Met drie voorstellingen van Death in Venice wordt het operaseizoen in Het Muziektheater in Amsterdam volgende week afgesloten. De English National Opera steekt het Kanaal over om zijn productie van Brittens opera te laten zien, begeleid door het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder Edward Gardner.

Benjamin Britten baseerde Death in Venice op de gelijknamige novelle van Thomas Mann. De opera ging in 1973 in première, met Brittens partner Peter Pears in de hoofdrol.

Het werk gaat over de schrijver Gustav von Aschenbach, die naar Venetië reist in de hoop zijn inspiratie terug te krijgen. Op zijn reis en in Venetië aangekomen wordt hij geconfronteerd met de god Dionysos in allerlei verschillende gedaanten en met de Poolse jongen Tadzio, de personificatie van schoonheid.

De productie van de English National Opera (ENO) ging in 2007 in première en was in 2009 ook bij De Munt in Brussel te zien. De première was tevens het begin van Edward Gardners muzikaal leiderschap van het Londense operagezelschap.

Gardner komt nu met het productieteam, technische team en koor van ENO naar Amsterdam om Brittens opera driemaal op te voeren. Hij leidt daarbij het Rotterdams Philharmonisch Orkest – het enige optreden van het Rotterdamse orkest in Het Muziektheater dit seizoen.

De regie is in handen van Deborah Warner, die in 2009 bij De Nederlandse Opera Dido and Aeneas ensceneerde. Warner regisseerde in haar carrière meerdere werken van Britten, waaronder The Rape of Lucretia en The Turn of the Screw.

De hoofdrol van Gustav von Aschenbach wordt vertolkt door tenor John Graham-Hall. Hij zong de rol eerder bij de Scala in Milaan en was al vele malen te gast in Amsterdam bij De Nederlandse Opera, onder meer in Het Sluwe Vosje en Peter Grimes.

De Britse bariton Andrew Shore zingt de god Dionysos in al zijn varianten (zeven rollen in totaal). Shore was in 2009 ook in een Amsterdamse Death in Venice te zien, toen concertante in het Concertgebouw. De Britse countertenor Tim Mead zingt ‘The Voice of Apollo’.

Death in Venice wordt uitgevoerd op 3, 5 en 7 juli. Zie voor meer informatie de website van De Nederlandse Opera.