Nederland maakt beginnetje met EOD
Afgelopen weekend werden de European Opera Days gehouden, voor het eerst ook in Nederland. Het publiek in Rotterdam kreeg tijdens een opklaring Puccini en Verdi in de open lucht en in Amsterdam was er Opera Playground in de overdekte favela van het oostelijk havengebied.
De Nederlandse operawereld heeft zich enige tijd geleden verenigd om gezamenlijk mee te doen aan de European Opera Days (EOD), een initiatief dat de samenwerkende Europese operahuizen in 2006 namen. De EOD beslaan jaarlijks het weekend dat het dichtste in de buurt van de Dag van Europa (9 mei) ligt en zijn bedoeld om de lof op opera te zingen en om nieuw publiek te interesseren.
Place de l’Opera hield afgelopen weekend digitale open dagen, in het kader van de EOD. Het leverde flink wat meer bezoekers op aan de website, waardoor een enkeling last had van webpagina’s die door de drukte wat trager dan normaal laadden.
De korte termijn waarop de Nederlandse deelname gepland werd, maakte het lastig voor veel operagezelschappen om grote initiatieven te nemen. Hier en daar waren extra rondleidingen of waren kaarten in de aanbieding. In Rotterdam en Amsterdam viel echt wat te beleven. We gingen er kijken.
Rotterdam
Als opera uit zijn schulp komt, zich aan de mensheid presenteert of de drempel naar nieuw publiek wil verlagen, dan zijn ze nooit ver weg, ‘les remparts de Séville’. Toch klonk het obligate stukje Carmen pas laat in het weekend van de EOD, en ook nog op een verrassend moment.
Bij het optreden van Gulnara Shafigullina in de Tuinen & Arboretum Trompenburg in Rotterdam waren het Puccini, Borodin en Verdi die op het programma stonden. Onder een afdak, enigszins beschut voor de wind, redde de in de voormalige Sovjet-Unie geboren zangeres zich uitstekend in haar programma.
Haar Verdi-aria’s – uit Simon Boccanegra, Il Trovatore en I Vespri Siciliani – hoorden niet tot het makkelijkste wat de Italiaan componeerde. Geen Carmen dus in deze korte staalkaart van opera, die werd aangeboden door de Operadagen Rotterdam.
Amsterdam
Een dag later was Amsterdam de locatie. Het thema van de EOD was dit jaar ‘Playground’ en dat werd vrij letterlijk genomen door de organiserende United States of Opera. In de week voor het EOD-weekend waren muziektheatermakers van heel verschillende achtergrond aan de slag gegaan in een onderzoek naar de functie en de vorm van opera in de toekomst. Hun resultaten waren zondag te zien in de stad van de toekomst ‘Freezing Favela’ in de Mediamatic Fabriek, onder de titel ‘Opera Playground’.
Vanuit het centrale plein van de favela werden de bezoekers steeds in groepen uitgenodigd door de makers van een productie om mee te gaan op avontuur. De eerste voorstelling die ik meemaakte, werd gegeven in een theater dat tot de állerlaatste stoel bezet was. Dat kwam wellicht ook omdat er maar plaats was voor twee toeschouwers.
Componiste Natalia Domínguez Rangel schreef en harpiste Liesbeth Vreeburg speelde en zong Minimum. De uitvoering van het stuk vroeg van de harpiste ook wat vocale bijdragen en zo ontstond in het mini-theatertje muziektheater van kleine maar indringende omvang.
Opera Playground was interactief. En daarom kwam er het moment dat ik, in een onduidelijke plantenkas, voor een microfoon stond, naar vogelgeluiden luisterde en de opdracht kreeg die geluiden na te doen. In de elektronica van Thijs van Vuure werd mijn stem vervormd en werd ik – zo heette het – ‘birdified’. De bioloog/filosoof/musicus Van Vuure werkt aan een project What is it like to be a bird. Mijn poging tot antwoord bleek vocaal nogal uitdagend.
Spelers met goudbeschilderde gezichten nodigden uit voor een volgende ervaring. Boven, in de grote Mediamatic-hal, stond een ensemble van vier musici. Op de vloer waren lijnen getrokken met tape. Daar ontrolde zich een spannende voorstelling met vier zangeressen en een zanger. De componisten Sam David Wamper en Guillermo Martorell Casanovas wilden opera deconstrueren en weer reconstrueren. Het begon met rituele beweging en zang die eindigde in een enorme dreun, als een oerknal.
En daar was het! In die magische, experimentele setting klonk toch ineens een flardje ‘remparts de Séville’. Ook fragmenten uit andere opera’s waren in het stuk verwerkt, gezongen door onder andere Kirsten Schötteldreier en Bora Balci, die dit seizoen deel uitmaakt van het Resident Artists Programme van de Nationale Reisopera. Het oorspronkelijke einde van het stuk, muziek van Ligeti, werd last-minute vervangen door een nogal verrassende apotheose. Drie vrouwen in het publiek bleken Walküren-in-disguise te zijn en hieven het ‘Hojotoho’ uit de opera van Wagner aan.
Traviata is a ready made was de inbreng van Het Geluid uit Maastricht. Het muziektheatergezelschap produceerde deze variant op de opera van Verdi al in 2008. Het theatrale resultaat van het onderzoek van de makers, Gable Roelofsen en Romy Roelofsen, naar klassieke opera in een hedendaagse context paste goed in de betonnen fabriekshal. Daniella Bernoulli speelde in een solo de dramatische Violetta, met zang, maar ook met gesproken teksten in het Engels.
Wie behoefte had aan een goed gesprek tijdens Opera Playground kon aanschuiven bij Reisopera-directeur Nicolas Mansfield. Hij stelde om de zoveel tijd een gespreksthema voor – ‘wat heb je gedroomd’ of ’wie heeft nog nooit een opera gezien’ – en nodigde mensen bij een gin and tonic uit tot een gesprek.
Het was een wonderlijke middag in Amsterdam. In de koele favela van het havengebied in Amsterdam kwam de warmte van de ideeënrijkdom en bleken de ‘real diva cocktails’ niet eens nodig om opgewekt te raken van de doorkijkjes naar de toekomst van opera.