Hoofdredactioneel: De kracht van Bach
Het is weer Matthäus-seizoen. Tegen Pasen barst dat jaarlijks los in Nederland. Overal worden uitvoeringen gegeven van de Matthäus-Passion. Van hoogopgeleide professional tot aandoenlijke amateur, iedereen grijpt naar Bach, wordt gegrepen door de muziek van Bach of vergrijpt zich aan Bach. Zolang de intenties deugen en de kwaliteit goed is: doen!
Kun je in Frankrijk op een snikhete augustusdag een Matthäus-Passion tegenkomen in de programmering van een Provençaals Barokfestival, hier in Nederland worden de passies van Bach uitsluitend in de weken voor Pasen uitgevoerd.
Het iets kleinere broertje, de Johannes-Passion lijkt aan een inhaalbeweging bezig te zijn. Mogelijk is het de geest van de tijd – die van het positivisme van Ben Tiggelaar en Eckhart Tolle – dat het blijmoedige begin van de Johannes terrein wint ten opzichte van de treurnis van de Matthäus. Die eerste begint met: ‘Herr, unser Herrscher, dessen Ruhm in allen Landen herrlich ist!’, terwijl de Matthäus meteen zwaar aanzet met ‘Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen’.
De Nederlandse traditie begon zeker niet met de oer-uitvoering, waarover de kenners nog graag discussiëren. Was het 1727 of 1729? Het was in elk geval Leipzig. Ook aan de eerste uitvoering van de door Mendelssohn herontdekte Matthäus-Passion, op 11 maart 1829, ontlenen wij niet de huidige Bach-praktijk.
Niet iedereen was even zwaar onder de indruk. Heinrich Heine, die er die avond in Berlijn bij was, moet gezegd hebben: ,,Ik heb vanavond 50 cent verdiend. Want mijn entreebiljet heeft me een gulden gekost terwijl ik me voor anderhalve gulden verveeld heb.” En toen ging het ook nog om een ingekorte versie…
Recordhouder in Nederland bij het uitvoeren van de Matthäus is het Philharmonisch Koor Toonkunst Rotterdam dat in 1870 de première voor Nederland had. Het koor bestaat nog altijd en voert ook dit jaar weer Bachs passie uit in De Doelen in Rotterdam.
Anno 2012 mag er bijna alles met Bach. Massale meezing-uitvoeringen voor amateurs maar ook een ‘New Generation Mix’ door vooraanstaande dj’s als Joost van Bellen en Laidback Luke. Een instrumentale versie met een gierende rockgitaar die ‘Aus Liebe’ speelt. Allemaal al eens gedaan. De ontwikkeling van een Matthäus-app voor de iPhone – en graag ook voor Android – het zal nog een kwestie van weken zijn.
Een uitvoering van de Matthäus-Passion is nooit ver weg. Een oppervlakkig online onderzoekje leert dat er deze weken ver over de honderd uitvoeringen van de Matthäus-Passion zijn. In alle delen van het land brengen goedbedoelende amateurs hun Matthäus. Er wordt gezwoegd op de partijen en als het financieel haalbaar is, komt er versterking door professionele solisten. Dat zijn zeker niet altijd de eersten de besten.
In die kerken en zalen buldert het koor, is het tempo eerder gestaag dan walsend en wordt er romantisch, groot en met wat meer aandacht voor het drama in de muziek gespeeld. Reken maar dat er goed geoefend is op een donderend ‘Barrabbam!’ door de koren. Niks mis mee.
Het aardige van al die uitvoeringen is dat ze veelal vanuit een heilig ontzag voor het origineel gemaakt worden. Wat mij betreft is vooral van belang dat er de oprechte intentie is de muziek van Bach recht te doen en, oh ja, een beetje vocale kwaliteit. In elk geval de kwaliteit die het je mogelijk maakt Bach echt te zingen. Een arrangementje voor het gemak, van mij mag het.
Maar als Gerard Joling de originele Bach probeert te zingen, zelfs als dat onder de kundige leiding van Maarten Koningsberger in de EO-televisieserie gebeurt, dan doet het pijn aan de oren. De zangpartijen bij Bach zijn veeleisend, en daar heeft de nachtegaal uit Alkmaar echt de vocale kracht niet voor.
Alles mag met Bach. En toch wil ik hier graag een monumentje oprichten voor de Bach-vorsers die met heel veel geduld, moeite en soms tegen de stroom in, zoeken naar de ‘echte’ Bach. Die nadenken over de manier waarop de muziek in de Thomaskirche in Leipzig moet hebben geklonken. Die de pracht en praal van het brullende koor van Mengelberg hebben durven vervangen door kleine koren, in een poging recht te doen aan de originaliteit van Bachs compositie. Bij wie de klassieke religiositeit die bij de Matthäus leek te horen (verboden te applaudisseren) is vervangen door de minstens zo spirituele poging door te dringen tot de kern van de muziek en het werk. In die uitvoeringen komt de kwaliteit en complexiteit van Bachs muziek nog beter tot zijn recht.
Ik zou zeggen: ga naar de amateur-uitvoeringen, ook als het koor wat wiebelt en het tempo wat traag is, en geniet daar van het enthousiasme. Maar ga ook naar de Nederlandse Bachvereniging, luister naar de benadering van Frans Brüggen met zijn Orkest van de Achttiende Eeuw, verbaas u over de nieuwe kleuren die u hoort bij de uitvoering door La Petite Bande.
Op de redactie van Place de l’Opera is wel eens discussie geweest. Is opera-publiek ook Matthäus-publiek vice versa? Verdient het Matthäus-seizoen aandacht in dit digitale magazine dat gewijd is aan opera en aanpalende vocale muziek. Wat vindt u?
3Reacties
“Aan Bach is een groot operacomponist verloren gegaan.” (Ton Koopman)
Een ‘geënsceneerde’ Matthäus is te zien op deze registratie uit Berlijn (Simon Rattle / Peter Sellars)
http://www.youtube.com/watch?v=cm3B6Lxo97o&list=UUtRkmSO4PrhJ4TzNOmFIwjw&index=1&feature=plcp
Van mij mag het! Gisteren naar een weergaloze uitvoering geweest van de Johannes-Passion onder leiding van Christoph Prégardien.Hartverscheurend drama. Daar kan geen opera tegen op!
Bij voorbaat evt. excuus voor mijn persoonlijke toelichting!
Ik was/ben op de eerste plaats stemmengek – product van Leo Riemens`
radioprogramma`s Uren der zangkunst-, vervolgens natuurlijk opera.
In de loop der jaren breidde mijn interesse zich logischerwijze
enigszins uit richting Lied, cantate, oratorium. Voor mij verdient
de zeer dramatische Matthäus dan ook alleszins de aandacht van Place de l` Opera!
Wat het Matthäus-publiek betreft: dit kan nogal heterogeen van
samenstelling zijn. Voor de een staat het muzikale element voorop,
voor de ander het religieuze en voor weer een ander het sociale.
Naar mij is gebleken zijn er die hun jaarlijkse Matthäusbezoek als een corvée zien..