Recensies

Delft Chamber Music Festival op weg

In Delft ging het jaarlijkse Delft Chamber Music Festival van start, met een programma vol instrumentale en vocale muziek. Artistiek leider Liza Ferschtmann had vrienden en collega’s verzameld voor een festival dat Op Reis! als thema heeft. Robert Holl trad voor het eerst sinds zijn ziekte weer op in Nederland.

foto: Thijs Tuurenhout

Het is het drukste weekend van het jaar, met een ‘zwarte zaterdag’ waarop grote stromen mensen door Europa reizen. Die mensen verplaatsen zich met een riant vliegtuig, een airco-trein maar vaak ook in een auto. Vol, en een beetje benauwd.

Bij het begin van de reis die het Delft Chamber Music Festival de komende negen dagen maakt was het wel toepasselijk vol, en een beetje benauwd.

De met een glazen dak overkapte binnenplaats van museum Het Prinsenhof is behoorlijk ruim, maar bij een openingsconcert waarbij elke stoel en elk stoeprandje bezet was, wil de temperatuur op een zomeravond nog wel oplopen. Niet dat daarover geklaagd werd, de sfeer was vooral verwachtingsvol. Het festival heeft in zijn 16-jarig bestaan een eigen publiek opgebouwd, waarbij veel mensen elkaar kennen.

Bij binnenkomst vonden de bezoekers op hun stoel het tekstboekje voor de avond en een sjiek gedrukt kaartje, met een spreuk over reizen. Dat is dit jaar het thema van het festival. Er waren veel verschillende varianten van de kaartjes, het mijne bevatte een tekst van René Descartes: “Reizen is bijna als praten met mensen uit andere eeuwen”.

Artistiek reisleidster Liza Ferschtman opende het festival voor het publiek in de zaal, de radioluisteraars, de kijkers op een scherm buiten en de liefhebbers die via internet konden meekijken in het Delftse museum.

Hoorniste Marie-Luise Neunecker en pianist Enrico Pace speelden als opening van de avond de Althoornsonate van Hindemith en daarna kon, zoals het kaartje op mijn stoel meldde, het gesprek met mensen uit andere eeuwen beginnen. Dat waren niet de eersten de besten, romantici Schubert en Schumann zouden gaan vertellen hoe reizen verbonden is met heimwee, het gevoel nergens thuis te zijn maar ook met landschappen en vergezichten.

Het was een bijzonder moment toen Robert Holl en zijn begeleider Rudolf Jansen het podium betraden. Holl kon het laatste halfjaar door acute ziekte niet optreden en stond voor het eerst weer voor een Nederlands publiek. De eerste indruk was dat hij niets van zijn fysieke kracht verloren had.

Dat bleek ook voor zijn vocale kwaliteit te gelden. Meteen in het eerste lied, ‘Der Wanderer an den Mond’, werd er vocaal veel gevraagd van de bas/bariton, met enkele hoge passages. In opperste concentratie bezong Holl het verhaal van de wandelaar, die met afgunst bezingt hoe de maan in de hemel zijn thuisland heeft, terwijl de wandelaar nergens thuis is.

Robert Holl en Rudolf Jansen (foto: still uit de video van DCMF)

In de Schubertliederen die in het eerste deel van het recital klonken, legde Holl een sterke, expressieve melancholie in zijn voordracht en zang. Hij klonk krachtig en verzorgd, was wat voorzichtiger soms bij de hoogte maar zong met de trefzekerheid van een vocalist die zijn instrument door en door kent en beheerst. De ogen gesloten, geen partituur, een kenmerkend beeld van de liedzanger Robert Holl.

De stenen muren van de museumbinnenplaats en het glazen dak doen vrezen voor akoestische problemen maar de zaal klinkt, dankzij grote absorptievleugels uitstekend. De vleugel van Rudolf Jansen mengde in fraaie balans met de stem van de zanger.

Hoewel Schubert en Schumann muzikaal verwant zijn, klonken de liederen van Schumann in het tweede deel van het recital wat lichter, iets zwieriger, alsof Schumann het drama wat meer doseert. De teksten van ‘Mein Wagen rollet langsam’ en ‘Die beiden Grenadiere’, beide van Heine, verhalen van een rit door ‘lustiges Waldesgrün’ en van de trouw van soldaten aan hun keizer. Allemaal met net wat meer luchthartigheid. Met ‘Nachtlied’, op tekst van Goethe, eindigde het recital.

Op de weg terug

Kort na zijn optreden kon ik aan Robert Holl vragen hoe het met hem was. Een half jaar geleden moest hij al zijn optredens afzeggen door acute gezondheidsproblemen.

“Het ontstond in januari, toen we al aan het repeteren waren voor De legende van de onzichtbare stad Kitjesj bij De Nederlandse Opera. Ik zou de rol van Prins Joeri Vsevolodovitjs zingen in de opera van Rimski-Korsakov. Ik kon ze laten zien waar het fout zat in mijn mond, en ik moest mijn rol teruggeven”.

“Er is aan de linkerkant van mijn gezicht een zware behandeling nodig geweest. Nu herstel ik, met fysiotherapie om de spieren losser te maken. Ik heb mijn concerten moeten afzeggen, ook Bayreuth voor deze zomer. Ik ben er geweest en heb het geprobeerd, König Marke, met orkest, maar dat is nog te zwaar. Liederen gaan goed, al moet ik nog wel wat technischer zingen, letten op wat er komt in de partituur”.

“Het was een voordeel voor mijn leerlingen, ik had voor hen de laatste tijd meer ruimte. Mijn eerste volledige optreden in Nederland zal in december zijn, dan zing ik -ook dan begeleid door Rudolf Jansen- in het Concertgebouw onder andere ‘Liederkreis’ van Schumann”.

En terwijl de zanger het gebouw van het Prinsenhof inloopt, zegt hij: “Het gaat de goede kant op, ik ben op weg”.

Informatie

Het Delft Chamber Music festival duurt nog tot 12 augustus. Op de website vindt u alle informatie over de concerten, onder andere dat van zondag 5 augustus, als er een reis naar het vervlogen Wenen wordt gemaakt. Robert Holl zal dan liederen Wolf en Schandl zingen.

Vorig artikel

YouTube-portret: Simone Kermes

Volgend artikel

Domingo en Harteros glanzen in Boccanegra

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.