AchtergrondCD-recensies

De Domingo-discografie: Verdi (1)

Plácido Domingo heeft niet alleen meer dan 3500 voorstellingen achter zijn naam staan, maar ook honderden opnames. Naar aanleiding van zijn 70e verjaardag publiceert Place de l’Opera de komende weken een achtdelige Domingo-discografie. In deel vier een gedeelte van zijn ‘minnaarrollen’ uit het Verdi-repertoire.

(Foto: Sheila Rock)

Onlangs werd mij gevraagd of ik alles van Domingo goed vind, want ik ben zo enthousiast bezig. Het antwoord is heel simpel: nee, natuurlijk niet! Niet alle rollen lagen hem en dat hoor je ook aan de opnamen, zowel studio als live. Veel rollen nam hij alleen in de studio op, wellicht om iets nieuws uit te proberen? Vaak pakte het goed uit.

Ergens halverwege de jaren tachtig klonk zijn stem vaak vermoeid en dat hoor je ook op de opnamen. Vandaar ook dat ik het met u alleen over zijn beste en/of interessantste cd’s/dvd’s wil hebben, anders ben ik volgend jaar nog niet klaar.

Alleen al zijn Verdi-rollen doen een mens duizelen. Zijn carrière is dan ook sterk met de opera’s van Verdi verbonden. Je gelooft het niet, maar hij heeft ze bijna allemaal gezongen. Als het niet de hele rol is, dan tenminste wel een aria.

Jubileumbox
Het jaar 2001 werd uitgeroepen tot Verdi-jaar: op 27 januari herdacht de wereld zijn honderdste sterfdag. Zes dagen eerder vierde Domingo zijn zestigste verjaardag. Het dubbele feest werd gevierd met een bijzondere uitgave: een 4-cd-box, met daarop alle aria’s die Verdi voor een tenorstem had geschreven (DG 4713352).

Voor het album werd met verschillende platenmaatschappijen samengewerkt en om het project helemaal compleet te maken, werden ontbrekende aria’s (ook de alternatieve en Franse versies) alsnog opgenomen. Zo kan men bijvoorbeeld kennismaken met ‘Qual sangue sparsi’ (La Forza del destino) en met een Italiaanse en een Franse versie van de ‘Siciliaanse vespers’.

La Traviata
Alfredo is, sinds zijn roldebuut op 20-jarige leeftijd in Mexico, altijd Domingo’s paradepaardje geweest. Zijn fluweelachtige, warme tenor leek geschapen om de rollen van goedbedoelde minnaars te zingen.

De allerbeste opname van de opera, althans voor mij, is in 1977 door Deutsche Grammophon (477 7115) gemaakt. Ileana Cotrubas blijft voor mij één van de beste Violetta’s ooit. Vanaf het begin is zij voelbaar zwak en ziek, haar overgave aan de liefde is totaal en haar ontgoocheling dodelijk.

Sherrill Milnes zingt een strenge, autoritaire vader Germont, met wie je niet in discussie gaat, maar die zich in de laatste scènes ook van zijn menselijke kant laat zien. Maar wat de opname echt zo bijzonder maakt is de directie van Caros Kleiber, mooier kunnen ze het tegenwoordig niet maken.

Wellicht zijn de puristen het niet met mij mee eens, maar de verfilming die Franco Zeffirelli in 1983 van de opera maakte (DG 073 4364) hoort in ieders verzameling thuis. Toegegeven, Zeffirelli permitteert zich coupures en kort scènes, maar zijn sfeertekening en milieuportrettering zijn onnavolgbaar en de spanning is om te snijden.

Teresa Stratas is een Violetta met misschien niet de beste stem ooit, maar hoe zij de rol gestalte geeft… ONVERGETELIJK! Over Domingo kan ik kort zijn: om te zoenen!

Il Trovatore
Il Trovatore was de allereerste opera die Domingo in de studio heeft opgenomen. Tot zijn grote schrik merkte hij dat de scènes niet in de juiste volgorde werden opgenomen, waardoor hij met zijn emoties in de war raakte.

Toch is het resultaat overweldigend, niet in de laatste plaats vanwege de rest van de cast: Leontyne Price, Sherrill Milnes en Fiorenza Cossotto. Om te huilen zo mooi.

