Operadagen 2013: Wars I have seen
Onder het thema ‘(R)evolutie – Vrijheid’ wordt van 25 mei tot en met 2 juni 2013 de Operadagen Rotterdam gehouden. Met recensies en reportages bericht Place de l’Opera over een selectie uit het programma. Op dinsdag werd Monteverdi’s Tancredi e Clorinda gecombineerd met het nieuwe Songs of wars I have seen, in een krachtige muziektheatrale voorstelling.
Voor mij is Il Combattimento di Tancredi e Clorinda van Monteverdi zowat het mooiste wat er ooit is gecomponeerd. Het verhaal van de twee geliefden, die elkaar in een dodelijk duel tegenkomen omdat zij elkaar onder hun wapenuitrusting niet herkennen, is eigenlijk meer dan een gevoelig mensenhart kan verdragen. Tel daar de geniale muziek van Monteverdi bij op, engageer drie fenomenale zangers en je hebt echt niets meer nodig.
Wouter van Looy, die de regie deed en voor videobeelden zorgde, dacht er anders over, dus werden we ‘verrijkt’ met foto’s, videobeelden en gesprekken met asielzoekers uit voornamelijk Irak en Afganistan.
Het was niet nodig. Sterker nog, de projecties van oorlogsslachtoffers, ontploffende bommen en de verhalen van de vluchtelingen vond ik storend. Het leidde je aandacht van de muziek af. De muziek werd er zelfs door verzwakt, terwijl het duel van Tancredi en zijn geliefde Clorinda zo ontzettend verscheurend is: vol passie, moed, overgave en verdriet. De muziek spreekt voor zichzelf.
Terugkomend op de projecties: in een tijd waarin we overspoeld worden met dat soort beelden via kranten, televisie en computer, is ons vermogen om ze op hun waarde (lees: mate waarin we erdoor geschokt worden) te oordelen niet zo sterk meer. We hebben het allemaal al eerder gezien. Zeker de beroemde foto van het Afghaanse meisje met haar prachtige groene ogen, die al jaren circuleert.
De jonge (25!) Reinoud Van Mechelen ontroerde als de bezeten Tancredi. Zijn voordracht was zowat perfect en al had hij zichtbaar last van premièreangst, hij wist mij met zijn zang te overtuigen.
Dietrich Henschel ken ik voornamelijk als een liedzanger (zijn cd met liederen van Korngold is een absolute must) en van opera’s van voornamelijk Strauss en Wagner. Dat hij nog meer in zijn mars heeft, heeft hij gisteren bewezen als een zeer bevlogen en betrokken verteller.
Claron McFadden is wellicht één van de grootste stemkunstenaressen en alleskunners van onze tijd. Haar Clorinda was vastbesloten, angstig en dapper tegelijk. Ik kon niet anders dan met haar mee ademen en hopen dat het een boze droom was. Helaas…
Na Monteverdi volgde Songs of wars I have seen van Heiner Goebbels (1952), maar daarvoor kregen we bij wijze van intermezzo nog Sequenza per voce van Luciano Berio te horen. Een geniale zet. Tussen beide stukken, die veel meer gemeen hebben dan je op het eerste gezicht zou kunnen zeggen, werd zo een extra brug gebouwd, waardoor alles als één geheel werd.
Songs of wars I have seen is gebaseerd op de oorlogsherinneringen van de beroemde Amerikaanse kunstverzamelaar, schrijfster en dichteres Gertrude Stein. Ze doet daarin zeer nuchter en spaarzaam verslag van de ontberingen in Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog, wat het des te beklemmender maakt.
De alomaanwezige schemerlampen ‘oude stijl’ creëerden een huiskamersfeer: je waande je als het ware in een kamer van toen, luisterend naar de radioberichten en ze dan hardop becommentariërend.
“Suiker, dat is het eerste wat er ontbreekt tijdens de oorlog, men eet honing”, zijn de eerste woorden. In de daaropvolgende tekstfragmenten zijn we getuige van Steins mijmeringen over het uitlaten van een hond, over Shakespeare en zijn oorlogsdrama’s, over politieke kwesties… Eigenlijk over alles wat haar in deze barre tijden bezighoudt.
Als de oorlog dan eindelijk voorbij is, wordt het door haar simpel samengevat met: “En nu eten wij geen honing meer.” Een perfecte raamvertelling.
