Column: Sybrand van der Werf
Drie Nederlandse opera-artiesten verzorgen iedere maand een column op Place de l’Opera. In augustus: regisseur Sybrand van der Werf over bezuinigen en de vraag wat ‘kwaliteit’ eigenlijk is.
Niets houdt de culturele gemoederen de laatste tijd zo bezig als de bezuinigingen, waarmee Halbe Zijlstra de culturele sector ‘de nek probeert om te draaien’. Theatermakers schrijven scheldtirades, orkesten maken lawaai en schilders bekladden overheidsgebouwen. De kunst wordt er niet vrolijker van, en dat wil Zijlstra nu juist zo graag. Uit binnen- en buitenland komen al dan niet genuanceerde reacties die het beleid proberen te begrijpen, te verguizen of juist te relativeren.
Wat zou ik daar nog aan toe te voegen hebben? Waarschijnlijk weinig. Maar ik zal in dit korte bestek toch ook niet doen alsof mijn neus bloedt en dus mijn verhaaltje over authentieke uitvoeringspraktijken in de opera voor een later moment bewaren.
Om te beginnen ben ik niet tegen bezuinigen, integendeel. Ook binnen de operawereld mag er wel eens kritisch gekeken worden naar mogelijkheden om efficiënter met geld om te gaan. Maar op basis van welke criteria? Op de website van Zijlstra valt te lezen dat het hem maar om één ding gaat: de kwaliteit.
Dat woord komt steeds terug in de discussie, maar helaas betekent het niets. In de kern al niet: het woord komt van het Latijnse ‘qualis’, te vertalen als de vraag ‘wat voor één?’ Het woord zélf is dus al een uiting van twijfel. Maar ik zal niet flauw doen: met kwaliteit wordt natuurlijk bedoeld dat een kunstwerk ‘goed’ is.
Uitspraken over of kunst ‘goed’ of ‘slecht’ is, worden binnen de kunstwereld met veel omzichtigheid gedaan en al zeker niet met de pretentie van objectiviteit. Zo niet in Den Haag: Zijlstra produceert met gemak een lijstje van internationaal gerenommeerde gezelschappen. Natuurlijk hebben die ‘kwaliteit’. Maar wat gebeurt er in het schemergebied? Als kwaliteit werkelijk zo’n belangrijk criterium is, mag je toch verwachten dat men zich artistiek gezien sterk in de schoenen voelt staan? Maar Zijlstra vindt het nu net zo prettig dat hij niet zo’n kunstliefhebber en -kenner is, want dat maakt het nemen van rigoureuze maatregelen zo lastig…
Niemand wordt van de ene op de andere dag ‘goed’. Training, experiment, vallen en opstaan, fouten maken: het zijn allemaal stappen waardoor je beter in je vak wordt. Van Johan Simons hoorde ik ooit: ,,In elke regie word je weer een beetje beter.” Het is dan ook onbegrijpelijk dat bijvoorbeeld de productiehuizen waar beginnende regisseurs de kans krijgen om hun ideeën te verwezenlijken de das wordt omgedaan. Als kwaliteit zo belangrijk is, moet je wel de voedingsbodem scheppen om dit te bereiken.
Of gaat het, ook gezien de nadruk op ondernemerschap en publieksbereik, eigenlijk om iets heel anders? Is ‘goed’ hetzelfde als ‘een volle zaal’? Heeft u ooit gehoord van de theatertoeslag? Meerdere theaters rekenen tegenwoordig een bepaald bedrag per kaartje door aan de gezelschappen waarmee de gratis garderobe en het pauzedrankje betaald wordt: de theatertoeslag. Dat scheelt personeel en bovendien blijkt dit een positief effect op bezoekersaantallen te hebben. Zo komen de zalen vol en aan kwaliteit wordt na dat gratis drankje ook niet meer getwijfeld!
Gelukkig zit ik niet op de stoel van Zijlstra. Daar heb ik nu ook geen tijd voor, omdat in Duitsland wel mogelijkheden liggen te wachten. Gebruik onze belastingcenten maar voor iets anders, mijnheer de staatssecretaris. Kunstenaars zullen de bezuinigen wel overleven, al is dat niet voor iedereen even makkelijk. Maar we zullen nog wel een tijdje scherven moeten rapen voordat we ons publiek weer ‘kwaliteit’ kunnen brengen.
De Nederlandse regisseur en acteur Sybrand van der Werf is vooral actief binnen het (klassieke) muziektheater en het jeugdtheater. Hij werkt in binnen- en buitenland, met professionals en amateurs, acteurs en muzikanten, op locatie of in grote schouwburgzalen. Zie www.sybrandvanderwerf.nl.