Operarecensie

Mojca Erdmann mist snaar in recital

De beeldschone lyrische sopraan Mojca Erdmann keerde dinsdagavond na twee jaar terug in de Vocale Serie van het Concertgebouw met liederen van Schubert en Strauss. Technisch zong ze bijna perfect. Fijnzinnig was haar expressie in verbeelding, maar haar uitvoering raakte je toch niet. Het publiek reageerde kritisch.

Mojca Erdmann (foto: Felix Broede).

De Duitse Mojca Erdmann (ze dankt haar voornaam aan een Sloveense moeder) is al een tijdje succesvol in operaland. Toen ze haar contract als ensemblelid bij de Komische Oper in Berlijn na zeven jaar verbrak, liep het storm met engagementen. Vooral Mozart-rollen staan hoog op haar repertoirelijstje.

Even opsommen. In 2006 debuteerde ze in Zaide tijdens de Salzurger Festspiele. Twee jaar later zong ze de rol van Blondchen in Mozarts Die Entführung aus dem Serail bij De Nederlandse Opera in Amsterdam en in het vorige operaseizoen trad ze voor het eerst op in het Metropolitan in New York, als Zerlina in Don Giovanni.

Het cd-label Deutsche Grammaphon raakte zo onder de indruk van haar mooie timbre en expressieve stemgeluid dat ze de meest geliefde Mozart-aria’s mocht opnemen onder de titel Mozart’s Garden. Maar als je ‘Mozart’ goed zingt, betekent dat nog niet automatisch dat je ook melancholische en zwaarromantische liederen van componisten als Schubert en Strauss kunt zingen. In het geval van Erdmann niet.

Erdmann kwam afgelopen dinsdag aan de hand van begenadigd begeleider Gerold Huber op in een haute couturejurk waar grote juwelen op afgebeeld stonden. Een bijzonder zomerse outfit, die haar toch al jeugdige en sportieve uitstraling extra glans gaf.

De eerste liederen van Franz Schubert vond ik prima bij haar lichte en veelzeggende stem passen. In ‘Seligkeit’ bijvoorbeeld was ze leuk, vrolijk en klonk haar stem romig in het hoge register. En in ‘Liebe schwärmt auf allen Wegen’ toonde ze een grappige ondeugendheid.

Maar toen kwam ‘Am Grabe Anselmos’, een lied over een overleden geliefde. Erdmann maakte fijne betekenisvolle handgebaren en serieuze uitdrukkingen, maar wat ze zong, beroerde je niet. En ook de volgende liederen bleven zonder nuance en waren eentonig. Dat lag echt niet aan Huber. Hij speelde geconcentreerd en imponeerde enorm in een lied als ‘Gretschen am Spinnrade’ met ijzersterke snelle loopjes.

De blonde sopraan zong later liederen van Richard Strauss. Een enkele keer, zoals in ‘Schlechtes Wetter’, leek ze met luide operastem over het publiek heen te willen zingen. Het werd wat scherp in de hoogte. Melancholische liederen als ‘Allerseelen’ en ‘Die Nacht’ kregen wederom uitmuntende pianobegeleiding: puntig en zonder heel nadrukkelijk aanwezig te zijn. Maar met de vocale uitvoering van deze liederen zonk je niet weg in heerlijke zwaarmoedigheid; het kwam niet tot leven.

Gerold Huber (foto: Gunar Streu).

Bij ‘Morgen’ uit Vier Lieder werd het beter. De pianomuziek kroop onder je huid, met Erdmann op gepaste afstand. De vertolking was mooi en indringend, maar ze interpreteerde het anders, minder gedragen dan je misschien gewend bent. Duidelijk was wel dat ze met dit onbeschrijflijk mooie lied een meer gevoelige kant van haar persoonlijkheid liet spreken.

In de pauze mopperde een dame dat ze de sopraan pedant vond en dat het schalks kijken een maniertje was om iedereen in te pakken. Ook zou Erdmann niet genoeg levenservaring op hebben gedaan om Schubert- en Strauss-liederen te kunnen zingen. Daar valt wat over te zeggen.

Erdmann was helemaal niet pedant. Voor mij is zij een vakvrouw met ambitie en een fantastisch jeugdige uitstraling. Daarbij hoef je ook niet de hele wereld op je schouders meegedragen te hebben om ernstige liederen te kunnen zingen. Je moet repertoire zoeken dat bij je past. En liederen en aria’s zoals van Mozart waar je schalks bij moet kijken passen nou eenmaal het beste bij haar.

Sommige mensen in de zaal gaven haar amper applaus. Waarom? Laad je je zo leiden door je kritiek en vergeet je dat twee mensen op het podium hun uiterste best deden? Het zei meer over het publiek dan over de uitvoerenden. Van mij kreeg ze wel applaus en als ze in Amsterdam weer een opera komt zingen, ga ik zeker kijken.

Meer informatie over de vocale en andere concerten in het Concertgebouw: www.concertgebouw.nl.

Vorig artikel

Podcast: Miranda van Kralingen

Volgend artikel

Hyper- en surrealisme in Nixon in China

De auteur

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik is cultuurjournalist, filmprogrammeur en trainer. Hij schrijft voor onder meer de Gooi- en Eemlander, HDC Media, Cultuurpers en Place de l’Opera.

2Reacties

  1. Aat Klompenhouwer
    20 december 2012 at 15:18

    Een goed geschreven recensie.
    Ik volg Mojca Erdmann al vele jaren. Dit jaar o.a. tijdens de Schubertiade in Schwarzenberg als een stralende ster. Zij is een voorbeeld van de nieuwe generatie Liedzangers. Niet altijd vergelijkbaar met vroegere stemmen. Te perfect. Een volledige beheersing van haar stem. Als sopraan een mooie zuivere hoogte. Vergelijkingen als liedzangeres met een operazangeres moet je zeker niet maken. Twee totaal verschillende disciplines. Het niet applaudisseren vind ik een symptoom voor het concertgebouw publiek. Het staat stoer als uiting van ik ben een zogenaamde kenner.

  2. d, tecker
    21 december 2012 at 11:48

    Dit recital had de aankondiging “Gerold Huber, pianist en zanger” kunnen dragen.
    Graag zou ik een toelichting willen lezen van de heer Klompenhouwer op zijn constatering dat Mojca Erdmann een voorbeeld is van de nieuwe generatie Liedzangers, want ik mag hopen van niet. Overmatig vibrato, wankele intonatie en overacting zijn niet de kwaliteiten die deze kunst behoeven. Voeg daarbij de kern van het lied, t.w. het overbrengen van de tekst, die de leidraad van de muzikale uitbeelding is. Naar mijn oren is deze sopraan dan ook geen liedzangeres.
    Ja, opera en lied zijn twee verschillende disciplines en gelukkig zijn er ook heden ten dage zangers die in beide schitteren.
    Tot slot: deze luisteraarster behoort ook al meer dan een halve eeuw tot het Concertgebouwpubliek en de kunst is om een toegewijd én kritisch hart en oor te behouden, zodat de liedkunst in al haar glorie blijft voortbestaan.