CD-recensiesFeatured

Salzburgs eerste Bohème overtuigt

De productie van La Bohème was ’talk of the town’ tijdens de Salzburger Festspiele van 2012. Het is bijna niet te geloven, maar het was de allereerste keer dat Puccini’s meesterwerk aan de chique festivalgangers aan de Salz gepresenteerd werd. Het unicum is nu op dvd te bewonderen.

Als regisseur stelde de Salzburger Festspiele de jonge Italiaan Damiano Michieletto aan. Michieletto (let op Amsterdammers: hij gaat voor ons Fastaff doen in 2014!) heeft ondanks zijn jonge leeftijd al het een en ander op zijn naam staan, onder meer Svanda Dudák van Weinberger, door operacritici uitgeroepen tot operaproductie van het jaar (Wexford Opera Festival 2003).

Zijn productie van La Bohème is een beetje bizar, maar het klopt wel en de moderne setting doet geen geweld aan de muziek. Het libretto is nog steeds herkenbaar, al vind ik de ‘Momus scène’ iets te veel van het goede.

De derde akte speelt zich grotendeels af bij een soort snackbar aan de besneeuwde snelweg. Nee, het staat niet in het libretto, maar ik vind het een goede oplossing. Er bestaan namelijk geen stadspoorten meer die ’s nachts dichtgaan.

Voor de rest: denk aan Google Maps als plaatsaanduiding, Parijse huisjes en gebouwen als decor en rekwisieten, spijkerbroeken en kleurrijke sjaals als kostuums en een gedoofde sigaret in plaats van een kaars. Maar er is een bed!

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik word door het kijken beïnvloedt, zeker als mijn ogen op een zeer aantrekkelijke spektakel worden getrakteerd. Geloofwaardigheid speelt dan ook een rol, net als bij een speelfilm, en al weet ik dat de werkelijkheid er meestal anders uitziet, toch wil ik mij in een soort droom koesteren. Ook bij opera.

Met andere woorden: ik weet het niet of ik alle stemmen zo geweldig zou vinden zonder visie, maar die hebben wij eenmaal en daar is niks mis mee. Ook omdat Michieletto een meester in personenregie is.

Anna Netrebko is geen ballerina meer, maar zij is nog altijd heel erg mooi. Laat ik het zo zeggen: zij is een vrouw geworden en dat doet haar goed. Niet alleen haar uiterlijk, ook haar stem heeft er baat bij gehad. Ik hoor er de warmte in die er eerder niet was. Meer diepte. Diepgang ook. Meer gevoelens. Ik hoor er ook een oprechte liefde, al wil de regisseur ons in eerste instantie laten geloven dat het haar puur om seks te doen is. Nou ja, aan de andere kant: seks kan ook verwarmend zijn?

Rodolfo (een zeer afgeslankte Piotr Beczala) is voorzien van een sikje en draagt een grote vierkante bril in een zwaar montuur. Zij stem klinkt, ondanks problemen met een verkoudheid, gezond en stralend en zijn hoge noten worden met de dag mooier. Zijn techniek is meer dan perfect, waardoor hij zich steeds meer op het acteren kan concentreren. Ik ken waarlijk geen andere zanger van zijn generatie die een betere Rodolfo kan neerzetten.

Nino Machaidze is een adembenemende Musetta, zeker om te zien. Maar zet het beeld uit of doe gewoon je ogen dicht en wat er overblijft, is een prachtige stem met mooie en soepele hoogte, maar als karakter nogal ééndimensionaal. Musetta is een vrijgevochten vrouw, kittig en flirterig, maar met een hart van goud. Zij houdt ook oprecht van haar Marcello. Geen makkelijke opgave om de gevoelens bij de luisteraar over te brengen, zeker als je eigenlijk maar één aria tot je beschikking hebt!

Massimo Cavaletti is een schitterende Marcello en Carlo Colombara (Colline) neemt zeer ontroerend afscheid van zijn jas. De mij onbekende Alessio Arduini is een kleurrijke Schaunard.

De orkestklank is prachtig. Daniele Gatti heeft duidelijk affiniteit met Puccini! Al met al zeker aanbevolen, mits u niet van moderne regie gruwt.

