Opera over de grens
In de regelmatig terugkerende rubriek ‘Opera over de grens’ worden belangrijke premières die onlangs in internationale operahuizen plaatsvonden op een rijtje gezet. Deze keer Così fan tutte en Lulu in Londen, Die entführung aus dem Serail in Berlijn en A Misdummer Night’s Dream van Carsen in Milaan.
Het is al weer even geleden, maar op 29 mei ging in het London Coliseum een nieuwe productie van Così fan tutte in première. Althans, nieuw voor het Britse publiek; in 2008 was het werk van de Iraanse filmregisseur Abbas Kiarostami al te zien tijdens het Festival d’Aix-en-Provence.
Kiarostami zelf was er niet bij, want hij belandde in de problemen toen hij bij de Britse ambassade in Teheran een visa probeerde aan te vragen. Elaine Tyler-Hall, regie-assistent in Aix-en-Provence, nam zijn taak daarom over. Niettemin was de vuurdoop aan de overkant van het kanaal, afgaand op de Engelse pers, weinig succesvol.
„De grote Iraanse filmregisseur heeft nog nooit eerder een opera geregisseerd en je kunt je afvragen hoeveel hij gezien heeft”, schrijft Edward Seckerson in The Independent. De recensent vindt het gebruik van filmbeelden veel te karig om het stuk van Mozart bij de hedendaagse mens te laten landen.
Volgens Tim Ashley van The Guardian mist Kiarostami’s aanpak inzicht en diepte in de karakters. Het werk krijgt daardoor niet het volwassen karakter dat Mozart er volgens hem zeker aan heeft gegeven.
De cast brengt het er beter vanaf, al is het niet veel beter. Sophie Bevan oogst unaniem lof als Despina en ook Susan Gritton (Fiordiligi) en Fiona Murphy (Dorabella) doen het goed. Maar Ashley vindt de herenrollen van Thomas Glenn (Ferrando) en Liam Bonner (Guglielmo) niet meer dan acceptabel.
Royal Opera House
Dan maakte een nieuwe Lulu, die op 4 juni bij het Royal Opera House in première ging, meer los. Niet altijd in positieve zin, maar dat maakte de productie van Christof Loy in elk geval controversieel.
Het was voor het eerst sinds 1983 dat de opera weer door het Londense operahuis ten tonele werd gevoerd. Ze kozen voor de versie met de door Friedrich Cerha voltooide derde akte.
Anne Ozorio van Opera Today was laaiend enthousiast over de regie van Loy, die het publiek een bijna leeg toneel voorschotelde, met weinig beweging en veel zwart-witte ‘kleur’. „Zijn productie is wat minimalisme zou moeten zijn”, schrijft Ozorio. „Teruggebracht tot de essentie, komt alle aandacht bij de muziek te liggen. (…) Ongetwijfeld zal er veel weerstand zijn tegen deze Lulu, maar het is er eentje die lange tijd ideeën zal blijven voortbrengen.”
Zo indrukwekkend vond Andrew Clements het niet. „Dramatisch en theatraal is het niets”, poneert hij in The Guardian. „Veel concertante uitvoeringen hebben meer dramatische inhoud dan de schamele, minimalistische productie die Loy heeft gemaakt.” Titelfiguur Lulu (Agneta Eichenholz) is volgens hem een blanco papier, zo weinig diepte krijgt ze mee.
Maar het orkest mocht er zijn, stelt Clements aan de andere kant. Om het nog voorzichtig uit te drukken. Op dat front scoort de productie erg goed, ook bij andere recensenten, zoals Anna Picard van The Independent. „Zij die Antonio Pappano en zijn orkest graag op hun meest betrokken en gedurfde manier horen spelen, kunnen zich opmaken voor een lange avond met natte ogen, diepe gedachten en sensationele muziek.”
Deze productie van Lulu is op 4 juli op BBC Radio 3 te horen.
In Berlijn was er vooral luid boegeroep te horen
Staatsoper unter den Linden
Eenzelfde reactie als in Londen kreeg een nieuwe productie van Mozart’s Die Entführung aus dem Serail bij de Staatsoper unter den Linden in Berlijn. Muzikaal was het dik in orde, maar de regie van Michael Thalheimer (zijn derde operaproductie) stuitte op verzet. Ook van het publiek.
Persbureau DPA schrijft in een recensie dat slechts een deel van de toeschouwers een applaus overhad voor Thalheimer toen hij na de première op 7 juni het toneel betrad. Verder was er vooral luid boegroep te horen.
Thalheimer heeft al het oosterse uit Mozarts werk verwijderd. „En daarmee ook alle vrolijkheid van Mozarts populaire Singspiel”, oordeelt de Berliner Morgenpost. „Het toneelbeeld is karig en grauw.”
Het toneelbeeld is zwart, het lijkt wel een opera seria, en de solisten staan geïsoleerd van elkaar te zingen, alsof het concertante is, concludeert Thomas Heinold in de Nürnberger Zeitung.
Het enige positieve van de première is de muzikale kwaliteit van de Staatskapelle Berlin onder leiding van Philippe Jordan. En ook de solisten krijgen unaniem applaus na afloop. In de ogen van Heinold verdienden vooral Maurizio Muraro (Osmin) en Anna Prohaska (Blonde) die lof, omdat ze nog enige kleur aan de productie gaven.
Teatro alla Scala
Het Milanese operapubliek kon op zaterdag 6 juni voor het eerst genieten van Robert Carsens regie van A Midsummer Night’s Dream van Benjamin Britten, een oude productie van de bekende regisseur. De productie werd eerder al opgevoerd in onder meer Aix-en-Provence en Barcelona.
Sir Andrew Davis dirigeerde de voorstelling. Onder de hele reeks solisten zaten namen als David Daniels, Rosemary Joshua en Andrew Shore. De laatste was eerder dit jaar op overtuigende wijze te zien in Death in Venice in het Concertgebouw.
Volgens het operablog Opera Chic regende het ‘bravi’ na afloop van de première. Een ‘overweldigend succes’. Opera Chic meent dat dat succes vooral aan dirigent Davis te danken was. „Met alle respect voor de uitstekende cast, het succes was grotendeels het werk van Davis. Hij is een zeer begaafd dirigent, hij heeft de gave van muziek, hij begrijp de partituur op heel diepe wijze.”
Van Robert Carsen is vanaf volgende week (15 juni) een nieuwe productie van Carmen te zien bij De Nederlandse Opera in Amsterdam.