FeaturedOperarecensie

Tcherniakov ontsprookt sprookje van Kitesj

Sprookjesmagie hoef je niet te verwachten in de DNO-productie van Rimski-Korsakovs zeldzame opera ‘Kitesj’. Debuterend regisseur Tcherniakov kiest voor een rauwe, realistische benadering. Zonder onzichtbare stad, zonder prinsen en prinsessen, zonder sprekende vogels en zonder een ‘nog lang en gelukkig’ aan het eind.

(Foto: Monika Rittershaus)

Dmitri Tcherniakov timmert aardig aan de weg, gezien het aantal operakopstukken dat hem woensdagavond bij zijn debuut bij De Nederlandse Opera kwam bekijken. De jonge Rus mocht voor zijn Amsterdamse entree zelf repertoire kiezen en liet zijn oog vallen op een, zeker buiten Rusland, vrijwel nooit opgevoerde sprookjesopera van Rimski-Korsakov: De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja.

Zijn keuze vind ik prijzenswaardig. Met een nogal langdradige eerste en laatste akte is het niet Rimski-Korsakovs magnum opus, maar de partituur herbergt veel pracht. Smaakmakers zijn orkest en koor, die een pittige maar dankbare rol spelen. Hulde dus dat dit werk een kans op aandacht wordt gegund.

Rauwer

De opera vertelt het sprookje van Fevronja, een haast engelachtig meisje. Ze ontmoet in de eerste akte een prins, wordt verliefd en zegt ja op zijn aanzoek. Op weg naar het huwelijksfeest in Groot Kitesj valt Fevronja echter in de handen van de wrede Tataren. De Tataren zijn uit op de ondergang van Groot Kitesj en nemen behalve Fevronja ook de dronkenlap Grisjka gevangen om de stad te vinden.

Fevronja bidt echter dat de stad onzichtbaar wordt. Dat gebeurt en de Tataren slaan in paniek op de vlucht. Het meisje wordt in de betoverde stad opgenomen, waar ze herenigd wordt met haar prins en een eeuwig leven tegemoet gaat.

Het is een wreed verhaal, maar dankzij de sprookjesatmosfeer wordt alles toch door een ‘feel good’-gloed beschenen. Althans, zo leest het verhaal. In de productie van Tcherniakov gaat het er anders aan toe. Hij heeft de opera ontsprookt en er een realistischer en rauwer drama van gemaakt.

Fevronja is ook bij hem een puur en onschuldig meisje dat door een ‘prins’ meegenomen wordt uit een rustiek bos naar de drukke bewoonde wereld. Die wereld wordt echter bevolkt door moderne, volop consumerende Russen. Russen die niet aangevallen worden door Tataren, maar door motorgangsters, hooligans en criminelen.

Svetlana Ignatovich als Fevronja (foto: Monika Rittershaus).

Groot Kitesj is ondertussen geen stad, maar een schuilplaats in een theater. Er is dus ook geen betoverd oord met eeuwig leven waar Fevronja aan het einde van de opera binnen kan gaan. Het happy end is bij Tcherniakov daarom een stervensvisioen van Fevronja, waarna het meisje moederziel alleen in het bos het leven laat.

Hoewel hij het nogal ruim neemt met het libretto, past Tcherniakovs concept binnen de kaders van het verhaal. En zeker in de eerste helft van de derde akte creëert hij een fantastische sfeer, als de ‘inwoners van Groot Kitesj’ met vrees uitzien naar het lot dat hen te wachten staat. Daar word je wel even stil van.

Toch heb ik ook de nodige vraagtekens. Waarom er bijvoorbeeld tussen de hooligans twee kerstmannen lopen. En waarom hooligans en vandalen zich überhaupt aan massamoord zouden wagen. Maar meer nog: waarom dit allemaal nodig is. Zijn sprookjes niet zo tijdloos en spreken sprookjes niet zo tot de verbeelding dat dit soort concepterij overbodig is? En mogen we niet eerst met een onbekend werk kennismaken door een authentieke productie voordat er door regisseurs op gevarieerd gaat worden?

