Santa Fe doopt Oscar Wilde-opera
De Amerikaanse dirigent en componist Theodore Morrison heeft zijn eerste opera geschreven: Oscar, over de schrijver Oscar Wilde. De opera ging eind juli in première bij de Santa Fe Opera, met de bekende counter David Daniels in de titelrol. Correspondent Maria Nockin bekeek het nieuwe werk op 9 augustus.
Oscar draait om Oscar Wildes beslissing om niet weg te vluchten naar Frankrijk, maar in Engeland te blijven en de in 1895 tegen hem aangespannen rechtszaak vanwege ‘gross indecency’ te ondergaan. De opera vertelt van zijn veroordeling, zijn twee jaar in de gevangenis Reading Gaol en zijn vrijlating in een Victoriaanse maatschappij die niet klaar was om hem te accepteren.
De opera, met een libretto van Morrison zelf en John Cox, begint met verteller Walt Whitman, neergezet door Dwayne Croft, die vertelt van zijn ontmoeting met Wilde, tijdens diens tour door de Verenigde Staten. Hij geeft de nodige achtergrond bij de gebeurtenissen rond het beruchte proces.
Door de karakters nauwgezet te portretteren bracht regisseur Kevin Newbury het publiek terug naar het Victoriaanse Londen en liet het een paar van de verschrikkingen van die tijd zien. Het mobiele decor van David Korins, dat er grotendeels uitzag als smeedijzer, maakte daarnij snelle scènewisselingen mogelijk, zoals van een hotellobby naar een huis en van de rechtszaal naar de gevangenis. De kostuums van David C. Woolard plaatsten de actie duidelijk in het laatste decennium van de negentiende eeuw.
Morrison maakte van Oscar een prachtige ‘uitblinkrol’ voor David Daniels. De countertenor zette de schrijver symphatiek neer. Hij zong met buitengewone frasering en met die zoete tonen waar hij, geheel terecht, zo bekend om is.
Dwayne Croft was als de geest van Whitman (Whitman is al voor de operahandeling begint overleden) geheel in het wit gestoken en liet als gezaghebbend karakter de markante details van Wildes geschiedenis naar voren komen, verpakt in robuuste, donkere zang.
Heidi Stober zong de lyrische rol van Ada Leverson met gemakkelijke hoge noten. Haar stem steeg boven het orkest uit met glanzende, stralende klanken.
In het circus van de rechtszaal was Kevin Burdette een komisch ‘duveltje-uit-een-doosje’ als Mr. Justice Sir Alfred Willis. En later kwam hij nog terug in de opera als de met donkere stem gezongen, kwade gevangenisgouverneur.
De lyrische tenor William Burden was een begripvolle Frank Harris. De klankschoonheid in zijn stem was een prachtige uitbeelding van zijn compassie als karakter. Hij was het die dapper probeerde om Oscar te helpen, in eerste instantie door aan te bieden hem met een privéjacht naar Frankrijk te brengen. Oscars geliefde Alfred Douglas, alias Bosie, was daar al.
Bosie werd door danser Reed Lupleau neergezet zoals Oscar hem zich voorstelde. In de choreografie van Seán Curran draaide en sprong Lupleau gracieus over het toneel, in wat voor de meeste dansers ongemakkelijk kleine ruimtes zouden zijn. Zijn atletische optreden liet het publiek Oscars kijk naar Bosie zien, de man die de Ierse poëet met heel zijn hart liefhad.
Oscar stemde er niet mee in om naar Frankrijk te vluchten, waarna Harris zijn politieke invloed aanwendde om de omstandigheden in de gevangenis te verbeteren voor Oscar en andere gevangenen zoals hem.
Aangezien de opera speciaal voor Santa Fe geschreven werd, telt het werk vele kleine rollen voor de jonge talenten van het operagezelschap. Zo speelde bas Rocky Sellars samen met tenor Aaron Pegram twee akelige detectives en sadistische gevangenbewaarders. Ricardo Rivera was een slappe hotelbediende, Patrick Guetti een kruiperige butler en Yoni Rose een harde gerechtsdienaar.
Reuben Lillie was een onverzoenlijke juryvoorzitter en Christian Sanders een onsymphatieke kapelaan, terwijl David Blalock en Benjamin Sieverding patiënten van het gevangenisziekenhuis neerzetten. Hun eigen tragedies waren door Oscars trieste verhaal geweven.
Morrison heeft veel koorwerken geschreven en is dus gewend om voor stemmen te componeren. Wat mij echter het meeste fascineerde, was zijn orkestratie. In de eerste akte was zijn muziek vaak bitonaal, met een paar uitstapjes naar coloratura, om zo David Daniels’ kunde op dat gebied tentoon te spreiden. Hoewel er af en toe klanken te horen waren die deden denken aan Ravel, Stravinsky en Richard Strauss, had Morrisons geheel eigen stijl toch vooral de overhand.
De eerste akte leek wat lang, maar de tweede greep de aandacht van het publiek tot het einde toe vast. Evan Rogister leidde het uitstekende Santa Fe Opera Orchestra en speelde Morrisons lastige muziek als was het een ‘walk in the park’.
Oscar is een coproductie van de Santa Fe Opera en de Opera Company van Philadelphia. Daar is het werk in 2015 te zien.