2012 was een moeilijk jaar voor Robert Holl. Maar in december stond hij er weer, op het podium van de Kleine Zaal van het Concertgebouw in Amsterdam. Voor zijn optreden sprak Place de l’Opera met hem. Over heden, verleden en toekomst.

Robert Holl (1947) is al vanaf zijn conservatoriumopleiding professioneel zanger. Hij begon met het oratorium, later kwamen daar de opera en het lied bij. Hij zong grote rollen in Bayreuth, zoals König Marke in Tristan und Isolde en Hans Sachs in Die Meistersinger von Nürnberg.

In 2012 zou Holl voor het eerst optreden in een geënsceneerde rol bij De Nederlandse Opera. Tijdens de repetitieperiode in januari moest hij zijn rol als Prins Joeri Vsevolodovitsj in De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja echter teruggeven. Er was kanker geconstateerd.

Het afgelopen jaar moest hij voortdurend uitproberen wat hij aankon. Zingen met orkest was aanvankelijk te zwaar, maar optreden met Rudolf Jansen in Delft, afgelopen zomer, lukte wel. Eind november vond zijn eerste optreden met orkest plaats.

Robert Holl was in december in Amsterdam voor een recital in het Concertgebouw. Liederkreis van Schumann stond centraal in zijn programma. Hij komt op 9 februari met dat programma nog een keer terug naar Nederland, naar de Nieuwe Kerk in Den Haag, ook dan begeleid door Rudolf Jansen.

Rond zijn optreden in Amsterdam spraken we met de bas-bariton, over de eerste jaren van zijn carrière, de lessen van Hans Hotter, over hoe hij voor Bayreuth werd gevraagd door Daniel Barenboim, over het lied en over zijn plannen voor de komende tijd.

Zie voor meer informatie de website van Robert Holl.