CD-recensies

Salzburgse hit-Zauberflöte weer op dvd

Net als dat het Salzburgse publiek er in de jaren tachtig geen genoeg van kon krijgen, zo vinden ook de platenlabels de Zauberflöte-productie van Jean-Pierre Ponnelle blijvend interessant. Het jarige Arthaus heeft hem weer op dvd uitgebracht. De moeite waard? Zeker. Sommige producties slijten niet.

De productie van de Franse regisseur Jean-Pierre Ponnelle was voor het eerst in de zomer van 1978 tijdens de beroemde Salzburger Festspiele te zien. Publiek en pers ontvingen de productie zeer enthousiast. Negen zomers lang bleef hij op de rol staan, iedere keer volledig uitverkocht. Ongekend, ook in Salzburgse begrippen.

Ponnelles productie werd opgevoerd in de Felsenreitschule, een uniek en immens theater dat een natuurlijk, uit de Mönchsberg uitgehakt decor heeft. Een perfect toneelbeeld voor Die Zauberflöte, zo blijkt. Het heeft iets avontuurlijks en sprookjesachtig. Iets antieks ook, wat goed aansluit bij de klassieke aankleding van Ponnelle (die ook voor de ontwerpen tekende).

Ponnelle vertelt het verhaal rechttoe rechtaan, met veel oog voor het acteerwerk van de solisten. Het is daardoor geen moment saai. Vernieuwend of hedendaags is het niet, maar het werkt, dus wat zou het? Het pleit alleen maar voor Mozart. Ook zonder updates slaat zijn singspiel nog steeds aan.

De uitvoering die het jubilerende label Arthaus Musik (10 jaar) heeft uitgebracht, is niet de première uit 1978, maar een reprise uit 1982. Niettemin bestaat de cast net als in 1978 uit zangers van topniveau.

De smaakmaker is – hoe kan het ook anders – Papageno, vertolkt door de hartverwarmende Christian Boesch. Hij acteert zeer aanstekelijk; speels en frank en vrij. In de gesproken teksten toont hij zich een subliem toneelspeler, in de gezongen tekst laat hij een stem zonder opsmuk horen, bekoorlijk in zijn directheid.

Volop genieten is ook de Pamina van Ileana Cotrubas. Haar uitstraling is buitengewoon innemend. Lieflijk, kwetsbaar, onschuldig: alles wat ik graag bij Pamina zie. En die stem: helder als glas en stralend als de zon.

Peter Schreier is een uitstekende Tamino. Ik vind hem soms wat schel en scherp, maar zijn dictie is top en aan expressie komt hij niets tekort. Dat mag ook gezegd worden van Edita Gruberova als Koningin van de Nacht. Haar waanzinnig goed gezongen coloraturen ademen een en al haat en nijd. En de volle klanken waarmee ze de bekende aria ‘Der Hölle Rache’ zingt, hoor ik zelden.

Martti Talvela heeft een bezonnen, wijze bas met een fraaie omvang: ideaal voor Sarastro. In zijn spel vind ik hem echter te stijf.

De kleinere rollen tellen enkele imposante namen. Wat te denken van Ann Murray en Edda Moser als Erste en Zweite Dame of Walter Berry als Erster Priester? Topniveau, ook in die rollen.

In het bijzonder zou ik ook graag de ‘Drei Knaben’ willen vermelden, niet bij name genoemde solisten uit het Tölzer Knabenchor. Fantastisch hoe levendig en vrij ze staan te acteren, terwijl ze ondertussen beeldschone knapenzang laten horen. Vaak worden deze rollen nogal bedeesd en verlegen ingevuld. Hier niet. De jochies zorgen voor een paar hoogtepunten van de avond.

Het geheel wordt van een uitstekende orkestrale vertolking voorzien door een jonge James Levine. Hij dirigeert vlot en lekker uitbundig.

Hoewel dus zo’n dertig jaar oud, is deze productie nog altijd de moeite van het bekijken waard. Een fijne traktatie van Arthaus.

Zie voor meer informatie de website van Arthaus-distributeur C&S Entertainment. Zie ook de etalage van nieuwe Arthaus-uitgaven op de homepage van Place de l’Opera.

Vorig artikel

NTR zendt film uit over de Gurrelieder

Volgend artikel

La Respirazione voert Delibes' Lakmé op

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.