie bezoekt anders erger je je de hele avond aan alle ongerijmdheden.
Waar zijn de vorige 50 reacties gebleven? Ik zie ze niet meer staan!
@Leen: Thank God:-)
@Gerard: nou, voor mij zijn de reacties de poten van duizendpoot Place de l`Opera! 🙂
@Rudolph: ik heb uw vorige bijdrage niet gelezen en vind deze ook niet meer terug. Maar volgens mij heeft Samuel Taylor Coleridge het met zijn uitspraak over onverklaarbaarheden, niet over ongerijmdheden.
Een essentieel verschil, ook met het oog op deze Don Giovanni.
Onverklaarbaarheden hoeven niet te storen, ongerijmdheden doen dat wel.
@Kees-Christiaan: Ik heb het citaat enigszins opgerekt. In de loop der jaren heeft het citaat ook een enigszins andere betekenis gekregen. Nu betekent het ongeveer:a willingness to suspend one’s critical faculties and believe the unbelievable; sacrifice of realism and logic for the sake of enjoyment.
Paul Korenhof heeft het tweede deel van zijn analyse van deze productie op Opusklassiek geplaatst.
Echt smullen, die reflecties van Paul Korenhof op Mozarts meesterwerk en de versie die in Amsterdam te zien is. Klasse.
Bedankt voor de tip.Peter Franken heeft trouwens in het laatste vrienden bulletin van de Vereniging Vrienden van de Nationale Opera een zeer interessant artikel geschreven onder de titel: Van regietheater naar regisseurstheater, hoe verder? Waarschijnlijk omdat hij afscheid neemt als eindredacteur is hij zeer uitgesproken. Ik citeer: Men kan als operaproducent nog zo geporteerd zijn voor de werkwijze van een bepaalde regisseur, ongeacht of het grote publiek die zienswijze deelt, het is niet verantwoord zo iemand carte blanche te geven.Het maken van opera balanceert op de rand van geïnstitutionaliseerde kapitaalvernietiging, gelet op de hoge kosten voor een beperkt aantal voorstellingen, wat het imperatief maakt dat het “huis” tenminste in zaken met directe gevolgen op financieel gebied het laatste woord heeft. Einde citaat.
DNO schermt met een citaat van ‘Mostly Opera’: ‘Claus Guth has indeed created a masterpiece. Without doubt the best staging of Don Giovanni I have yet seen’ . Ik heb het even opgezocht, maar de blogger van Mostly Opera geeft nergens een onderbouwing daarvoor. ‘His psychological insight is immense.’
Waarom horen we niet van Pierre Audi wat zijn redenen zijn om deze controversiële productie te contracteren?
Inderdaad een schitterende analyse van Don Giovanni door Paul Korenhof op Opusklassiek.De vraag is nu alleen nog had Donna Elvira haar OV chipkaart wel bij zich toen ze in het bushokje zat?
Holy Moses! Die analyse van Paul Korenhof…. Hoe volstrekt dodelijk kan een mild gehanteerd fileermes zijn. Claus Guth eerst in twee, dan in vier, en ten slotte in 256 stukjes gesneden. Met ijselijke precisie en zonder verdoving. Een dood musje uit zijn lijden verlost. Toch voel ik lichte compassie met de “ik heb genoten van deze avond”-achtigen…
Ook van een verregend Prinsengrachtconcert valt te genieten.
PS
Maar serieus: regietrash lijkt helaas even onvermijdelijk als slecht weer.
Waarom compassie hebben met (‘onervaren’) mensen die een heerlijke avond hebben gehad? Die zullen in de toekomst wellicht vaker een opera bezoeken en zo ook meer vergelijkingsmateriaal verkrijgen en hun smaak ontwikkelen. Het is toch fijn dat mensen enthousiast zijn na een operabezoek. Er zijn trouwens ook ‘ervaren’ opera-gangers die van deze productie en cast hebben genoten.
Fijn dat jonge mensen (ondanks de (te) hoge toegangsprijzen) naar de opera trekken. Afgelopen jaar voor het eerst een paar keer in Antwerpen geweest en daar zitten ontzettend veel mensen van jonge en middelbare leeftijd!
Vanmiddag Don Giovanni bezocht. De regie was nogal saai. Dat bos is even leuk, maar daarna gaat het wat vervelen, net als de pasjes van Leporello trouwens en het gezwaai met boomtakken. Is het bos ook storend? Ach, je kunt natuurlijk lange analyses loslaten op een regie en dan punt voor punt doornemen wat er wel te zien is, maar niet bezongen wordt. Of zoiets. Maar je kunt er ook schouderophalend aan voorbij gaan en het gewoon nemen zoals het komt – als de regie de opera maar niet te veel in de weg zit. In die zin was mevrouw Breth een stoorzender, meneer Guth komt niet verder dan onbelangrijk. In zijn voordeel spreekt dan weer wel dat hij de vergelijking met het beddenpaleis van een paar jaar geleden goed kan doorstaan.
De muziek is heerlijk en vooral de mannen zongen geweldig, maar ook de beide Donna’s oogstten applaus Dáár werd over gesproken in de pauze en na afloop bij de signeersessie – waar de Don zich overigens niet liet zien, hoewel hij wel zou komen. Jammer. Over de regie hoorde ik niemand. Kennelijk geen issue. Dus ja, ik had een mooie middag, en nee, compassie is niet nodig.
Lodie,
Had k de recensie van de Theaterkrant maar eerder gelezen. De NRC , en andere gerenommeerde kranten, gaven een lovende bespreking. Wel 4 stippen. En dan zit je in de Stopera en krijg je tenenkrommend gezongen aria’s te horen. Net niet zuiver! En voor mooie zangstemmen ga je toch naar de Stopera. De heren deden het overigens prima. Mijn ongenoegen gaat uit naar de dames.
Wat mij opviel bij het zien van de foto’s , is de fantastisch mooie lichtregie .
Werkelijk een toevoeging , wat trouwens vaker het geval is bij de dno producties .( helaas (nog) niet bij die van de MET)
Vooral in dit bos is het effect echt prachtig vind ik .
Niet alleen op de foto’s ook in het echt was de beeldregie inderdaad prachtig, Laura maar meer passend bij Rusalka dan bij Don Giovanni. Tot nu toe is dit aspect van deze productie onderbelicht gebleven. Bij de Met is het altijd moeilijk om de beeldregie te beoordelen. Ik weet niet in hoeverre er bij de HD uitzendingen extra lichtbronnen worden gebruikt. Er is over dit onderwerp op deze plaats al eerder een nogal technische discussie gevoerd.
In al die jaren (sinds de Live in HD Series in 2006 begonnen) is het licht vanuit The Met altijd prima geweest. Denk nog maar eens aan die prachtige Roméo et Juliette met Anna Netrebko. Daar spatten de kleuren van het doek.
Alleen de Turandot (regie van Zeffirelli) van begin dit jaar was aan de donkere kant en dat laatste leidde inderdaad tot een technische discussie over camerabelichting e.d.