Il Trovatore was één van de lievelingsopera’s van Herbert von Karajan. In 1962 regisseerde hij een serie voorstellingen in Salzburg, die, met kleine aanpassingen, in 1978 in Wenen werden overgenomen en op de televisie uitgezonden en inmiddels op dvd uitgebracht werden (Arthaus 107117).

Domingo viel voor de kwaad weggelopen Bonisolli op het laatste moment in. Voor zijn verrukkelijke, met stralende topnoten gezongen ‘Ah si, ben mio’ werd hij door het publiek beloond met een minutenlang open doekje.

Raina Kabaivanska zet een Leonora van vlees en bloed neer. Haar stem is donker, met een ouderwets vibrato (dit is een compliment!) en een duidelijk gevoerde frasering.

Cossotto’s Azucena is inmiddels legendarisch geworden. Als geen andere zangeres heeft ze de rol smoel gegeven. Haar interpretatie is met geen woord te beschrijven, je moet het zelf zien en horen. Adembenemend. Waar zijn zulke zangeressen gebleven?

Luisa Miller
Wellicht is Rodolfo niet de belangrijkste rol uit Domingo’s carrière, maar de opvoering in de Metropolitan Opera in 1979 was op zijn zachtst gezegd spraakmakend.

Renata Scotto zong toen haar eerste Luisa en ze deed het met de voor haar gebruikelijke toewijding. Maar voor ze nog aan haar eerste grote aria begon, zorgde een grapjas voor een schandaal door keihard ‘brava Maria Callas’ te roepen. Sherrill Milnes, hier in de gedaante van Luisa’s vader, nam de door de emoties bevangen Scotto in zijn armen en redde zo haar concentratie en de voorstelling.

Dat alles was live op tv uitgezonden, en zo kwam het op de in omloop zijnde piratenvideo’s terecht. Het is inmiddels door Deutsche Grammophon (0734027) op dvd uitgebracht, met de nodige cuts, waaronder dat beroemde incident. Jammer.

Een zeer interessant gesprek over de Luisa:

Ernani
Ernani is een belangrijke opera voor een Domingo-verzamelaar. Hiermee maakte hij zijn debuut in La Scala, op 7 december 1969. Het was ook de enige opera die hij in Amsterdam heeft gezongen, op 15 januari 1972. Weliswaar concertante (ja, natuurlijk tijdens de Matinee, waar anders?), maar toch. Jammer genoeg bestaat er geen complete opname van, dus moeten we met fragmenten genoegen nemen (Bella Voce BV 107.004).

Felicia Weathers, die de rol van Elvira zong, was snipverkouden en noch Piero Francia noch Agostino Ferrin zijn namen om te onthouden, maar het blijft een bijzonder document.

In La Scala stonden naast Domingo twee andere grootheden uit vervlogen tijden: Raina Kabaivanska en Nicolai Ghiaurov. Jammer genoeg moest Cappuccilli wegens ziekte afzeggen, maar zijn vervanger, Carlo Meliciani, doet werkelijk zijn best. Tel daarbij de werkelijk sublieme directie van Antonino Votto en dan weet je dat je een bijzonder ‘avondje’ opera kan verwachten.

Op mijn exemplaar (Melodram 27064) staat ook nog een bonus: een interview met alle drie de protagonisten plus fragmenten van de generale. Melodram is tegenwoordig zeer moeilijk te vinden, maar de opera is inmiddels ook op onder meer Opera d’Oro en Myto verschenen

Don Carlo
Don Carlo(s) is naast Otello wellicht één van de belangrijkste rollen in Domingo’s discografie. Deze opera zal volgend seizoen rond de productie van De Nederlandse Opera onder de loep nemen. Het is te complex om er slechts een paar zinnen aan te wijden.

Maar hier alvast een ‘smaakmakertje’. Het komt uit La Scala, 1978. Elisabetta wordt gezongen door de onlangs gestorven Margaret Price:

Vorig artikel

Shura Lipovsky: diva van het Jiddische Lied

Volgend artikel

Trekel zingt robuuste Schubert en Strauss

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski