Dolhuys Kermis vol melancholie
Met de nieuwe productie Dolhuys Kermis is het Haagse OPERA2DAY een verassende weg ingeslagen. Geen theater, geen rijen stoelen en geen voordoek. En eigenlijk ook geen reguliere zangers/acteurs. In de voorstelling Dolhuys Kermis lijkt alles echt.
In het oude NEBO-ziekenhuis heeft alles wat in de nieuwe locatievoorstelling van OPERA2DAY gebeurt, wat het publiek hoort en ziet, een echtheid die zowel geestig als indringend en beklemmend is. De bezoekers van de voorstelling in Scheveningen zijn letterlijk bezoekers van het gebouw en de patiënten. Ze dragen een badge zodat ze zich voor iedereen onderscheiden van de patiënten.
Het wat vervallen pand aan de Scheveningseweg heeft de sfeer van een oud psychiatrisch ziekenhuis zoals dat tot ver in de jaren zestig van de vorige eeuw overal in Nederland was te vinden. Nadrukkelijk medisch, bedoeld voor separatie van de patiënten uit de maatschappij en voorzien van passend materiaal, zoals dwangbuizen en elektroshock-apparatuur.
De naargeestigheid van de omgeving wordt wat gerelativeerd door de geneesheer-directeur die de bezoekers zal rondleiden. Het is Dolhuys Kermis: net als in de late middeleeuwen en nog lang daarna, staat het gesticht open voor publiek. Net als toen heeft het publiek entreegeld betaald om zich te laten vermaken door waanzin en melancholie.
De rondleider meldt nog even de huisregels, ‘patienten niet frontaal in de ogen kijken en niet klappen na de muziek want daar schrikken ze van’, en neemt het publiek dan mee het gebouw in. De patiënten die lusteloos en met lege blikken in de ogen al klaar zitten in de aula staan langzaam op en zingen L’humor grave van de zestiende-eeuwse componist Orazio Vecchi.
Het oude psychiatrische begrip melancholie is volgens de makers van de voorstelling synoniem aan wat we tegenwoordig depressie noemen en vormt de muzikale lijn door de voorstelling. In de tijd dat waanzin en melancholie als begrippen samenvielen, schreven componisten, waaronder Monteverdi en Carissimi, hun lamenti: klaagzangen die vaak over de liefde gingen. Niet de coloratuur maar de expressie en het drama bepaalden het effect van zo’n aria.
De route door het gebouw gaat door. Overal zijn patiënten en anderen die met tekst en muziek het bezoekende publiek deelgenoot maken van hun melancholie. Zoals in de kelder. Die staat deels blank, niet vanwege de regenbuien, maar omdat daar onder in het gebouw de tranen van de bezoekers worden opgevangen, zo vertelt de conciërge.
De link tussen de locatie, een oud ziekenhuis als psychiatrische inrichting, de melancholie van de patiënten en de muziek die in lamenti die melancholie toonzette, is op allerlei manieren in de voorstellingen uitgewerkt. Daarbij springt men vrij moeiteloos van de laat-middeleeuwse opvattingen over psychiatrie, via de meer recente praktijken in de vorige eeuw naar het heden. Vooral de teksten van de ‘geneesheer-directeur’ springen alle kanten op en soms dreigt het cabaret-alarm.
Tussen al die gekte is er ook muziek, die wat minder centraal staat dan je bij opera zou kunnen verwachten. Daarmee is Dolhuys Kermis uiteindelijk vooral een zeer uitgewerkte locatievoorstelling waarbij alles is gedaan om het publiek te laten voelen en ervaren hoe de confrontatie tussen de ‘normale’ buitenwereld en de waanzin binnen verloopt.
Concept en regie zijn van Serge van Veggel. Met bijdragen van het vocaal ensemble Vox Luminis, countertenor Jan Kullmann en nog heel veel andere vocalisten en musici is de muzikale kwaliteit, onder leiding van Hernán Schvartzman, goed voor elkaar. Door omstandigheden heb ik niet alle muzikale onderdelen van de voorstelling kunnen zien.
Wie zich letterlijk wil laten meevoeren in de wereld van de melancholie, begeleid door muziek die juist dat gevoel heeft toongezet, kan nog op vrijdag 22 juni om half negen terecht. Komend weekend zijn er op zaterdag 23 en zondag 24 juni steeds twee voorstellingen, om 14.00 uur en om 20.30 uur.
Informatie over kaartverkoop en locatie vindt u op de website van OPERA2DAY.
1 Reactie
Ik heb de laatste voorstelling zondagavond gezien en vond het, samen met een aantal voorstellingen die ik op de Operadagen R’dam heb meegemaakt, een van de indrukwekkendste voorstellingen van dit jaar. De locatie hielp natuurlijk, het bijna spookachtige gebouw waar de sfeer van vroeger nog zo voelbaar is, de acteurs, de uitstekende zangers en instrumentalisten die op vaak zeer indringende en directe manier op de diverse etages, gangen en ruimtes hun lamentaties vertolkten, dit alles bij elkaar heeft zeer veel indruk achter gelaten. Complimenten hoe dit allemaal is samengesteld. De vervulling die ik bij b.v. Parsifal zo miste, vond ik hier helemaal.