AchtergrondFeatured

Serie Muzen: Francis van Broekhuizen

In de portrettengalerij Muzen vertellen Nederlandse operazangers hun verhaal. Deze aflevering: Francis van Broekhuizen (1975). In de vorm van een drieluik ontvouwt ze haar persoonlijke wereld van inspiratie en operaproducties. Over Callas, Scarpia en meer.

Van Broekhuizen in Falstaff rivisto (foto: Dinand van der Wal).

Francis van Broekhuizen veert op van haar stoel door een hoge krijs. Achter haar zit op een stokje een papegaai. Zelf verplaatst de zangeres ook een aardig geluid. In de hoge stationsrestauratie klinkt haar stem goed door. Wat wil je, als jugendlich dramatisch sopraan.

Tijdens een koffie verkeerd weidt Van Broekhuizen uit over haar rol in de veeleisende wereld van de opera. De producties die ze deed, doet of gaat doen, komen daarbij uitgebreid aan bod.

Ik vraag om haar muzen. Welke musicus was haar eerste liefde? Welk muziekstuk grijpt nog steeds zó aan dat ze het altijd met zich meeneemt? Welke rol is haar het liefst, ook al is het er één die ze zelf nooit zou kunnen zingen of spelen?

Eerste luik: eerste liefde

,,Maria Callas! Dat gaat nooit meer over. Ik heb nog steeds mijn life-like Callas van kartonbord in m’n huis staan. Ja, sinds m’n tienertijd ben ik zowat hysterisch fan.”

Van Broekhuizen kreeg haar eerste zangles toen ze vijftien was. In de afgelopen jaren, sinds haar afstuderen in 2003, timmert ze gestaag aan de weg. Een mooie kans kreeg ze in het solistenensemble van Opera Zuid. Miranda van Kralingen richtte het ensemble op om jonge zangers de kans te geven ervaring op te doen. Van Broekhuizen maakte er twee jaar deel van uit.

,,Ik zei tegen Miranda: ‘Ik poets iedereen z’n schoenen, als ik maar Suor Angelica mag zingen.’ We deden Il Trittico en ik wilde Suor Angelica. Puccini schrijft de mooiste muziek. En dan die aria ‘Senza mamma’, die is zo prachtig. De plot van de opera spreekt me ook aan. Vroeger wilde ik altijd het klooster in. Ik was misdienaar vanaf m’n zevende. Gék met nonnen, dat ben ik. Maar het leed van Angelica zit natuurlijk dieper dan haar nonnenstatus.”

De productie in 2007 bracht Van Broekhuizen haar grootste succes tot dan toe. ,,Op dat moment klopte alles. Ik had een jaar gestudeerd op de rol. Ik was vrij jong voor de zwaarte van de partij, dus ik had tijd nodig. Ook moest ik eerst zelf door de emotie die het stuk oproept heen. Anders kun je daar niet staan, voor je publiek. Tijdens de eerste doorloop met Ed Spanjaard merkte ik dat het gelukt was. Iedereen had de tranen over de wangen lopen.”

Tweede luik: in het valies

,,Vissi d’arte, vissi d’amore. Deze frase omvat alles: ‘ik heb geleefd voor de kunst’, mijn lijflied. Puccini heeft de aria overigens pas later in de opera ingevoegd. Hoe prachtig het ook is, het houdt de boel wel erg op.”

(Foto: Jacqueline Wouters)

Van Broekhuizen begint net aan een repetitieperiode voor Falstaff rivisto met Opera Spanga. De productie gaat op 22 juni in première. ,,We hebben veel repetities ingepland – wat ik eigenlijk altijd heel goed vind – omdat het een bewerking is. De zangers zingen het melodisch materiaal van Verdi, maar Floris van Bergeijk heeft de orkestpartijen ‘gedecomponeerd’. Het begin is volstrekt normaal, maar als je even niet oplet, desintegreert alles. Het mondt uit in een Frank Zappa-achtig landschap, gespeeld door het Rosa Ensemble. Best lastig om te zingen, ik ben ook de harmonie van Verdi gewend.”

De regie is in handen van Corina van Eijk. Zij produceerde in 1989 in haar achtertuin in het Friese Spanga haar eerste opera. Spanga is intussen een begrip. Van Eijk regisseert niet zonder controverse: ze wordt geliefd of gehaat, met niets ertussenin.

