IOP besluit seizoen met matige Nabucco
Op een hoogtepunt eindigt Internationale Opera Producties haar seizoen naar mijn idee niet. Het gezelschap sluit af met Verdi’s schitterende Nabucco, maar ondanks vlagen van muzikale schoonheid vind ik de productie te statisch en te mat.
Nabucco, Verdi’s derde opera, telt behalve het bekende slavenkoor vele geweldige passages. Het bevat zowel ontroerende intimiteit als grootse dramatiek en zou daarmee goed kunnen zijn voor een klassieke, meeslepende avond opera.
Dat potentieel weet Internationale Opera Producties (IOP) naar mijn mening echter niet voldoende te benutten in haar slotproductie van het seizoen. En dat komt voor een groot deel door de regie van Anette Leistenschneider.
Dat de ontknoping van het stuk niet echt plaatsvindt, maar een waanbeeld is van de krankzinnig geworden koning Nabucco, is nog niet eens het ergste. De gebrekkige personenregie stoort mij veel meer. De hoofdrolspelers steken statisch in hun kostuums en strooien de hele avond lang met loze handgebaren. In plaats van het drama te verhitten, doet de regie er juist afbreuk aan. Het verhaal is niet geloofwaardig.
In een aantal scènes probeert Leistenschneider wat meer leven in de brouwerij te brengen, maar vaak is dat misplaatst. Abigaille staat haast komedie te spelen in de derde akte en Nabucco in bad zetten (slotakte) vind ik nou niet echt een vondst om eureka bij te zeggen…
Helaas hoor ik in de muzikale uitvoering evenmin veel overtuigend drama terug. Het orkest heeft onder leiding van Alessandro Sangiorgi weinig balans en weet ook niet echt uit te pakken. En de cast is mij te wisselvallig om de karakters meer dan één dimensie te geven.
Nou wil ik allerminst alle muzikale inspanningen van de avond afdoen als oninteressant. Plamen Kumpikov laat, net als in Rigoletto eerder dit seizoen, een fantastische bas horen in de rol van Zaccaria. De partij is letterlijk te hoog gegrepen voor zijn diepe stem, maar zijn monoloog in de tweede akte is indringend mooi, mede door de begeleiding van zes huilende cello’s.
Emilio Marcucci (Nabucco) toont eveneens een prachtstem. Hij heeft weliswaar niet het stemgewicht van een koning en mist volledig de onsymphatieke, brute kant van Nabucco, maar de stem an sich vind ik erg goed en in de kwetsbare scènes weet hij zelfs wat los te maken.
De ingetogen, geconcentreerde wijze waarop het slavenkoor ‘Va pensiero’ wordt gezongen is voor mij nog een hoogtepuntje. Maar het blijven vlagen. Het intense drama dat van de bladzijden van Verdi’s partituur spat, hoor ik in geen van de vertolkingen terug. Zang en spel zijn te vlak.
Anders gezegd: als je voortdurend hoort en voelt dat een partij diepgaander en dramatischer is dan hoe die uitgevoerd wordt, is de meeslepende kracht van opera snel zoek. Wat wellicht meer zegt over de luisteraar dan over de uitvoering, maar dat is iets wat u zelf zal moeten uitmaken. Dat kan in elk geval nog tot en met 21 april in theaters in heel Nederland.
Zie voor meer informatie de website van Internationale Opera Producties. Het gezelschap werkt met een dubbele bezetting van de hoofdrollen.
4Reacties
Deden er geen vrouwen mee?
Hoe zongen Abigaille en Fenena?
Geen Ismaele?
Ja dat mis ik ook. Het zingen vind ik namelijk het belangrijkst. Kleding en acteerprestaties is ook belangrijk maar toch….;)
Op donderdag 21 april in Amersfoort zong Abigaile heel erg goed (volgens mij door Iordanka Derilova vertolkt). Was echt geweldig en deed de wat mindere rest vergeten.
Internationale Opera Producties, was tot een paar jaar geleden
regelmatig te gast hier in Brugge. Twee jaar geleden kwam daar plots een einde aan, waarschijnlijk wegens financiële redenen.
Jammer, we missen dat nu in Brugge.