Operarecensie

Kim zingt onweerstaanbare Penthesilea

Het mythische verhaal van Penthesilea is van alle tijden. Ook van 2011, zo bewijst het Kameroperahuis met een knappe productie. Treffend geregisseerd door Lotte de Beer, eclectisch verklankt door Benedict Weisser en onweerstaanbaar uitgevoerd door Young-Hee Kim.

Young-Hee Kim als Penthesilea (foto: Hans Hijmering).

Penthesilea, de koningin van de Amazones, mag alleen de man beminnen die zij in de strijd heeft overwonnen. Zo hebben ons de mythen, de geschiedenis van de Trojaanse oorlog en de toneelschrijver Heinrich von Kleist geleerd.

Arme Penthesilea. Haar lot wordt bezegeld met het wel of niet winnen van een gevecht, en zelfs dat is niet afdoende. Want ongeacht het eindresultaat gaat zij aan het kortste eind trekken. Liefde is niet lief.

Het verhaal is natuurlijk van alle tijden, maar nu, anno 2011, wellicht actueler dan ooit. Lotte de Beer heeft het goed begrepen. Haar libretto, naar het toneelstuk van Von Kleist, heeft zij naar onze tijd gehaald.

Er wordt middels laptops en mobiele telefoons gecommuniceerd en mocht het al tot een ‘samen gezellig op de bank zitten’ komen, dan slaat de verveling toe: mevrouw bekijkt de tijdschriften en meneer googelt maar wat. Dan maar liever vechten tot de dood erop volgt?

Het verhaal begint bij het eind. Er heeft duidelijk een strijd plaatsgevonden, de meubels zijn kapot en niets is op zijn plaats. De gehavende, maar nog steeds hooggehakte Penthesilea denkt in de hemel te zijn. Ze is dronken van vreugde, want eindelijk, eindelijk mag zij haar geliefde beminnen, nu zij hem overwonnen heeft. Maar is dat echt zo? En waar is hij? Wat is er echt gebeurd? De laptop, daar staat alles op. Of niet? En als wel – wil ze het weten?

Dan belanden we bij het begin. Of misschien in het midden? Het is een gevecht zonder einde. Da capo zonder fine? Toch wel. Er is een einde. Penthesilea maakt er net als Dido (hoor ik hier duidelijk reminiscenties van Purcell?) persoonlijk een eind aan.

Scène uit Penthesilea (foto: Hans Hijmering).

De muziek van Benedict Weisser is een beetje eclectisch, wat absoluut geen kritiek is. Integendeel. Je hoort er veel Weill in. Logisch, hij was zowat de vader van het moderne muziektheater. Maar ook Schönberg komt om de hoek kijken en er wordt rekening gehouden met de eeuwenlange operatraditie.

Het orkest bestaat uit vijf musici, die zeer uiteenlopende instrumenten bespelen. De combinatie piano, trompet, gitaar, contrabas en percussie is zeer ongebruikelijk, maar geeft de componist de mogelijkheid om een ieder zijn eigen thema te geven, waardoor het – inderdaad – op een echte opera met leidmotieven lijkt. Ik vond het zeer geslaagd.

Young-Hee Kim (Penthesilea) is gewoon onweerstaanbaar. Met ingehouden adem heb ik naar haar gekeken en geluisterd. Ze beschikt over een fenomenale en loepzuivere sopraan met een perfecte (en smetteloze!) hoogte. Zowel in haar zang als in haar sprechgesang stijgt zij tot enorme hoogten.

Ook als actrice is zij ongekend goed. De goede maar verder niet bijzondere bariton Alistair Shelton–Smith kan niet eens in haar schaduw staan.

Penthesilea toert als onderdeel van de serie Club Opera momenteel door hetland. Zie voor meer informatie de website van Club Opera.

Vorig artikel

Kopje onder in de liedkunst van Prégardien

Volgend artikel

CineMec herhaalt bioscoopopera's in juni

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

1 Reactie

  1. 25 mei 2011 at 20:42

    zeer genoten van Kim, zou ik graag meer willen horen