Al die teksten worden beurtelings gelezen door de vrouwelijke strijkers. Een meesterzet. Omdat ze geen van allen professionele actrices zijn, komen de teksten des te authentieker over. Iets wat lijkt op de verhalen van de asielzoekers uit het Monteverdi-gedeelte, maar wat op mij een veel sterkere impact heeft.
De onmiskenbare ‘oudemuziekklank’ van barokorkest B’Rock mengt zich wonderwel met de hedendaagse sound van blazersensemble I Solisti del Vento. De vermenging van al die verschillende klankwerelden – elektronica, toneelgeluiden en diverse muziekstijlen – roept zowel bevreemding als herkenning op. Ingenieus.
Om al de Shakespeare-verwijzingen in de tekst van Stein te benadrukken, gebruikt Goebbels fragmenten van The Tempest van Matthew Locke. Men moet het weten, maar daar zijn natuurlijk de programmaboekjes voor.
Aan het eind klonk een oneindig mooie trompetsolo, die mij het meeste aan The Unanswered Question van Ives deed denken. Daar word ik altijd een beetje sentimenteel van en gisteren was dat niet anders. De stervende trompetklanken zeggen duizend keer meer dan al die foto’s bij elkaar. Nou ja, soms moet je leren dat minder meer is.
Ik moet wel eerlijk bekennen dat ik, ondanks dat Songs of wars I have seen mij meer dan fascineerde, op bepaalde momenten merkte dat mijn aandacht begon te verslappen, en dat is natuurlijk jammer. Ik denk dat het stuk wat korter had kunnen zijn, dan was het nog krachtiger, nog spannender en nog schrijnender overgekomen.
Maar dat is natuurlijk slechts een kanttekening bij een zeer sterk muziekstuk dat zijn zeggingskracht nimmer zal verliezen en, wat mij betreft, als een standaard repertoirestuk overal ter wereld uitgevoerd zou moeten worden.
2Reacties
@Basia, Prima recensie zo was precies mijn ervaring, de beelden maakten op mij ook geen indruk, hoe gruwelijk en triest ook, het liet me koud. Het voegde niets toe, en het leidt ook gewoon af van de muziek. De gortdroge akoestiek van de zaal werkte overigens ook niet mee om een bepaalde sfeer neer te zetten. Dat werkte met het werk van Goebbels beter. Sequenzia van Berio lag voor mij een beetje op de grens van ontzettend knap maar ook wat jaren 70 achtig en, excuus, ook wat lachwekkend (ik dacht regelmatig: wat mankeert die vrouw? en: als er ook maar iemand in de lach schiet, dan gaat de hele (halve in dit geval) mee. Maar dat is een kwestie van smaak. De trompetsolo aan het slot van Songs of Wars I have seen (indrukwekkende compositie, die inderdaad te lang was) maakte extra indruk doordat de musici 1 voor 1 een klankschaal pakte en zo er een bijzondere muzikale achtergrond ontstond bij de trompetsolo.
Mooie recensie! Mijn bevindingen: ‘Songs of War I have seen’ vond ik hypnotiserend mooi. Het idee om de vrouwelijke strijkers beurtelings teksten van Gertrude Stein te laten reciteren was inderdaad een meesterzet. Ook de klankwereld van Goebbels kon mij doen genieten.
Claron McFaden bleek in Berio een grote stemkunstenares. Ik kon me bij haar uitvoering haast niet voorstellen dat dit uitgeschreven muziek was, zo vanzelfsprekend en geïmproviseerd kwam het op mij over.
Een teleurstelling vond ik Il Combattimento di Tancredi e Clorinda. Wellicht had dit grotendeels te maken met de zaal van het Nieuwe Luxor waarin de muziek en zangers helemaal doodsloegen. Het klonk weinig krachtig en de daarbij geprojecteerde oorlogsbeelden kwamen op mij vrij willekeurig en niet echt ondersteunend over. En wat voor mij ook meespeelt: in 2007 zag ik in cultuurpark de Westergasfabriek Il Combattimento di Tancredi e Clorinda als onderdeel van Monteverdi’s Madrigalen in de regie van Pierre Audi. Dat is misschien wel het mooiste dat ik ooit heb gezien. De door Basia genoemde ‘passie, moed, overgave en verdriet’ zinderden toen door de voormalige zuiveringshal.