Vorig artikel

Prégardien zingt Winterreise in A'dam

Volgend artikel

Purcell Gala krijgt voortreffelijk vervolg

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

22Reacties

  1. Hella
    6 februari 2013 at 16:06

    Meningen verschillen nu eenmaal en wat mij betreft was deze voorstelling nu niet bepaald mijn smaak.
    Stemmen zijn één zaak, setting een andere.
    Wanneer tekst en beeld niet in overeenstemming zijn begint voor mij ” het probleem”.
    Over kleuren en smaken valt nu eenmaal niet te discussiëren.
    Hella Georgette

  2. olivier
    6 februari 2013 at 17:29

    SNACKBAR RIGOLETTO – voor alles wat u eigenlijk niet lust maar wel door de strot geduwd krijgt

    Natuurlijk, Hella, ervaar je het als een probleem wanneer tekst en beeld niet in overeenstemming met elkaar zijn. Dat bewijst dat je nog helder van geest bent, en niet bevangen door de collectieve zinsbegoocheling waarmee de meest krankzinnige vormen van regietheater voor zoete koek geslikt worden. Volgens de recensente is de regie die Michieletto aan de “Salz” (Salzach?) presenteerde “een beetje bizar, maar het klopt wel”.

    Een bizarre productie die klopt, hoe “contradictio in terminis” wil je het hebben? Voor de opera worden blijkbaar aparte maatstaven aangelegd, want eigenlijk kunnen we hier niets anders in lezen dan “de grootst mogelijke waanzin maar welwillend tegemoet getreden want het is immers opera”?

    Ook deze passage in de recensie is hilarisch: “De derde akte speelt zich grotendeels af bij een soort snackbar aan de besneeuwde snelweg. Nee, het staat niet in het libretto, maar ik vind het een goede oplossing. Er bestaan namelijk geen stadspoorten meer die ’s nachts dichtgaan.”

    Ik vind het een goede oplossing? Oplossing? Voor welk probleem, vraag je je af. En als er een probleem is, namelijk het probleem van niet-congruente tekst en toneelbeeld, dan is dat toch een probleem dat door de regiewaanzin zelf geschapen wordt. Het argument “dat erg geen stadspoorten meer zijn die ’s nachts dichtgaan” roept ongekende precedenten op. Gaan we nu ook de Nachtwacht overschilderen omdat er geen schutterscompagnieën meer zijn?

    Muziekhistoricus Brian Robins heeft in zijn artikel “Regietheater – The death of opera” ( http://www.earlymusicworld.com )de arrogantie van de regiemaffia in één enkel zin doeltreffend samengevat: “All this is avowedly done under the pretext of producing cutting-edge productions that arrogantly assume that audiences need to be put in touch with the modern world when they enter the opera house.”

  3. Antonio
    6 februari 2013 at 18:40

    Beste Olivier,

    soms denk ik dat jullie Nederlanders alleen maar in zwart/wit kunnen denken. Het is of Zefirelli of modern, anders bestaat niet. Het is of oude muziek of modern, heel erg modern.
    Romantiek mag, mits er geen kleuren zijn.
    Ik, een Italiaan van bijna 70, ik houd van mijn Verdi’s en Puccini’s. Ik ben gek op Zefirelli, maar ik heb het al zo vaak gezien!
    De wereld gaat door, het leven gaat door, de liefde gaat door en ook de dood. Die gaat ook door.
    TBC bestaat niet meer, sneeuw zien wij meestal alleen maar op oude plaatjes en zefs de armste kunstenaars hebben inmiddels een verwarmd huis.
    Zefirelli blijft numero uno, zonder twijfel, maar …. maar waarom laten we ons niet tenminste een beetje overtuigen, dat het ook anders kan?
    De productie uit Salzburg heb ik op Arte gezien en heel erg veel van genoten, al is het met kanttekeningen.

    De vergelijking met Rembrandt en zo gaat niet op en ik neem aan dat u, als een nadenkend mens het ook wel weet waarom niet.

    met vriendelijke groeten van Antonio Mario

  4. Loesje
    6 februari 2013 at 20:07

    Antonio
    Ik ben niet zo blij met de kwalificatie ‘jullie Nederlanders’, alsof dat wel een homogene groep is.
    Overigens heb ik dat artikel van Brian Robbins gelezen, zoals die man zich afzet tegen alles dat ook maar een beetje afwijkt van zijn ideaal model voor een operavoorsteling, frightening.

