Nieuwe Figaro op de set van de Reisopera
De nieuwe Le nozze di Figaro van de Nationale Reisopera draait om spel. De set is ook echt een set, de personages zijn acteurs. Theatraal komt de productie dan ook geen aandacht tekort. De muzikale invulling vind ik echter aan de magere kant.
Een paar jaar terug liet bariton Thomas Hampson in een interview met mij zijn frustraties los over de praktijken van regisseurs vandaag de dag. Het voorbeeld bij uitstek dat hij kon geven, was Le nozze di Figaro. In zijn ogen was het onmogelijk dat stuk uit zijn context te halen en in een moderne setting te planten. Wat moet je tegenwoordig bijvoorbeeld met een ‘recht op de eerste nacht’?
Hij heeft een punt, vind ik. De gezagsverhoudingen en basisgegevens in Mozarts meesterwerk zijn simpelweg niet van deze tijd. Wat er dus ook aan updates uitgedacht wordt – of het nu een autoshowroom is, zoals bij De Nederlandse Opera, of een set, zoals bij de Reisopera – helemaal bevredigend is het niet.
Niettemin heeft acteur en regisseur Gijs de Lange een goede poging gedaan de opera fris voor de dag te laten komen. Zijn Figaro speelt zich af in een fabriekshal waar filmopnamen worden gemaakt. Tijdens de openingsscène met Figaro en Susanna zie je dan ook de andere personages ‘achter de schermen’ aan een tafel zitten, wachtend op hun entrees.
Door de personages het verhaal van Mozart te laten spelen, ondervangt De Lange de nodige inconsequenties tussen het verhaal van Da Ponte en de moderne setting en lijkt hij het acteerwerk van de solisten naar een hoger niveau te duwen. Want theatraal geeft de gehele cast een onderhoudende voorstelling, zij het met wat weinig humor en wat veel clichégrappen van erotische aard.
Met deze insteek kroont de regisseur bovendien ‘het spel’ tot het thema van zijn productie, getuige ook de groteske operagebaren van de solisten in het slotensemble. Een fraaie afsluiter.
Jammer genoeg krijgen cast, koor en orkest de opera niet helemaal van de grond. Het Nederlands Symfonieorkest speelt subtiel en fijn, maar ook timide. Te timide. Onder leiding van Jan Willem de Vriend zakt het volume vaak zodanig dat de solisten aardig in hun hemd komen te staan. Zeker de strijkers gaan naar mijn idee veel te verlegen over de snaren.
De vertolkers van de graaf (John Chest) en Figaro (John Molley) leggen evenmin veel gewicht in de schaal. Zeker, hun stemmen zijn fraai en hun interpretaties lovenswaardig, maar het is zo dunnetjes. Dat geldt nog het meeste voor Chest, die vooral op zwembroekgeniekheid gecast lijkt te zijn.
De Susanna van Claire Ormshaw is weinig opvallend, maar gelukkig blaast Johanni van Oostrum als de gravin muzikaal leven in de voorstelling als ze in de tweede akte voor het eerst opkomt (‘Porgi, amor, qualche ristoro’). Met serene stem, een grote dosis stijl en heerlijk delicate noten geeft ze de oren wat ze verdienen bij een opera van Mozart.
Ook Karin Strobos (Cherubino) en Erik Slik (Basilio) zingen voortreffelijk, terwijl Christine Tocci (Marcellina) in haar solo’s pijnlijk duidelijk maakt hoe mager het volume van de meeste andere solisten is.
Het premièrepubliek in Enschede kan het echter allemaal zeer waarderen en iedereen – van zangers tot dirigent en regisseur – krijgt een genereus applaus. Zelf zit ik in dubio hoe geslaagd deze nieuwe Figaro nu echt is. Ik zou zeggen: ga het zelf bekijken.
Le nozze di Figaro is tot en met 21 april nog tien keer te zien in theaters in heel het land. Zie voor meer informatie de website van de Nationale Reisopera.
4Reacties
onee….. een recensie geschreven van uit de eerste persoon enkelvoud…
Ben het in alle opzichten met Jordi Kooiman eens.
De set die ook echt een set is, ik heb dat vaker, op tv, gezien.
Vind dit procédé net zo zwak als een columnist die in zijn column
schrijft dat hij een column moet gaan schrijven.
En van De Vriend had ik meer `Harnoncourt` verwacht.
P.S.: @lalala: had ook ìk het bovenstaande in de pluralis
majestatis moeten schrijven?
@kersten: haha!