Twee Maagden over Deckers Elektra
Elektra van Richard Strauss behoort ontegenzeggelijk tot de geniaalste opera’s ooit. Bij De Nederlandse Opera gaat donderdag voor de derde keer de Elektra-productie van Willy Decker in première. Twee Maagden, Ellen van Haaren en Corinne Romijn, vertellen over de vorige edities. ,,Het is huiveringwekkend goed!”
Willy Decker behoort tot de beste operaregisseurs ter wereld en zijn vermaardheid dankt hij niet aan ‘concepten’ of het wel/niet functionele bloot. Hij kent zijn pappenheimers en hoeft niet zo nodig te choqueren.
In september 1996 ging zijn visie op Elektra in première bij De Nederlandse Opera (DNO). Hartmut Haenchen stond toen op de bok en de hoofdrollen werden vertolkt door Eva-Maria Bundshuh (Elektra), Anne Gjevang (Klytamnästra) en Inga Nielsen (Chrysotemis). Met vrijwel dezelfde bezetting, maar dan wel onder leiding van Hans Vonk, werd de productie in april 2000 herhaald.
Bij de derde speelreeks, in 2006, werd alles anders. Hans Vonk was dood, Inge Nielsen was dood, Hartmut Haenchen naar andere oorden verbannen en bij ons was het (gelukkig zeer korte!) tijdperk van Ingo Metzmacher aangebroken. Nou ja, in dit repertoire kon hij gelukkig weinig schade aanrichten en ook de hoofdrollen werden prima vervuld door Felicity Palmer, Nadine Secunde en Gabrielle Fontana.
Op 6 oktober gaat Deckers Elektra voor de derde keer in reprise. Dan staat Marc Albrecht, de kersverse chef-dirigent van het operahuis, op de bok.
Ellen van Haaren, die de Vierde Maagd in alle drie de producties zong:
,,Ik heb het vanaf het begin meegemaakt hoe deze Elektra zich ontwikkelde onder het baton van Hartmut Haenchen en de superregie van Willy Decker. Huiveringwekkend goed!!! En zo to the point!
Decker is een geweldig goede regisseur en daarbij nog eens zo’n aardige man, van wie je veel vrijheid kreeg. Zijn geliefde spreekwoord was: ‘passie is het motto van het zingen’. En zijn credo: ‘met waardigheid onwaardige situaties regisseren’. Dus de vernederende situaties waarin de personages van de opera terechtkwamen, wist hij op een waardige wijze in scène om te zetten.
Tevens werd er veel over het werk gepraat en als je als zanger iets anders aanvoelde dan wat Decker van je in een bepaalde scène verlangde, dan werd er daar ook op ingegaan. Zeker ook als hij het ermee eens was dat het beter bij de zanger in kwestie paste. Daarom is hij als persoon heel fijn om mee te werken, omdat hij iedereen zo veel aandacht geeft.
Altijd vroeg hij: voelt dit goed, gaat dit goed? Het was een samenwerking die je maar zelden aantreft en mede daardoor heeft het z’n vruchten in de totale samenhang afgeworpen.
Een voorbeeld. Hij vond dat twee Maagden zwanger moesten zijn. Toen opperde ik de gedachte: we moeten dan een soort schort met een buik hebben, want je beweegt je heel anders als je zwanger bent en gaat daardoor niet op de voorgrond staan zoals die andere Maagden. Je hebt nieuw leven bij je, dus je gedraagt je wat angstiger en blijft als persoon meer op de achtergrond. De volgende dag waren er twee schorten met een dikke buik en konden we daarmee oefenen.
De twee dames letten ook een beetje meer op elkaar en als Klytemnestra dan die vreselijke uitbarsting heeft, dan beschermden wij eigenlijk elkaar. Allemaal heel subtiel, maar toch!
Zo krijg je een mooie productie die nooit ordinair of oppervlakkig is, want het komt recht bij je binnen en dringt diep door. De personenregie is daar van groot belang, vooral omdat het drama dat zich voor je ogen ontwikkelt eigenlijk van alle tijden is. Oorlog, wanhoop, strijd om het behouden van de waarden en normen, opportunisme, meelopers, angst, principiële opofferingsgezindheid en dictatoriale macht.
Over Hans Vonk zou ik willen toevoegen dat hij in die tijd al zo vermoeid en ziek was en toch zo goed was, dat hij toch op die productie zijn stempel kon drukken. Hij was heel vriendelijk en hielp waar hij kon.
Het is een extreem zware productie met zeer turbulente uitbarstingen in de muziek, alles zit in de orkestpartijen: dreiging, liefde, weemoed, wraakgevoelens, broeder/zusterliefde, haat… Dat vergt heel veel van een dirigent.”
Corinne Romijn, die de tweede Maagd in twee DNO-producties zong:
,,Ik heb Elektra in totaal drie keer gezongen, één keer bij de Vlaamse Opera en twee keer bij DNO. Ik vond en vind Willy Decker een uiterst inspirerende man. Ook bij de herhalingen kwam hij zelf en bleef hij zoeken naar nieuwe facetten. Hij stuurde geen assistent om herinstudering te doen en de zangers te vertellen waar ze opkomen en weer afgaan en alles ertussen.
Wat ik behalve zijn enorme talent en vaardigheid ook zo mooi aan hem vind, is dat hij iedereen met hetzelfde respect en belangrijkheid behandelt, ook al heb je maar een ‘kleine rol’. Bij hem heb je het gevoel echt iets belangrijks te doen en ook voor de kleine rollen bedenkt hij verhaaltjes en diept het karakter uit.
Mijn geliefde dirigent was Hartmut Haenchen. Zijn opmerking ‘es gibt keine kleine rollen’ sloot perfect aan bij de visie van Willy Decker.
Een leuke anekdote. Ik zong de tweede maagd en die zingt aan het begin: ‘Ist doch ihre stunde die stunde das sie um den vater heult das alle wande schallen!’ Ik (geen idee waarom) zong tijdens de repetitie: ‘Ist doch ihre stunde die stunde das sie um den vater LACHT das alle wande schallen!!!’
Hartmut hoorde dit, sloeg af, nam zijn partituur van de pepiter en kwam het toneel op, recht op mij af. Ik dacht nog: oei oei… Maar het enige dat hij glimlachend zei, was: ‘Wenn sie das singen, brauchen wir die ganze oper nicht zu machen!’
Met Hans Vonk heb ik ook samengewerkt, maar daar heb ik eigenlijk niet veel herinneringen aan. Hij was heel goed te volgen, maar was toch ook heel erg veel met het orkest bezig. Hij schilderde de hele bak als het ware en vergat daarbij af en toe ook eens naar boven te kijken (God hebbe zijn ziel).
Met Marc Albrecht heb ik Het Sluwe Vosje in Antwerpen gedaan (ik zong de hond) en later bij DNO in Die Frau ohne Schatten, waarin ik ‘eine stimme von oben’ zong. Hij is een zeer getalenteerd man, zeer goed te volgen voor zowel zangers als orkest. Eigenlijk een jongere uitvoering van Hartmut Haenchen!”
Elektra wordt in oktober negen keer opgevoerd in Het Muziektheater. Zie voor meer informatie de website van De Nederlandse Opera. Hieronder de fototrailer van de productie en een filmpje waarin Marc Albrecht over Strauss’ opera praat.