Nieuwe Ring am Rhein goed van start
De kop is eraf: na ruim twintig jaar is de Deutsche Oper am Rhein begonnen met de opbouw van een nieuwe Ring des Nibelungen. Vrijdag ging in Düsseldorf Das Rheingold in première in een enscenering van Dietrich Hilsdorf. Na afloop was er een stormachtig applaus, en het nodige boegeroep voor de regisseur.
Dietrich Hilsdorf heeft naar eigen zeggen niet veel op met Wagner, maar is uiteindelijk toch overstag gegaan. Met zijn Walküre in Essen gaf hij er eerder al blijk van dat Wagner naar hem moet komen en niet omgekeerd. Net als in Die Walküre houdt hij het klein; zijn Rheingold is letterlijk een ‘Kammerstück’. Het is een kenmerk van veel van zijn ensceneringen.
Gespeeld wordt in een ruimte die het midden houdt tussen een huiskamer en een tentoonstellingshal in de stijl van Henry Van de Velde. Links een open trap naar een zijkamer: daar wonen de Rijndochters. Een paar meubelstukken, stoelen, grote ronde tafels en een kroonluchter. De toneellijst is voorzien van feestverlichting in de stijl van een lunapark. Met de gekleurde lampjes wordt ingespeeld op de ontwikkelingen op het toneel.
De kostuums laten verschillende stijlen zien. De Rijndochters lijken te zijn weggelopen uit een operette van Offenbach, de reuzen met hun ‘chimney hats’ en de twee Nibelungen uit een roman van Dickens. De overige personages zijn overwegend gekleed in de stijl van de Gründerzeit. Wotan draagt een zonnebril in plaats van een lapje.
Loge treedt op als ceremoniemeester, die nu en dan zogenaamd het doek open en dicht trekt. Bij aanvang doet hij wat trucjes met vuur en declameert: “Ich weiß nicht was soll es bedeuten.” Verder kan hij het goed met de Rijndochters vinden. Het heeft er de schijn van dat hij zich in die zijkamer heeft laten verwennen als tegenprestatie om de zaak van de meisjes bij Wotan te bepleiten. Zelf komen ze later ook het toneel op om Wotan te bewerken en worden daarbij misprijzend bekeken door Fricka.
De scène in Nibelheim speelt zich af in dezelfde ‘kamer’, waarbij een met erts beladen mijnkarretje zich met geweld door de rechterzijwand boort en vervolgens ook links een grote opening forceert. Twee van die karretjes worden later gebruikt om goudklompen in te vervoeren, één van Fasolt en één van Fafner, bij het vullen leidend tot de ruzie met dodelijke afloop. Als Fafner de grote berg goud verder in zijn eentje moet inladen, pauzeert hij een tijdje. Daarbij eet hij rustig wat uit Fasolts broodtrommeltje.
Met dit soort details houdt Hilsdorf de aandacht goed vast en benadrukt hij tegelijkertijd het alledaagse karakter van het gebeuren. Voor goden en helden heeft deze regisseur niet zo veel belangstelling, het gaat om personages met menselijke trekken. Zo ook Freia, die Fasolt eigenlijk best wel lief lijkt te vinden en bijna tegen haar zin naar haar familie terugkeert, waar ze allerminst hartelijk wordt ontvangen. De aanblik van de dode Fasolt kan ze niet verdragen en ze verwijdert zich van het toneel om na afloop pas weer op te duiken.
Hilsdorf heeft zich duidelijk voorgenomen om het verhaal van Das Rheingold zo goed mogelijk te vertellen, zonder wagneriaanse bombast. Zijn Wotan loopt rond als een onzekere humeurige man die liefst wat meer medewerking van zijn omgeving zou willen zien. ‘Hij moet altijd alles alleen doen.’ Fricka is de jaloerse echtgenote die er met Erda weer een moeilijk te peilen concurrente bij krijgt. Loge heeft trekken van een circusdirecteur die aan alle touwtjes tegelijkertijd probeert te trekken. Misschien was deze vermenselijking de reden van het boegeroep. Iets anders komt niet bij mij op, of het zou een ‘Hilsdorf hateclub’ moeten zijn geweest.
