CD-recensiesFeatured

Gheorghiu eert Callas met beeldschone hits

De link met Maria Callas vind ik nogal dun en de tracklist bevat mij te veel clichés. Los van dat: de zang van Angela Gheorghiu op haar nieuwe album is werkelijk beeldschoon. En dus mogen we blij zijn dat ze na zes jaar weer een cd heeft opgenomen.

Het album staat vol met foto’s van beide diva’s in soortgelijke poses en de twee zingen zelfs samen een ‘duet’. Maar het is uitdrukkelijk niet de bedoeling van Angela Gheorghiu om zich met haar Callas-hommage aan de diva der diva’s te spiegelen of te meten. Zegt ze.

Wat dan wel precies het idee achter het album is, wordt mij niet geheel duidelijk. Gheorghiu zingt een verzameling aria’s die centraal staan in haar eigen repertoire en alle zijden van haar eigen carrière illustreren. ‘Toevallig’ zijn het aria’s die ook Callas aan het hart gingen. Dat is de link. Maar is dat een hommage? Ik vind het een mager concept.

Te meer omdat het uitloopt op een weinig originele tracklist. De ‘juwelenaria’ uit Faust, het ‘Sempre libera’ uit La Traviata, ‘Donde lieta uscì’ uit La bohème, ‘La mamma morta’ uit Andrea Chénier: het wordt al zo vaak gezongen. Ik had persoonlijk liever gezien dat Gheorghiu haar sterrenstatus benutte om onbekender werk onder de aandacht te brengen. Inderdaad, zoals Callas deed.

Ik moet daar niettemin direct aan toevoegen dat ik bij het luisteren weer helemaal voor de Roemeense sopraan ben gezwicht. Haar stem is als een ster die net wat helderder schijnt dan alle andere sterren, zo immens rijk en vol van klank. Een uniek instrument. Voor haar hoge noten kun je me midden in de nacht wakker maken.

En dat niet alleen. Ze heeft zo’n typisch ‘diva-timbre’, een geluid waar een natuurlijke dramatiek in schuilt, een stem waar de ziel direct doorheen spreekt. Een paar noten heeft ze slechts nodig om je in de sfeer van de aria te trekken.

Het mooie van Gheorghiu vind ik bovendien dat ze ondanks die vocale spierkracht altijd fragiel en kwetsbaar blijft klinken. De juwelenaria uit Faust is daar een prachtig voorbeeld van. Ze klinkt opgewonden en meisjesachtig, maar met een flinke dramatische body. En ook in ‘Donde lieta uscì’ uit La bohème weet ze het grote drama en het intieme verdriet prachtig met elkaar te combineren.

Twee fragmenten bekoren me minder. In ‘Dei tuoi figli la madre’ uit Cherubini’s Medea verwatert Gheorghiu’s uitspraak en klinkt ze tegen het einde wat vermoeid. En ‘Mon coeur s’ouvre à ta voix’ uit Samson et Dalila hoor ik toch liever van een echte mezzo. Gheorghiu mist mijns inziens de zwoele diepte voor deze aria.

Aangrijpend is daartegenover het ‘Pleurez, mes yeux!’ uit Le Cid van Massenet (het enige fragment dat minder voor de hand ligt). En bijzonder fraai is de manier waarop ze de bekende slotscène van de eerste akte van La Traviata vormgeeft. Technisch onberispelijk, met veel beleving gefraseerd.

Het middelste nummer op de cd is de Habanera uit Carmen in een bijzondere uitvoering. Met de nodige technische hoogstandjes heeft EMI er een duet van Gheorghiu en Callas van gemaakt. Hun beide stemmen mengen en wisselen elkaar af. Een interessant experiment.

Het Royal Philharmonic Orchestra mag niet onvermeld blijven. Onder leiding van Marco Armiliato geeft het orkest briljant kleur aan alle aria’s.

Het nieuwe album van Gheorghiu mag dan niet uitblinken in originaliteit, in muzikaliteit schittert het tot en met.

