Dinsdag 29 maart overleed tenor Robert Tear. Tear was ‘één van de grote tenoren van zijn generatie, geliefd bij operapublieken over de hele wereld’, zo omschreef The Guardian hem. Een portret in beeld van de Welshman. Met dank aan Youtube.

Robert Tear werd op 8 maart 1939 geboren in Barry, Wales. Hij debuteerde in 1966 als Peter Guint in The Turn of the Screw van Benjamin Britten. In 1970 stond hij voor het eerst op het toneel van Covent Garden als Lensky in Evgeni Onjegin. Er volgden nog vele optredens meer.

Tear stond bekend om zijn vertolkingen in werk van Britten en Michael Tippett, maar zijn repertoire was veel breder dan dat. Bach, Händel, Monteverdi, Mozart, Beethoven, Mahler, Bruckner, Stravinsky, Janacek: vele componisten klonken uit zijn mond. Geen Italiaanse opera echter, dat lag hem niet.

Hieronder een kleine collage van zijn stem en stijl. Allereerst de partij van Aschenbach uit Brittens Death in Venice, één van zijn beste rollen.

In de jaren tachtig zong Tear in Salzburg de rol van Eumete in Monteverdi’s Il Ritorno d’Ulisse in Patria, georkestreerd door Hans Werner Henze. Hieronder een fragment.

In Billy Budd zong Tear de rol van Novice, met Britten zelf op de bok. Hieronder een fragment.

Ook liederen zong Tear veel. Hieronder enkele voorbeelden: ‘O Mistress Mine’ van Thomas Morley en drie liederen uit ‘Die Winterreise’ van Schubert, begeleid door Philip Ledger op de piano.

Tot slot een paar ‘Victorian gems’, die Tear opnam samen met bariton Benjamin Luxon.

Tear overleed op 29 maart. Hij werd 72 jaar.