  5. Antonio
    7 februari 2013 at 08:40

    Loesje – helemaal gelijk, ik had de woorden niet moeten gebruiken. Let wel op dat ik zei “soms denk ik”…

    In principe ben ik tegen concepten en “regietheater”, maar als iets goed is dan is het goed. Niet alles vroeger was beter en zo’n “ouderwetse” bordkartonnen Rigoletto vind ik misschien nog erger dan Las Vegas (die moet ik nog zien, dus daarover heb ik nog geen mening).

  6. georgette hella
    7 februari 2013 at 08:43

    Antonio,

    Sorry maar ik ben Belgische. Heb net de voorstelling in Amsterdam van Guillaume Tell bijgewoond en mij hoor je niet klagen , integendeel.Dus : zwart/wit-denken , neen. Kleuren mag maaaar : graag nog binnen de lijntjes.
    Dank je wel Olivier : bizar ?? – oplossing ?? Je vat perfect samen wat ik bedoel.

  7. .erda
    7 februari 2013 at 11:53

    Weet er iemand of de DVD de stem van Beczala heeft? of de “doublure” van Jonas Kaufmann. Die heeft nl. de premiere in de orkestbak gezongen met Beczala op het toneel omdat Beczala die avond verkouden was. Zou een interessant document kunnen zijn als dat zo was. Over de productie … die heeft me erg ontgoocheld! inderdaad, tekst en beeld klopten helemaal niet en ook de interpretatie van Netrebko (nou ja waarschijnlijk opgelegd door de regisseur) beviel me niet echt. Toegegeven, Mimi is misschien niet het naïeve lieve meisje dat normaal op de planken staat, maar een oversext hoertje hoefde voor mij ook niet.
    En dat “stadspoorten” verhaal – waarom denken regisseurs dat het publiek te dom is om iets van vroeger te begrijpen. Ik wil, als ik naar de opera ga, te zien krijgen wat de componist bedoeld heeft, en geen “modernisering” die kant nog wal raakt. Er zijn geen standpoorten meer, so what? Inderdaad, TBC is ook zowat uitgeroeid, waarom had ze dan geen AIDS, als het zich toch “in deze tijd” moest afspelen?

  8. Pieter K. de Haan
    7 februari 2013 at 13:58

    Over deze “La Bohème” heb ik n.a.v. de TV-uitzending van de première al uitgebreid in de clinch gelegen met mijn Belgische (opera)vrienden Georgette Hella en Jacques Liers: ik was, met kanttekeningen, nogal positief, zij zeer negatief, m.u.v. de vocale prestatie van Piotr Beczala. V.w.b. de vraag van .erda: ik heb de DVD nog niet in huis, maar ik kan mij niet voorstellen, dat Piotr Beczala op de cover zou staan, terwijl Jonas Kaufmann zou hebben gezongen. Voor zover ik weet zat het zo: Beczala was al bij de première verkouden maar wilde die per se zingen, in de 2e voorstelling is hij vocaal vervangen door Jonas Kaufmann en daarna heeft Marcello Giordani de rol in zijn geheel overgenomen.

  9. Hein van Eekert
    7 februari 2013 at 14:30

    Het ligt aan mij, zoveel is zeker, maar ik begrijp de uitdrukking ‘wat de componist bedoeld heeft’ niet zo goed. Mijn vraag – en het is echt een vraag – is: wat wordt daar eigenlijk mee bedoeld? Wat wil Puccini hier dat wij doen met zijn werk? Zangers met de leeftijd van zijn personages? En met gele tanden en ingevallen wangen? Of gewoon alleen kleding en decor uit de tijd waarin de opera speelt?
    Er wordt hierboven in de comments geschreven: “Een bizarre productie die klopt, hoe “contradictio in terminis” wil je het hebben? Voor de opera worden blijkbaar aparte maatstaven aangelegd, want eigenlijk kunnen we hier niets anders in lezen dan “de grootst mogelijke waanzin maar welwillend tegemoet getreden want het is immers opera”?” En even eerder gaat het over ‘de collectieve zinsbegoocheling waarmee de meest krankzinnige vormen van regietheater voor zoete koek geslikt worden.’
    Ik merk niet heel erg veel van die collectieve zinsbegoocheling onder operafans. Volgens mij is dat over het algemeen een groep theaterbezoekers met een duidelijke mening.
    De recensie maakt mij nieuwsgierig. Ik heb het idee dat er in deze recensie een goede balans is tussen de notie die de recensente neemt van wat er aan aanwijzingen in het libretto staat en wat de regisseur daarmee gedaan heeft.
    Verder alle respect voor de mensen die het niet mooi vinden. Ieders goed recht. Ik heb van dezelfde regisseur een Trittico gezien in Wenen, die ik geweldig vond, Heel aangrijpend en met een fantastische Patricia Racette in twee rollen: http://www.bachtrack.com/review-theater-an-der-wien-il-trittico-michieletto