Hieronder de trailer:

Vorig artikel

Versloot schrijft boek over opera van morgen

Volgend artikel

Yo! Opera organiseert laatste festival

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

24Reacties

  1. Miss D
    17 november 2011 at 18:03

    jordi schrijft heel mooi,heel goed en uitstekkend!!!!!!

    jordi kooiman,ik hou van je teksten!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

    ik hou van je artikelen!!!!!!!!!

    xxxxxx

  2. Steven SURDÈL
    17 november 2011 at 18:09

    Niet dat ik een fan van haar ben, maar Angela Gheorghiu is zeker niet de minste onder de huidige generatie zangeressen. Maar zeg nu zelf: als je werkelijk iets voorstelt, is dan niet wat goedkoop (of zelfs vulgair) om zo mee te liften op andermans (merk-)naam en reputatie als in dit geval die van Callas?

    Net als Netrebko lijkt Gheorghiu wel een schoolvoorbeeld van een artieste, die het zich laat aanleunen (of daartoe contractueel gedwongen wordt) om zich door een uitgekiend PR-imago op de kaart te laten zetten. Zo werd zij al een jaar of tien geleden omschreven als het prototype van de diva als ‘bitch’ – hetzelfde imago dat Stassinopoulos en nog een paar anderen zo graag uitvergrootten in hun boeken over Callas.

    Binnen de huidige concurrentie en reclamecultuur is het misschien niet helemaal terecht om dat minnetjes te vinden – ook zij moet tenslotte haar brood verdienen – maar toch: het doet een beetje denken aan die omhooggevallen typen op een dure receptie, die zich in allerlei bochten wringen om met (bv. Harry Mulisch zaliger) op de foto te komen. En hoe mooi ze ook zonder meer kan zingen – haar stem én haar gezichtsmimiek zijn allesbehalve die van Callas.

  3. Gerard
    17 november 2011 at 21:17

    Is het soms ineens de trend onder diva’s en divo’s om tijdens een cd opname zo overdreven met de armen te zwaaien? is dit soms een uiting van ultime expressie? Ik vind het ronduit lachwekkend!

  4. Steven SURDÈL
    17 november 2011 at 22:51

    Ja Gerard, nu ik het filmpje nog eens bekijk is het inderdaad lachwekkend, met al die gekunstelde vergelijkingen met Maria Callas op de achtergrond. Blijkbaar geneert Gheorghiu (of haar gelikte PR-manager) zich niet om te pretenderen dat zij de reïncarnatie van Callas is. ‘Rather pathetic’, zoals de Engelsen het zo mooi kunnen uitdrukken.

    En nu moet ik ineens denken aan oud D66-fractievoorzitter Boris Dittrich, die zich in Amsterdam, in 2006 geloof ik, net zo nadenkend en achteloos wandelend liet filmen als Hans van Mierlo in dat beroemde en prachtige filmpje (toen wèl) van veertig jaar tevoren. Behalve zijn naaste hofhouding viel de halve partij toen over hem heen – niet lang daarna verdween hij uit het zicht, zoals dat hoort.

    Maar goed dat Maria Callas op zee is uitgestrooid, anders zou ze zich omdraaien in haar graf.

  5. Ernest
    18 november 2011 at 12:26

    Gerard, ik heb vocalisten wel gekker zien bewegen in opnamestudio’s. Cd-opname is een geconcentreerd en duur proces. Zangers doen alles om het beste uit hun stem te halen. Met een live-orkest is de spanning nog groter. Een extra dag orkest kost een bak geld. Maar dat had je met gezond verstand ook kunnen bedenken. Is 1 zwaaiende zangeres al een trend? Statistiek zeker in Tilburg gestudeerd?

  6. Spen
    18 november 2011 at 12:57

    Dan hebben jullie Natalie Dessay in de studio nog niet gezien. Die geeft halve ballet voorstellingen tijdens het opnemen van cd’s met haar zwaaiende armpjes. Diana Damrau kan er ook wat van.

    ”Maar goed dat Maria Callas op zee is uitgestrooid, anders zou ze zich omdraaien in haar graf.”

    Hahhaa, die vind ik wel heel leuk verzonnen 😉

  7. Hans van Verseveld
    18 november 2011 at 13:00

    Bah!!! Zoveel aandacht voor zo’n smakeloze aanstelster.

