Lezersbijdrage: Passie
Sinds hij een reclamespotje op televisie zag, is Place de l’Opera-lezer Peter Boes verslingerd aan opera. In een lezersbijdrage vertelt hij over zijn passie, de passie die hij op het toneel aantrof, maar ook het gebrek daaraan.
Mijn vader liet ons gezin vaak participeren in zijn liefde voor klassieke muziek – vaak op de zondagmiddag – maar mijn eerste ervaring met opera kwam toch echt uit een normaal zo irritant reclameblok op televisie, gewoon doordeweeks. Een grote SUV manoeuvreerde zich sierlijk door een kleurrijke stad, maar dat fascineerde me niet zo als de hemelse klanken die de auto begeleidden.
Gelukkig staat mijn trouwe internetspeurder (ik noem hem Google) altijd paraat en had ik al snel antwoord op de vraag wat mij zo onrustig maakte op deze doordeweekse dag: ‘Sempre libera’ uit Verdi’s La traviata. Een klein uurtje later en een aardige transactie via iDEAL verder was ik in het bezit van een toegangsbewijs om deze kunstvorm voor het eerst in levenden lijve te mogen ondervinden.
Vol verwachting nam ik plaats in de Utrechtse Stadsschouwburg. Ik was opgelucht dat ik de gemiddelde leeftijd ietwat omlaag trok. Het doek ging omhoog en drie aktes verder had ik een nieuwe vlam in mijn hart die tot op heden alleen maar feller is gaan branden.
We zijn nu alweer flink wat jaren verder. In die tijd heb ik in de nieuwe geliefde van mijn moeder de perfecte ‘partner in crime’ gevonden om zo veel mogelijk opera’s te bezoeken. Van La Bohème tot Carmen en Rigoletto tot Un Ballo in Maschera, wij hebben ze bezocht en genoten van de verschillende regiestijlen en hemelse cadenza’s.
Op een dag kreeg ik uit het niets een telefoontje van de Nationale Reisopera in Enschede. Vanwege mijn acteerachtergrond kreeg ik de mogelijkheid om mee te mogen spelen in een productie als figurant. Vol enthousiasme stapte ik op de fiets naar de Perikweg en eenmaal aangekomen werd mijn glimlach omgetoverd tot een grijns van oor tot oor: het was niet zomaar een productie, het was La Traviata!
Het is fascinerend om te zien wat er allemaal bij komt kijken om een mooie productie neer te zetten. Van de immense vaardigheden van de decorbouwers tot de kunstwerkjes die uit het kostuumatelier kwamen, dit bedrijf had het allemaal. Na mijn ervaring bij de Reisopera ging ik anders naar opera kijken, de diepte en details die het had. Opera is echt een kunstvorm. Of zoals artistiek directeur Nicolas Mansfield het noemde: een topsport.
Ondanks de recessie en de bezuinigen doen de operahuizen en theaters hun opperste best om het publiek toch mooie producties voor te schotelen. Maar dit heeft ook een keerzijde.
Mijn partner kan inmiddels zonder moeite Netrebko van Gruberova onderscheiden, zonder dat ze ook maar iets van opera afweet. De opvoering van de Salzburger Festspiele 2005 is zo vaak te horen op onze dolby-surround-speler dat zij bij aanvang van het mooie ‘Noi Siamo Zingarelle’ direct zegt: “Ah, dit is het liedje over de zigeunerinnen.”
De tijd was rijp om haar ook een keer kennis te laten met mijn liefdeskindje La Traviata. De voorstelling was in het Theaterhotel in Almelo en werd opgevoerd door de Staatsopera van Tatarstan. Vol trots dat ik samen met mijn partner deze voorstelling mocht bijwonen, gingen we de prelude in.
Het niveau van de sopraan viel mij wat tegen, maar mijn gezicht vertrok helemaal toen de tenor het beroemde ‘Brindisi’ ten gehore bracht. Deze man kwam zwaar tekort, vocaal en qua uitstraling. Hij zette Alfredo neer als een schooljongen die verliefd was op zijn lerares.
‘Di Provenza il mar, il suol’, de passievolle smeekbede van Giorgio Germont was mischien wel het toppunt van de avond – om te laten zien hoe erg het gebrek was aan gevoel en passie van deze voorstelling. Als mijn vriendin als leek al zegt dat het niet best klinkt, hoef ik u als operaliefhebber niet uit leggen wat het niveau die avond was.
Een paar weken later was hetzelfde genootschap in het mooie Wilminktheater in Enschede om Rigoletto op te voeren. Het decor en de kleding waren prachtig en Gilda werd fantastisch neergezet, maar de rest van de voorstelling ontbrak het weer aan passie. Teleurgesteld verliet ik de zaal om vervolgens om mij heen te horen hoe fantastisch de voorstelling wel niet was.
Iets begon te knagen aan mij: ben ik nou zo gek of heeft iedereen oogkleppen op? Ik besloot te gaan zoeken naar antwoorden en nam contact op met mensen die net als ik operaliefhebber zijn. Ik heb gediscusieerd over dit onderwerp en kwam er tot mijn opluchting achter dat ik hier niet alleen in sta.
Opera omarmt je en laat je niet meer los. Opera is topsport en van topsporters mag gevraagd worden dat ze elke voorstelling hun ziel en zaligheid in de rol leggen, want daar komen de mensen voor naar het theater. Ik herinner me nog goed dat bij elke Traviata die wij deden bij de Reisopera de tenor Peter Auty de hele middag ontspannen rondliep en veel gein met iedereen maakte, maar op het moment dat ‘Brindisi’ klonk, stond er een weergaloze Alfredo.
Wij als operaliefhebbers hebben ook de taak om het niveau te bewaken en kritisch te blijven. Het mag in deze tijd financieel een stuk minder gaan met de culturele sector, maar laten wij ervoor zorgen dat organisaties zoals de Reisopera de kans blijven krijgen om hun producties te laten zien aan de mensen, zodat ze niet voor goedkopere alternatieven gaan kiezen zoals de Staatsopera van Tatarstan.
#LoveOpera
Peter Boes (28 jaar)