Bomvol festival in ambitieus Hongaars stadje
Al sluiten de operahuizen bij het ontluiken van de zomer hun deuren, het gezang verstompt niet. In tal van steden in de wereld kan men zich laven aan grootse operafestivals. Als handreiking een serie met diverse operafestijnen in Europa. In deel twee een jong festival dat het Hongaarse stadje Miskolc moet verrijken.
Een vriendelijk stadje dat zijn industriële imago probeert af te schudden door onder meer jaarlijks een internationaal operafestival te organiseren. Zo typeert Brendan Carroll in Opera Now het operafestival van het Hongaarse stadje Miskolc.
Miskolc ligt in het noorden van Hongarije, op z’n twee uur afstand van Boedapest, en is zowel het middelpunt van een industriegebied als het opstapje naar diverse gebergtes. Eén stadsdeel van Miskolc ligt zelfs al in berggebied, en huist de nodige grotten en de grootste waterval van Hongarije.
Klinkt pittoresk, maar Miskolc moet veel moeite doen om de verwaarlozing uit de communistische tijd te boven te komen én om op te boksen tegen de culturele dominantie van Boedapest. Naast dat men met de bezem door de stad gaat, moet het ambitieus genaamde International Opera Festival Miskolc het stadje van een gunstiger imago voorzien. Niet dat van een zware industriestad, maar dat van een culturele ‘Poort naar het Oosten’.
Want dat is de insteek waarmee het festival in 2001 van start ging onder Peter Müller-Sziámi. Het festijn moest samenwerking tussen Hongaarse en Europese musici bevorderen en een representatie zijn van de beste operavoorstelling in Centraal- en Oost-Europa. Ambitieus dus. In haar strategie stelt de festivalorganisatie zelfs dat het in één adem met Bayreuth, Salzburg, Verona en Glyndebourne genoemd wil worden.
Om dat te bereiken, wil het festival een sterk eigen gezicht creëren door ieder jaar Hongarije’s bekendste componist Béla Bartók terug te laten komen. De formule in Miskolc is daarom ‘Bartók + …’. Die puntjes worden iedere editie weer anders ingevuld. Verdi, Puccini, Mozart en Tsjaikovsky kwamen voorbij, waarna ook bredere thema’s gekozen werden als belcanto, verismo, Franse componisten en – vorig jaar – Slavische componisten.
Het programma
Dit jaar is de combinatie ‘Bartók + Wenen’. Dat houdt in: Mozart, Beethoven, Richard Strauss, Schubert en Haydn (ook in het kader van het Haydn-jaar). De huidige directeur Tamás Bátor wil deze editie extra aandacht geven aan jong publiek. Zo zijn er meer sprookjes en poppenvoorstellingen.
Het festival opent met een concert met stukken van Haydn en Mozart door het Oostenrijks-Hongaarse Haydn Orkest. Een dag later staat de eerste volledige opera op het programma: Le Nozze di Figaro, uitgevoerd door een gezelschap uit Boekarest. De bekende Mozart-opera komt later nog eens terug in het festival, maar dan als balletuitvoering. Van Mozart staan verder ook Die Zauberflöte, L’oca del Cairo, Bastien en Bastienne en Apollo en Hyacinthus op het programma.
Voor die laatste opera en nog een andere voorstelling komt de Helicon Opera uit Moskou overvliegen. Mozarts opera combineert het gezelschap met Mozart en Salieri van Rimsky-Korsakov. Verder voert het Lulu van Alban Berg uit. Van Berg staat overigens ook Wozzeck op het programma.
Uit het eigen muziekrepertoire wordt uiteraard Bartóks Blauwbaards Burcht gevist, evenals een musical/operette van de Hongaarse hedendaagse componist Sylvester Lévay.
Arnold Schönberg krijgt een plaats met Moses en Aron en Richard Strauss met Ariadne auf Naxos. Een bomvol programma dus. En dan zijn nog niet eens de talrijke gratis toegankelijke uitzendingen van operaproducties van formaat genoemd, die dagelijks in een amfitheatertje plaatsvinden. Daar is erg veel werk van Mozart te zien.
Het programma wordt verder omkleed met lezingen van kenners (waaronder Opera Now-journalist Brendon Carroll) en allerlei kleinere (kinder)voorstellingen. Zo is er een concert met drie tenoren, onder leiding van Ivan Anguélov – die momenteel Falstaff dirigeert bij Opera Zuid.
Dat alles geschiedt op vele plaatsen in de stad, want naast de drie belangrijkste theaters zijn er nog allerlei andere locaties geronseld om de concerten te huisvesten. Kaartjes zijn over het algemeen niet duur. Kaartjes voor opera’s variëren van 10 tot 40 euro. Kleinere concerten zijn goedkoper.
Miskolc is in twee uur vanaf hoofdstad Boedapest te bereiken (per auto of trein). Er zijn niet heel veel grote hotels en restaurants in het stadje, maar de prijzen zijn overal een stuk lager dan in Boedapest.
Liefhebbers voor dit festival moeten snel zijn: het begint al op 10 juni en loopt door tot 21 juni, wanneer een ‘Weens Gala’ met muziek van Strauss en Mozart het festival afsluit. Meer informatie: www.operafesztival.hu.