  8. Steven SURDÈL
    18 november 2011 at 14:20

    Beste Ernest,

    Ergens op deze pagina – ik meen vlak voor het vakje waarin men reageert – staat: ‘wees aardig voor elkaar’. In het uiterste geval laat dat toe om eventuele onzin op niveau te fileren – maar niet onder dat niveau, door bij alles de penningmeester en de boze schoolmeester uit te hangen. Want als we allemaal zo zouden denken, kent de wereld straks alleen nog de Big Mac in plaats van de Ossobuco.

  9. Ernest
    18 november 2011 at 21:22

    Ik corrigeerde slechts een misplaatste verklaring voor het gedrag van vocalisten. De schrijver ergerde zich daar aan zonder de praktijk te kennen. Dat is toch heel aardig. En heeft echt helemaal niets te maken met Big Macs.

  10. Gerard
    18 november 2011 at 23:09

    @Ernest: oh is het mijn gebrek aan kennis van praktijk? dank voor het delen van je inzicht. Maar ik zie nog steeds de nut en noodzaak niet van dat onafgebroken gezwaai met de armen? Idd@Steven, Nathalie Dessay doet dat dus ook zo irritant. Dit is echt iets van de laatste jaren (kijk maar eens naar Birgit Nilsson tijdens opname sessies voor de Ring, ze staat er gewoon en beweegt haar armen/handen alleen als de muziek daar echt om vraagt). Trek voor de sfeer dan gewoon een jurk aan die past bij de rol ofzo. Trouwens, zijn dit soort kille ‘in de studio’ filmpjes wel echt noodzakelijk om te laten zien? Het neemt eigenlijk compleet de magie weg. De rommelige sfeer van een studio, met al die microfoons, musici in hun gewone kloffie, zangers die er niet op hun voordeligst uitzien?? Iemand enig idee?

  11. Gerard
    18 november 2011 at 23:10

    Excuus, niet Steven maar Spen gaf Dessay als voorbeeld voor een studio armenzwaaister…

  12. Gerard
    18 november 2011 at 23:15

    Sopranen schijnen er meer last van te hebben dan mezzo’s… mm interessant fenomeen ;-))) Kijk maar eens naar Joyce DiDonato, ze beweegt natuurlijk ook wel, maar het komt gewoon natuurlijk over: http://www.youtube.com/watch?v=eQ5I2TbeISs

  13. Steven SURDÈL
    18 november 2011 at 23:56

    Om even terug te keren tot Angela Gheorghiu: weet iemand of zij ooit in een vaktijdschrift (of daarbuiten) haar visie op opera heeft gegeven? Dan kunnen we ook eens kijken of het klopt wat we hier allemaal beweren. Niet dat ik echt meer verwacht dan iets wat vooral de roddelpers zal boeien, maar toch, je weet het maar nooit.

  14. Laura
    19 november 2011 at 15:19

    De hele connectie met Callas lijkt mij een ordinaire marketingstunt. Die ook nog werkt, gezien de reacties die het oproept en de nieuwsgierigheid die toch geprikkeld wordt. Maar in hoeverre heeft de tracklist van dit album ook maar iets met Callas – en dan m.n. haar kernrepertoire – van doen? Waar is Anna Bolena? Waar is Norma? Lucia? Tosca? En wat doen Massenet en Gounod hier? En sinds wanneer is Gheorghiu überhaupt fan van Callas? In alle interviews die ik tot nu toe onder ogen heb gekregen roept Gheorghiu dat niet Callas maar Virginia Zeani haar grote idool is.

    En hoe mooi Gheorghiu ook klinkt op de cd, live is ze mij heel erg vies tegengevallen. De stem wordt op zo’n album flink naar voren gehaald, in een zaal is ze slecht te horen. Daarnaast bestaat haar acteerwerk uit een zeer beperkt aantal ontzettend histrionische gebaren. En wat mij het ergst tegenviel was dat ze een uitermate slecht geheugen heeft. In ‘sempre libera’ verving ze ineens hele stukken tekst voor ‘lalalalala’ – vrij pijnlijk.