Alle zangers zetten duidelijk in op zo veel mogelijk verstaanbaarheid. Helaas vertaalde zich dat grotendeels in met veel volume articuleren. Hierdoor had de zang bij wijlen nogal wat ruwe trekjes, vooral bij de grote mannenrollen. Dit gezegd hebbende wil ik benadrukken dat de cast gemiddeld genomen van een zeer behoorlijk niveau was.
Simon Neal zette een uitstekende Wotan neer. Enkele uitschieters daargelaten was hij mooi van stem en hij speelde zijn rol van de geplaagde ‘alpha male’ goed uit. Renée Morloc bleef daar als zijn echtgenote ver bij achter. Morloc zingt deze partij al sinds de jaren negentig. Vroeger vond ik haar éen van de beste Fricka’s, samen met Julia Juon. Inmiddels is Fricka haar aan het ontglippen. Het is de vraag of ze deze rol in Die Walküre nog wel aan zal kunnen.
Michael Kraus was een overtuigende Alberich, met hier en daar wat rauwe kantjes, maar in deze rol is dat geen bezwaar. Zijn broer Mime werd vertolkt door Cornel Frey, schmierend zoals we dat bijna altijd gewend zijn. Goede casting van beiden.
De twee andere broers, Fasolt en Fafner, kwamen voor rekening van respectievelijk Bogdan Talos en Thorsten Grümbel. Talos stal zo nu en dan de show met zijn stil spel en was ook zingend goed op dreef. Hij hoefde Freia niet mee te slepen, ze gaf hem spontaan een arm.
Sylvia Hamvasi als Freia en Susan Maclean als Erda gaven adequaat invulling aan hun rollen. En de drie Rijndochters wisten zingend en acterend alles uit hun personages te halen wat erin zat. Een mooi drietal deze Anke Krabbe als Woglinde, Maria Kataeva als Wellgunde en Ramona Zaharia als Floßhilde. De ondankbare rollen van Donner en Froh kwamen voor rekening van Torben Jürgens en Ovidiu Purcel.
De Düsseldorfer Symphoniker speelde zo goed als je van een theaterorkest mag verwachten. Goed werk van de koperblazers, met slechts een kleine uitglijder in een hoornpassage. Axel Kober hield zijn musici goed in de hand, waardoor de balans tussen zangers en orkest niet in het gedrang kwam. Het was zonder meer een goede start van een project, dat in oktober 2018 voltooid moet worden met een nieuwe productie van Götterdämmerung. De lezer wordt op de hoogte gehouden.
Das Rheingold is het hele jaar nog te zien. Zie voor meer informatie de website van de Deutsche Oper am Rhein.
4Reacties
Bedankt Peter voor deze recensie! Ik heb in een vroeg stadium een kaart gekocht en hopelijk kan ik de ‘Kammerstück’ aanpak van Hilsdorf waarderen… Ik zie de laatste voorstelling van dit seizoen.
Die Zeit heeft ook al een recensie online http://www.zeit.de/news/2017-06/24/theater-hilsdorf-nimmt-wagners-rheingold-leicht-24135602
Loge is Norbert Ernst. Hij zingt deze rol in Wenen en München en binnenkort in de Met in New York.
Ik heb al kaarten besteld voor de complete cyclus in Duisburg mei / juni 2019. Kan het geheel dan goed vergelijken met de cyclus die dan in Oldenburg wordt gedaan.
‘Verglichen mit Frank Castorfs vollkommen unmusikalischen „Ring“ in Bayreuth ist der Auftakt am Rhein schon mal eine Offenbarung.’
http://www.wz.de/lokales/duesseldorf/kultur/wagners-rheingold-in-duesseldorf-zwischen-feinschliff-und-budenzauber-1.2461881