  10. olivier
    7 februari 2013 at 15:08

    Dat is een interessante vraag die .erda opwerpt: “Waarom denken regisseurs dat het publiek te dom is om iets van vroeger te begrijpen?” De vraag waarom zij, om het nog eens in de woorden van muziekhistoricus Brian Robin ( http://www.earlymusicworld.com ) te zeggen, “arrogantly assume that audiences need to be put in touch with the modern world when they enter the opera house”. En .erda voegt daar nog aan toe: “Ik wil, als ik naar de opera ga, te zien krijgen wat de componist bedoeld heeft.”

    Tja, .erda, dat willen velen met u, maar dat kunnen we voorlopig wel op ons buik schrijven. Ik weet ook niet of regisseurs het publiek werkelijk te dom vinden, voor regietheater-regisseurs is het publiek een quantité négligeable, een noodzakelijk kwaad dat uitsluitend nut heeft als omlijsting van het arrogante regisseurs-IK. Want voor de actualisering van opera’s is nog nooit één steekhoudend argument gegeven, en ik heb nog nooit in mijn leven een geactualiseerde opera bijgewoond die beter, pakkender, etc. was dan de goed geregisseerde pendant die wél getrouw is aan en respect heeft voor componist en libretto (in sommige kringen ook wel “traditionele” uitvoering genoemd).

    Vaak komen regisseurs met de afgekloven smoes dat de traditionele opvoeringen “ons niets meer zeggen”, en dat daarom Die Zauberflöte naar een Oost-Europees slachthuis verplaatst moet worden. Deze regisseurs laten ons zien dat de “problematiek van alle tijden is, en zeker van onze tijd”. Wie zit daar op te wachten? Alsof de regisseur, die een dienende taak zou moeten hebben, op één lijn staat met (het genie van) de operacomponist. Met Robins zeg ik: wat een arrogantie! En ALS het al zo is dat ik er bij een opera “iets van mee moet nemen” (quod non), dan hoef ik mij dat niet op infantiele wijze te laten uitleggen. Ik kan zelf wel bedenken dat de “problematiek” van opera’s van alle tijden is, zo ik daar al behoefte aan zou hebben.

    Het door regietheater-regisseurs recht praten wat krom is, dient maar één doel: het in stand houden van de eigen bezigheden en inkomsten. Helaas, helaas huppelt een groot deel van de opera-goegemeente daar slaafs achteraan, bang als ze is de boot te missen, wanneer de internationale opera-jetset weer eens eigentijds gedrocht omarmt.

    Ik wil ten overvloede toch nog eens wijzen op het uitstekend onderbouwde artikel ““Regietheater – The death of opera”. Jammer, dat de voorstanders van de Rigoletto Snackbar daar niet met argumenten op ingaan.

  11. Anna K
    7 februari 2013 at 15:36

    aan Pieter K. de Haan:
    Piotr Beczala heeft wegens verkoudheid een voorstelling moeten missen, zijn collega Jonas Kaufmann is toen ingesprongen.
    De rest van de voorstellingen was hij er weer bij.
    De opera is op een paar avonden gefilmd:28 en 30 juli en 1 en 4 augustus (staat op het hoesje). Alle voorstellingen werden gezongen door Beczala, Giordani was niet eens in de buurt.
    Een ieder die een beetje verstand heeft van stemmen kan toch heus onderscheid maken tusse Beczala, Kaufmann en Giordani, drie totaal verschillende stemmen.
    Nou ja, wat er om gaat: het is onmiskenbaar Beczala, het is zijn stem. Het is niet noeilijk om zelf te oordelen: zowat de hele opera staat op youtube.

    Ik vond de productie spannend en aan het eind heb ik net zo gehuild als bij Zefirelli.

  12. olivier
    7 februari 2013 at 15:58

    @ Anna K.: Dat u in de Rigoletto Snackbar in huilen bent uitgebarsten, kan ik me levendig voorstellen.

  13. Anna K
    7 februari 2013 at 16:25

    Hadden we het dan niet over La Boheme?
    Of is mijn Nederlands nog steeds niet goed genoeg, ondanks de cursus, mister Olivier?