  15. Hans van Verseveld
    19 november 2011 at 20:39

    Mevrouw Gheorghiu laat me niet lachen, deze mislukte diva met prima donna neigingen mag zelfs nog niet in de schaduw staan van Virginia Zeani.

  16. Gerard
    19 november 2011 at 22:38

    Maar de naam (het merk) Callas verkoopt beter dan de naam Zeani. Al die vergelijkingen altijd. Elke stem is uniek wat klankkleur betreft. De enige overeenkomst is dan het repertoire. Gelukkig was er maar 1 Callas, net zoals er maar 1 Gheorghiu is, die een totaal andere stem heeft dan Callas, ze gaat ook veel gezonder (geen kritiek op Callas overigens) met haar stem om trouwens. Maar jammer dat die vergelijking nodig is om de cd aan de man/vrouw te brengen, maar ach, de echte liefhebber prikt daar toch wel doorheen…

  17. Steven SURDÈL
    20 november 2011 at 15:30

    Van ons allen vond Laura de beste omschrijving: een marketingstunt. En dat die stunt bij de meesten onder ons op zijn zachtst gezegd gemengde gevoelens oproept, zegt natuurlijk iets over die enorme commerciële draaikolk die sinds een jaar of twintig, dertig de culturele beeldvorming bijstuurt en, erger nog, inperkt: want niet-operakenners zullen bij zo’n gelikte koppeling van Gheorghiu aan Callas al gauw denken dat ze van twee generaties het beste kopen dat er te krijgen is. En zo’n half-lief-half-ondeugend glimlachende schoonheid op de verpakking is voor ‘de grootste gemene’ doelgroep wel even leuker om in de kast te hebben staan dan een aanzienlijk betere live-opname op de bekende Opera d’Oro cd’s met de deftig-saaie zwarte helft (plus omschrijvingen achterop en de symbolische afbeelding aan de voorzijde) die veeleer een kleinere groep van kenners zal bekoren.

    Je kunt hierover natuurlijk je schouders ophalen, onder het motto ‘wat dankzij het grootste publiek de meeste winst oplevert is het beste en we moeten er tenslotte allemaal van eten en dus moet die sjieke elite haar mond houden’. Maar zonder voldoende (voor mijn part elitair) tegengas leidt dat bij de televisie bijvoorbeeld al jaren tot inperking van de publieke omroepen, waar de onderzoeksjournalistiek van Zembla en Tegenlicht qua kijkcijfers (en dus gesubsidieerde zendtijd) steeds vaker zal worden weggedrukt door de lachfabriek van Paul de Leeuw, die inhoudelijk eerder thuishoort bij de jongens van RTL en Veronica.

    En dan zijn we op het ministerie ook nog eens overgeleverd aan staatssecretaris Zijlstra, die bij het woord ‘cultuur’ zegt het eerst aan Gerard Joling te denken. Daarmee niets ten nadele van deze Gerard, maar geeft alle reden tot zorg over de ingeperkte visie van onze opperste penningmeester, die – U raadt het al – in de winkel het eerste naar het doosje met de mooie Angela zal grijpen.

  18. Steven SURDÈL
    20 november 2011 at 17:27

    Hoewel… je kunt je afvragen of een staatssecretaris die het Nederlands Muziek Instituut wil wegbezuinigen met het volslagen onterechte argument dat het (maar) een gemeentelijke instelling is met vooral locale uitstraling, überhaupt wel een opera-cd zal willen. Als de goede man de moeite had genomen om zich, al was het maar één keer, ter plekke over de collectie, de deskundigheid en de (inter-)nationale belangstelling te laten informeren, zou hij zijn mening zeker hebben moeten nuanceren.

    Dus operaliefhebbers: zet je schrap en aarzel niet te protesteren. Niet alleen omdat de operawereld veel meer te bieden heeft dan alleen Angela Gheorghiu, maar vooral om te voorkomen dat de nationale encyclopedie van de cultuur alleen nog maar die hoofdstukken zal mogen bevatten, die door de allermodaalste Jan Modaal worden gelezen – een man die bovendien niet eens bestaat.

