Bij de mezzosopraan Zheng Cao werd begin dit jaar kanker geconstateerd. Ze had onder meer 29 tumors in haar hoofd. Haar leven leek voorbij, maar met de hulp van vele artiestenvrienden kwam ze er bovenop. De San Francisco Chronicle tekende haar indrukwekkende verhaal op.

De Chinese zangeres Cao zong in september 2008 de hoofdrol in The Bonesetter’s Daughter, een nieuwe opera van Jake Heggie, die zijn wereldpremière beleefde bij de San Francisco Opera. In de eerste akte zakte ze onwel op het toneel ineen.

De fysieke klachten bleven aanhouden en zeven maanden later werd kanker bij haar geconstateerd. Ze had tumors in haar lever, longen, nek, ruggegraat, hersens, botten en lymfeklieren. Alleen in haar hersens zaten er al 29.

Volgens de artsen had ze nog zes maanden te leven. Maar dankzij een groep vrienden – waaronder mezzo Frederica von Stade, componist Jake Heggie, schrijver Amy Tan en haar zus – besloot ze voor haar leven te vechten. Die vrienden, die zich ‘Team Zheng’ noemden, ondersteunden haar tijdens het proces van de vele behandelingen.

Het resultaat was ongelofelijk: er waren geen nieuwe tumors bij gekomen en veel tumors waren inactief geworden of sterk verkleind. Niet dat ze geen enkel risico meer zou lopen, maar de artsen verwachtten niet dat het levensgevaar terug zou komen.

Tijdens het gevecht met haar ziekte speelde de kracht van muziek aldoor een grote rol voor Cao. Zo zong ze veel met Von Stade om het leed te verzachten. „Deze kankercellen hadden geen kans in mijn lichaam, want elke cel is al gevuld met muziek”, zei Cao daarover.

Klik hier voor het hele relaas van de Chinese zangeres (in het Engels).