Operarecensie

Grote Zangers: Charlotte Margiono stáát er

In de week dat ze haar terugkeer naar het operapodium aankondigde, stond Charlotte Margiono in de Serie Grote Zangers in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Een publiek van alle leeftijden hoorde en zag een sopraan die leeftijd en ervaring tot steunpilaren van haar kwaliteit maakt, met dank aan haar favoriet: Richard Strauss.

Charlotte Margiono keert terug naar het operapodium. Haar bezoek, afgelopen week, aan de studio van De Klassieken leverde dat nieuwsfeit op. Naast een optreden bij een hoorbaar geroerde Maartje van Weegen was er de aankondiging van de retour naar het operapodium bij De Nederlandse Opera, in Strauss’ Arabella in 2014.

De docente en vooral de liedzangeres Charlotte Margiono komt niet terug, want die is nooit weggeweest. Hoe terecht dat is en hoe gelukkig voor haar publiek, bewees de zangeres gisteravond in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Ze stond er geprogrammeerd in de serie ‘Grote Zangers’, in een rij met Robert Holl, Ian Bostridge en Anne Schwanewilms.

Bekende componisten, maar zeker niet het standaardrepertoire, stonden op de lijst van liederen die Margiono met begeleider Peter Nilsson had samengesteld. De zangeres maakte voor haar recital een keuze uit het liedrepertoire van oud naar nieuwer, van Brahms tot Michael Head. Met die laatste kwamen we in het blokje ‘op weg naar de kerstboom’, dat gezien de tijd van het jaar aan het oorspronkelijke programma was toegevoegd.

De keuze laat zich typeren als lieflijk, soms wat melancholiek, maar zonder groot drama. Er vlogen nachtegalen en bloeiden volop rozen, geliefden troffen elkaar en er werd gekust. Thematisch een tikje aan de veilige kant. Verder waren er liederen van Sibelius, gezongen in het Fins en de Shakespeare-songs van Korngold.

Wat maakt een zangeres tot een grote zangeres? Dat ze mooi kan zingen, goed intoneert, haar stem goed gebruikt. Buiten kijf. In die zin voldeed Simone van Lieshout in het voorprogramma ook uitstekend. Maar Margiono voegt daar een enorme dosis warmte, beheersing en ervaring aan toe. Je ziet het als ze opkomt: hier staat een zangeres, maar ook een ongetwijfeld hoog gewaardeerde pedagoge die met autoriteit haar leerlingen kan vertellen hoe ze het moeten doen, omdat ze het zelf zo goed kan.

Voor de pauze was er de natuur en de melancholie, met als hoogtepunt een lied dat geknipt is voor een zangeres die héél in de verte de 60 ziet naderen, ‘Du bist der junge Lenz’, over de onmogelijke liefde tussen oud, de herfst, en jong, de lente, en hoe die zich nooit zullen verenigen. In het mini-operaatje ‘Vergebliches Ständchen’ kwam de onbekende, wat vrolijker kant van Brahms naar voren. De vlotte presentatie van Margiono leverde haar niet een obligaat ‘Brava’ op uit het publiek, maar een jazzy ‘Yeah’.

Na de pauze startte Margiono, warm gezongen, met de muzikaal wat uitdagender Four Shakespeare songs van Korngold. Hier liet ze de dynamiek horen die in het eerste deel niet zo gevraagd werd. Margiono zong met een doorleefd maar soepel geluid, een warme sopraan die weet wat ze met haar stem kan en die niet gestoord maar gesteund wordt door leeftijd, ervaring en rijpheid.

Begeleider Peter Nilsson speelde zoals hij eruit ziet: als ‘every inch a gentleman’. Elegant, bescheiden, geen dandy-esque mooispelerij maar zuiver en zorgvuldig begeleidend. Zijn spel met een scrupuleus gebruik van pedaal werd door het publiek steeds beloond met aandachtige stiltes. Hij speelde van blad, niet zo gek. Jammer vond ik dat de sopraan ook veel gebruik maakte van haar partituren. Een zangeres die leest en een publiek dat in het programmaboekje meeleest: daarmee mis je veel communicatie. Mijn wens voor het nieuwe jaar: boventitels ook bij liedavonden en een autocue voor de solisten.

Het extra blokje kerstliederen was origineel en bepaald niet slaapverwekkend, zoals de zangeres zei te vrezen. ‘Weihnachtsgefühl’ van Richard Strauss besloot het optreden. Wat de overweging is geweest voor Margiono om ‘Morgen’ van Strauss, het laatste van de Vier letzte Lieder, als toegift te programmeren, weet ik niet. Maar ze had geen betere afsluiter kunnen bedenken.

‘Morgen’ kreeg een adembenemend mooie uitvoering. Waar artistieke gelaagdheid en goed gecomponeerde spanning in mijn oren wat hadden ontbroken in de programmering, was die er opeens in grote hoeveelheden. Het publiek bleef als dank ongebruikelijk lang stil. Margiono brak de spanning, wierp een kushand de zaal in en zette zo een elegante streep onder een fraaie avond aan het IJ.

Tenor Ian Bostridge geeft onder begeleiding van Julius Drake op woensdag 8 februari het volgende recital in de Serie Grote Zangers. Zie voor meer informatie de website van de Serie Grote Zangers of van het Muziekgebouw aan ’t IJ.

Vorig artikel

Kies de tien beste opera’s van 2011

Volgend artikel

Holland Opera viert kerst met Tsjaikovski

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

5Reacties

  1. d. tecker
    14 december 2011 at 15:03

    Is het lied “Morgen”van R.Strauss het laatste lied van de Vier letzte Lieder? Nee, dat is “Im Abendroth”. Dus ……? Moet het ánders worden gelezen?
    En het lied “WeiHnachtsgefühl” kan wel een H gebruiken.

  2. Pieter K. de Haan
    14 december 2011 at 15:44

    Ik meen destijds gelezen te hebben, dat Charlotte Margiono het operatoneel vaarwel gezegd had vanwege de strapatsen van veel operaregisseurs. Wat is daaraan sindsdien veranderd, dat haar op haar schreden heeft doen terugkeren?

  3. Francois
    14 december 2011 at 16:06

    U heeft gelijk, ‘Morgen’ is het laatste van vier liederen die Strauss in 1894 schreef als opus 27. Wel letzt maar niet zo letzt.

  4. d. tecker
    15 december 2011 at 11:03

    Meneer Francois, het gaat me niet om het gelijk hebben, maar om kennis en juiste informatie-overdracht. Strauss schreef het lied Morgen dus op de jonge leeftijd van 33 jaar, terwijl de Vier letzte Lieder en met name het laatste lied Im Abendrot (op. posth.) werd gecomponeerd in 1948 en gepubliceerd in 1950. Strauss was toen 84 jaar. De wereldpremière van de Vier letzte Lieder vond plaats in 1950 en werden gezongen door Kirsten Flagstad.

  5. Francois
    15 december 2011 at 13:48

    Anders dan het lezen van recensies vindt het schrijven ervan onder grote tijdsdruk plaats. Dat verklaart hier, en eigenlijk in alle media, dat er fouten kunnen staan. Goed dat deze onjuistheid in elk geval is rechtgezet.