Dronkenlap

Het is een kritische kanttekening, want verder is de productie zeker de moeite waard. Het Nederlands Philharmonisch Orkest begon onder Marc Albrecht mijns inziens erg terughoudend aan de voorstelling en kon de spanning moeilijk vasthouden. Langzamerhand werd het orkest echter steeds geuriger en kleuriger, zodat de scènes met groeiende verbeeldingskracht neergezet werden.

Het DNO-koor (ingestudeerd door Martin Wright) en het Nederlands Concertkoor (instudering Boudewijn Jansen) kweten zich erg goed van hun zware taak. De muzikale hoogtepunten kwamen zonder twijfel uit hun monden, met onder meer een prachtig ingetogen gezongen scène in de derde akte.

Daszak en Ignatovich (foto: Monika Rittershaus).

De solorollen wist DNO raak te casten. Maxim Aksenov had het juiste heroïsche en jonge tenorentimbre voor de rol van Prins Vsevolod, maar schoot in volume tekort. Iets wat ook gold voor invaller Vladimir Vaneev als vorst Joeri.

Ante Jerkunica en Vladimir Ognovenko vormden een imponerend duo als de ‘Tataren-leiders’ Bedjaj en Boeroendaj. En Jennifer Check en Margarita Nekrasova lieten weelderige zang horen als de ‘vogels’ Sirin en Alkonost in de finale.

De jonge Svetlana Ignatovich gaf een knappe vertolking van de intense titelrol. Haar spel was sterk en haar rijke zang, vooral in het middenregister, sprak de gehele avond tot de verbeelding.

De ster was voor mij echter tenor John Daszak als de dronkenlap Grisjka. Zijn penetrante stem, zijn agressieve zangstijl en zijn ruwe frasering: het paste allemaal perfect bij zijn personage. Ook zijn verstandsverlies tegen het einde van de opera gaf hij uitmuntend gestalte, op het ontroerende af.

De reacties op de première waren lovend. Ik zou dus zeggen: grijp deze kans aan om eens iets nieuws uit de koker van Rimski-Korsakov te horen.

De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja is tot en met 1 maart nog zeven keer te zien in Het Muziektheater in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nederlandse Opera.

Vorig artikel

EMI viert verjaardag Ameling met cd-box

Volgend artikel

Eerste Klingon-opera terug in Den Haag

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

7Reacties

  1. Patrick van Rhedenborg
    9 februari 2012 at 19:02

    Verdomd goed verhaal Jordi; ben het er helemaal mee eens!!
    Zeker met deze opmerking:”Maar meer nog: waarom dit allemaal nodig is. Zijn sprookjes niet zo tijdloos en spreken sprookjes niet zo tot de verbeelding dat dit soort concepterij overbodig is? En mogen we niet eerst met een onbekend werk kennismaken door een authentieke productie voordat er door regisseurs op gevarieerd gaat worden?”’

    Ik vind ook, dat het in eerste instantie direkt moet verwijzen naar de (kleur)rijke sprookjestraditie van de Russen, die bij ons nog bij lange na nog niet bekend genoeg is. Ik miste vooral de daarbij behorende kleur in deze enscenering. Denk daarbij aan de fantastische tentoonstelling over Russische volkssprookjes die enige jaren geleden in het Groninger Museum te zien is geweest.

  2. Sybrand van Dijk
    9 februari 2012 at 22:10

    ja, natuurlijk kun je naar sprookjes willen kijken. Maar in een wereld met een Breivik, met schoolmoorden en met nog altijd ethnische zuiveringen, lijkt het mij een wat wereldvreemderig verlangen. Van mij krijgt Tscherniakov een bravo, bravo, bravo voor zijn enscenering. IJzersterk, wrang en schurend was het. Met een intense derde akte. Geen gezellig avondje uit, nee. Wel indrukwekkend en waar.

  3. Basia Jaworski
    10 februari 2012 at 08:13

    Juist in een wereld met een Brevik, met schoolmoorden en ethnische zuiveringen verlang je naar een sprookjes op je avondje uit. De werkelijkheid ken je – de hele dag, dag in dag uit, week in, week uit hoor je en lees je niets anders. Bovendien – modernisering en updating brengt vaak met zich mee dat het een jaar later al niet meer actueel is en niemand weet het meer waar het over gaat.
    Gelukkig ontsnapt Tcherniakov aan alle clichés en domme concepten en al brengt hij geen sprookje kan hij ook van mij alleen maar op een bravo, bravo, bravo rekenen.
    Fantastische productie.