  19. kersten
    24 november 2011 at 12:26

    Van de huidige generatie is Gheorghiu voor mij nog steeds de nummer
    1 van haar stemvak. Ze ís het personage dat ze vertolkt: ben het geheel eens met Jordi Kooimans beschrijving van haar typische timbre. Callas, Wunderlich en Jan Derksen o.a. bezaten die -helaas
    te dun gezaaide- kwaliteit eveneens. Dat haar verschijning allure
    heeft ervaar ik als een bonus maar zg. irritant divagedrag is voor mijn appreciatie irrelevant.

  20. Marco
    24 november 2011 at 23:36

    Ik ben het geheel met Laura eens; op cd vond ik Angela Gheorghiu’s stem altijd erg mooi klinken, live bleek het niets voor te stellen. Ze heeft in principe een mooie stem, maar weinig draagkracht en geen commitment. Gheorghiu is de Madonna van de klassieke muziek, het klinkt op cd vrij aardig, maar live stelt het weinig voor. Kijkt men bovendien naar eerdere cd’s van Gheorghiu dan ziet men dat ze voor deze cd weinig nieuws heeft ingestudeerd!

  21. Steven SURDÈL
    30 november 2011 at 15:50

    Diezelfde kritiek (op CD kunstmatig-prachtig, in het echt tegenvallend) is ook Cecilia Bartoli al meermalen te beurt gevallen. En dat terwijl ze toch in het begin van haar carrière zulke mooie dingen heeft gedaan.

    Zo zie je maar hoe we door de jongens van de cosmetica schaamteloos worden gehersenspoeld. En het lukt ze ook nog: want iedereen die er tijdens de Malibrantoernee van Bartoli bij wilde horen, ruilde grif een jaar biefstuk in voor een peperduur zitje in ons nationaal Konsurtkebau.

    Hoe mooi is het dan toch dat je voor maar 40 euro in de intieme schouwburg van Gouda Annemarie Kremer een buitengewone Norma hoort neerzetten. En daarover word je dan ook nog eens gratis EN vakkundig bijgespijkerd door de redactie van Place de l’Opéra!

  22. Spen
    1 december 2011 at 19:57

    Heeft u Cecilia Bartoli ooit live gehoord? Dat is JUIST nog indrukwekkender dan op cd als je het mij vraagt. Een live optreden van Cecilia Bartoli staat gegarandeerd voor een onvergetelijke avond. Op cd is het allemaal mooi, maar als Cecilia voor je staat, een vrouw van vlees en bloed en al die vocale hoogstandjes laat horen, dan is dat 100000 keer indrukwekkender en boeiender dan op cd! En haar stem klinkt in het echt net zo als op cd, dus ik snap uw kritiek op Bartoli niet helemaal 😉

  23. kersten
    3 december 2011 at 16:47

    Ik vind ook, Laura en Marco: een operastem moet -zonder versterking!!- ook op de laatste rij te horen zijn. Maar voor mij doet een “microfoonstem” ook mee want in de praktijk hoor ik heel wat vaker opera via mijn muziekinstallatie dan “live”.

  24. Steven SURDÈL
    5 december 2011 at 09:55

    Beste Spen,

    Als ik schrijf ‘die kritiek is haar te beurt gevallen’, dan kan dat onmogelijk mijn eigen kritiek zijn; anders had ik wel namens mezelf gesproken.
    En nee, ik heb haar nog nooit zelf in een theater horen zingen, simpelweg omdat ik niet bereid ben daarvoor de gevraagde bedragen te betalen. Dat neemt ondertussen niet weg dat haar DVD-opnamen van Rossini’s Il Barbiere, La Cenerentola en Il Turco in Italia (rond 1990) tot mijn favoriete behoren, net als haar eveneens op DVD vastgelegde portret (met die prachtige scene in de auto rijdend langs het Forum in Rome) en haar optreden met Bryn Terfel. Maar haar Malibran-CD kan me al minder bekoren, net als de Canzone proibite. Naar mijn smaak is het allemaal net even teveel een maniertje geworden. Maar wie ben ik en wat is smaak?