  14. olivier
    7 februari 2013 at 17:16

    Ja zeker, we hebben het over La Bohème. Maar de snackbar van dienst heet “Rigoletto”. “Een beetje bizar, maar het klopt wel.”

  15. Pieter K. de Haan
    7 februari 2013 at 17:59

    Aan Anna K. V.w.b. Marcello Giordani ben ik afgegaan op berichten, die ik van internet heb geplukt. Blijkbaar is zijn daarin aangekondigde inspringen niet nodig geweest. Of hij zelfs niet in de buurt geweest is weet ik niet. Jonas Kaufmann was dat in elk geval wel, naar ik meen voor “Ariadne auf Naxos”. Voor de haters van deze “La Bohème”: Piotr Beczala heeft onlangs in een interview laten weten niets te moeten hebben van “Regietheater” en met sommige, niet met name genoemde regisseurs niet te willen werken. Bij die laatsten hoorde Damiano Michieletto blijkbaar niet. Ik heb overigens enkele jaren geleden in Pesaro van deze regisseur een “Sigismondo” van Rossini gezien (inmiddels ook op DVD) die ook niet onomstreden was en is.

  16. Basia Jaworski
    8 februari 2013 at 14:55

    Pieter K.de Haan –
    een paar weken geleden heb ik een groot interview met Piotr Beczala gehad, waarin hij de namen van de regisseurs wel degelijk noemde.
    Zelf vond hij de Salzburger Boheme goed en integer.
    Hij heeft absoluut niets tegen updating en/of modernisering, maar het moet logisch zijn en niet tegen de muziek ingaan.

  17. Pieter K. de Haan
    9 februari 2013 at 10:19

    Mevrouw Jaworski, heb ik dat interview gemist of wacht het nog op publicatie? Ik heb ook niets tegen updating en/of modernisering maar aan de muziek en het libretto mag van mij niet gesleuteld worden. Een enscenering moet overtuigen en dat doet “Regietheater” (mij) eigenlijk nooit.

  18. Basia Jaworski
    9 februari 2013 at 13:10

    @Pieter K.de Haan –

    het interview komt in het maartnummer van Luister.

  19. Pieter K. de Haan
    10 februari 2013 at 13:55

    Mevrouw Jaworski, in de pauze van “Le comte Ory” uit de Met (BBC Radio 3 – 02-02-2013) heb ik van Piotr Beczala begrepen, dat hij het geen enkel probleem vindt, dat de “Rigoletto”, waarin hij dezer dagen in de Met optreedt, niet in Mantova maar in Las Vegas is gesitueerd. Ik ben benieuwd naar het interview met hem en naar de voorstelling natuurlijk.

  20. Johan uut Wisp
    11 februari 2013 at 11:44

    Ik kan me voor wat het audio gedeelte, helemaal vinden in de recensie. Ben blij dat deze regie niet is doorspekt met allerlei bijgeluiden zodat de luisteraar (met een dergelijke regie zet ik de tv uit maar houd het geluid aan!) zijn of haar eigen wereldje kan creeren; voor elk wat wils dus. Bovendien heb je de allernieuwste Boheme geluidsdrager -en voor de liefhebber dus het beeld- in huis met wat mij betreft de stemmen van deze tijd; vroeger moest je voor het nieuwste naar de duurdere dubbel CD.
    Dank Basia voor je uitvoerige en duidelijke recensie.

  21. Leen Roetman
    11 februari 2013 at 16:00

    Haast u voor La Bohème naar Wenen!
    Piotr Beczala zing Rodolfo in de legendarische regie van Franco Zeffirelli. In een interview verklaarde Piotr niets tegen ouderwets theater te hebben, ook al is een Bohème meer dan 400 keer in dezelfde regie uitgevoerd, de noten moeten er iedere keer weer goed uitkomen.
    (Wiener Staatsoper, april 2013)

  22. Kasper van Kooten
    15 februari 2013 at 13:58

    Ik vind “een beetje bizar, maar het klopt wel” geen contradictio in terminis, maar juist een mooie formulering voor het ambivalente gevoel dat “steekhoudend” Regietheater ons als publiek in sommige gevallen kan bezorgen. Dikwijls slaagt een radicale regie er slechts in om de toeschouwer te vervreemden of is ze louter aanstootgevend, maar de sensatie die mevr. Jaworski beschrijft is wat mij betreft een herkenbare. Wanneer een regisseur dit weet te bereiken, heeft hij/zij mij een bijzondere avond bezorgd.