,,Corina volgt de tekst heel precies. Je mag echt acteren – niet zo van park & bark. Heel fijn om mee te werken. Ze werkt meestal vanuit een actualisering, maar in deze productie lopen de tijden door elkaar – net als in de muziek. In de scène waarin Falstaff door het bos struint, integreren we een filmprojectie van bos in de handeling.”

Van Broekhuizen is niet voor het eerst te gast bij Spanga. Ze vertelt waarom ze steeds weer terugkomt. ,,Bij Spanga máák je theater. Samen. Dat is anders in veel operahuizen. Ook is de afstand tussen zanger en publiek kleiner. Dat past goed bij mij. Ik doe soms een beetje gek, maar ik vind het erg belangrijk om iedereen te bereiken. We zijn toch allemaal van vlees en bloed?”

Er ontstaat een discussie over de huidige kloof tussen opera en de wereld. Van Broekhuizen zit op haar stokpaardje, de koffie blijft even onaangeroerd. ,,Ik vind het bijvoorbeeld belachelijk dat er zo’n grote kloof is tussen operapubliek en musicalpubliek. Opera is net musical, maar dan met mooiere muziek. Zodra je als zanger commercieel gaat, kan de vraag rijzen of je nog serieus wordt genomen.”

Derde luik: de gedroomde rol

“Dé perfecte rol is Scarpia (Tosca). Zo’n ontzettend lekkere man, charmant, maar zó’n hufter. Die Cavaradossi is toch een beetje kleurloos (ja, ik weet dat hij schilder is). Tosca heeft er wel een handje van om ‘licht’ neurotisch te doen. ‘Hè, mens, hou toch ‘es op’, denk je dan soms. Bryn Terfel heeft Scarpia een keer fantastisch gespeeld. Hij deed dat zó vies!”

Ik vraag Van Broekhuizen wat er voor haar op stapel staat in de toekomst. Ze blijkt regelmatig te auditeren in binnen- en buitenland, met succes. Ze zal de komende jaren niet alleen op het Grachtenfestival een nieuwe opera opvoeren samen met de Nederlandse bariton Willem de Vries, maar ook haar eerste productie doen bij de Vlaamse Opera in Gent.

Van Broekhuizen in Die Lustige Witwe (foto: Deen van Meer).

,,Ik ben net een diesel. Ik kom langzaam op gang, maar dan! Ik zing al twintig jaar, maar mijn stem is nog steeds niet klaar. Ja, dat heb je met mijn stemtype. Dat is soms lastig bij audities: doe je het stuk dat nu bij je past of dat over vijf jaar bij je past? Gelukkig ben ik geduldig.”

Op de vraag of ze werkt aan een internationale carrière, is het antwoord kort maar krachtig. ,,Ik zoek niet naar status en ik hoef niet wekenlang in hotelkamers te zitten. Ik doe ook niet alles voor een rol, maar ik zoek wel artistieke uitdaging. Zingen in een ziekenhuis is nu voor mij even belangrijk als een rol bij een operahuis. Ik ben vrij eigenzinnig in de weg die ik bewandel.”

Zie voor meer informatie www.francisvanbroekhuizen.nl.

Vorig artikel

Vlaamse Opera presenteert nieuw seizoen

Volgend artikel

New Yorkse Walküre met Westbroek in bios

De auteur

Mariska van der Meij

Mariska van der Meij

4Reacties

  1. Spen1992
    9 mei 2011 at 14:50

    Leuk artikel. Vind het helemaal niet erg dat er een kloof is tussen de operawereld en musicalwereld. De kloof tussen opera en de wereld is soms wel jammer.

  2. rita
    9 mei 2011 at 18:18

    Ik heb haar vaak horen zingen bij Opera Zuid.
    Ook heb ik haar gezien in een programma op de televisie waar ze een masterclass gaf aan een autischtische jongen.
    Ze heeft een geweldige uitstraling!

  3. Cis1975
    9 mei 2011 at 19:45

    Beste Rita,

    Bedankt voor de leuke reactie op het artikel!

  4. Rob
    9 mei 2011 at 23:24

    Zij is veel meer dan dit interview weergeeft. Je ‘ondergaat’ haar in een voorstelling of concert. Zij ‘zingt’niet de rol, zij IS die rol. Die Lustige Witwe of Suor Angelica: beide fantastisch!