FeaturedOperarecensie

Mooie treurigheid met Barbara Hannigan

Sopraan Barbara Hannigan is een muze voor veel hedendaags componisten. Hoewel recitals naar haar eigen zeggen ‘niet helemaal haar ding’ zijn, zong ze afgelopen dinsdag toch liederen van Duparc, Hahn en Chausson in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Met succes: het was een sfeervol concert, fraai en vol van treurigheid.

Barbara Hannigan (foto: Stefan Bremer).

Op Youtube kun je een filmpje zien waarin Hannigan de Mysteries of the Macabre van Györgi Ligeti uitvoert, gekleed in strakke lakleren jas en een zwarte pruik. Het is een stootvloed aan ongecontroleerde klanken; een melodie is ver te zoeken. Hannigan zingt, beweegt heftig en dirigeert tegelijkertijd.

Het is een compositie waar veel mensen onbegrijpelijk hun schouders bij op zullen halen. Je kunt het plaatsen of niet. In elk geval laat het zien dat de beeldschone blonde Hannigan bijzonder muzikaal en sterk in techniek is

Vaak genoeg heeft de Canadese met de moderne muziekspecialist Reinbert de Leeuw samengewerkt en alleen met hem geeft ze recitals. In een interview met deze website zegt ze: ,,Ik zou het voor niemand anders doen, maar voor Reinbert doe ik alles. Ik vertrouw hem dan ook volledig.”

Dat beeld van vertrouwen was afgelopen dinsdag goed te zien in de Kleine Zaal. Het werd een avond met Franse liederen uit de periode eind negentiende en begin twintigste eeuw. Liederen van Ernest Chausson, Reynaldo Hahn en Henri Duparc. Liederen die impressies geven van de natuur, de stad Parijs en verloren liefdes en pijn. Geen gemakkelijke melodieën die je één twee al deinend meetrekken in een persoonlijk lied. Eerder liederen waarvan je de sfeer moet ervaren en aanvoelen.

Over Hannigans Franse uitspraak hoef ik niets te melden; die is uitmuntend. Dat kan ook niet anders bij een Canadese. De noten verklankt ze niet zozeer diep ingebed maar zuiver in haar keelstem. Tijdens het concert zong ze voortreffelijk. Een enkele keer zoals in een lied als ‘L’aveua’ van Chausson klonk het wat schril. Op dat moment was het pianospel trouwens niet goed afgestemd op het volume van haar stem.

De zangeres zong de hele avond met één hand vastgeklampt aan de vleugel. Haar gelaatsexpressie was beperkt, soms wat krampachtig. Hannigan nam de teksten heel serieus. De liederen van Chausson en Duparc waren lief, beeldend mooi en een enkele keer heel treurig.

Groot respect en veel waardering had ik voor Reinbert de Leeuw. Hij maakte een bedaarde indruk maar zijn pianospel was (met zijn 72 jaar) virtuoos en hypergeconcentreerd. Wel viel op dat beide uitvoerenden wat meer de vorm los konden laten, wat losser naar elkaar toe hadden kunnen kleuren. Het was dan wat persoonlijker geworden.

Dat vasthoudende vond ik wel weer mooi passen in ‘Extase’ dat over slapen met de dood ging. Je hoorde de trage wegstervende pianotonen en je zag een prachtig beeld met Hannigan verstild als een kariatide. Later in de liederen van Hahn over de straten van Parijs, werd het inhoudelijk wat lichter en avontuurlijk, maar na een tijdje trad bij de luisteraars een verzadigingspunt op. Zo van: sla die stad nu maar over.

Heerlijk vol met romantische klanken, met dwaze rennende noten op de piano, kregen we in het lied ‘Phidylé’ van Duparc een andere Hannigan te zien. Ze klonk warm en kwetsbaar; een hoogtepunt op deze avond.

Verderop in ‘Le temps des lilas’ (ook van Duparc) zetten beiden een treurigheid neer, zo bedachtzaam en stil, dat je begreep waarom de oude meester van de moderne muziek voor haar heeft gekozen. Met deze ongrijpbare muziek vormden ze een symbiose van oud en jong, van de herfst en de lente.

Op het eind, na ‘Chanson perpétuelle’, wederom van Duparc, met al die gezongen woorden over onbeantwoorde liefde en het einde maken aan je leven, overviel me een gedachte dat ik Barbara in mijn armen zou willen nemen en zeggen: ,,Kom, laat die piano los en zing de volgende keer iets vrolijks.”

Vorig artikel

Schwanewilms zingt Mahler en Liszt

Volgend artikel

Opera Zuid op tournee met Die Zauberflöte

De auteur

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik is cultuurjournalist, filmprogrammeur en trainer. Hij schrijft voor onder meer de Gooi- en Eemlander, HDC Media, Cultuurpers en Place de l’Opera.