  4. Hans van Verseveld
    12 februari 2012 at 00:34

    Een open doekje bij het opgaan van het voordoek voor het eerste bedrijf van Kitesj riep toch wel vragen op. Was het publiek dan echt zó blij, dat er eindelijk nou eens geen gesticht of beddenpaleis op het toneel te zien was?
    Gelukkig waren we in het derde bedrijf weer gewoon terug bij het alledaagse van De Nederlandse Opera: Bedden, veel bedden!
    We hoeven ons dus geen zorgen te maken, na het bed in de Lucia di Lammermoor en de beddenwinkel in de Don Giovanni, blijven deze zetstukken te allen tijde de pronkjuwelen van het Operahuis aan de Amstel!

    Hoewel de inleiding in de Odeon beweert, dat Kitesj een van de sterkste werken van Rimsky is, waag ik dat toch te betwijfelen. Het is zeker een van de lángste werken van de muzikale meester, maar om een nieuw publiek voor Rimsky-Korsakov aan te trekken, zou een Sadko of Le Coq d’Or een betere keus zijn.
    Nu sleept het werk zich een beetje voort met in de laatste akte de lachwekkende scène aan de keukentafel.

    Muzikaal valt er best wel veel te genieten van de meeste solisten en natuurlijk het onvolprezen Koor van DNO met extra versterking. Voor zover de regiseur het niet al te veel ridiculiseert, wordt er ook goed gespeeld.

    Met een beetje ambivalente gevoelens verliet ik het theater, maar dinsdag ga ik nog een keer. Ik vind, dat ik Fevronja en Rimsky nog een kans moet geven.

  5. Maria
    13 februari 2012 at 20:01

    Zaterdagavond naar Kitesj geweest. De muziek is mooi, zonder meer, en het orkest prachtig. Zangers uitstekend op dreef, met Grisjka en het koor als de sterren van de avond.
    Maar op de vormgeving valt wel een en ander af te dingen. Wat doen die kerstmannen op het toneel? En is voor Groot Kitesj niets anders te bedenken dan een rommelkelder met de dames in vormeloze soepjurken? Wat doet die helemaal blote meneer daar? En kan dat niet anders, met al die kinderen in de buurt? De zoon van een collega van mij doet als figurantje mee in die scene en van haar hoorde ik dat de kinderen was verteld dat ‘die meneer bloot was omdat hij geen tijd meer had gehad zijn kostuum aan te trekken.’ Mallepraat natuurlijk, maar ook als volwassene heb ik geen behoefte aan dergelijke ongevraagde en niets toevoegende – hmm- openheid van zaken. Dus doe de man gewoon een broekje aan. En waarom wordt aan het einde het gezelschap opgepropt in een hutje en aan een te kleine tafel?
    Goed, we hebben veel en veel erger meegemaakt, maar Tcherniakov heeft mij niet kunnen overtuigen.

  6. Pieter K. de Haan
    15 februari 2012 at 11:32

    Ik heb gisterenavond geboeid geluisterd én gekeken naar “De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronia”. Ik denk, dat de gevoelde onvrede met de enscenering weleens voor een belangrijk deel zou kunnen voortkomen uit het gebruik van het woord “sprookje” in plaats van de term “legende”.

  7. Paul
    16 februari 2012 at 09:14

    De in Kerstmankostuum geklede Tartaren zouden wel eens een verwijzing kunnen zijn naar de Amerikaan Samuel Byck (zoals die ook werd neergezet in de Stephen Sondheim musical ‘Assassins’).
    Byck heeft menigmaal met een protestbord, verkleed als Kerstman voor het Witte Huis eenzaam gedemonstreerd. Byck had verregaande plannen om president Nixon te vermoorden en liet in 1974 het leven bij een poging een vliegtuig te kapen dat hij op het Witte Huis wilde laten storten…

    Waarom de als hooligans vermomde Tartaren zich aan massamoord wagen? Omdat de librettist dat nou eenmaal zo schreef en Rimski-Korsakovs daar prachtige muziek onder zette.

    Mooie recensie, dank daarvoor vanaf het toneel.