De zangkunst van apen blijkt, wanneer vertraagd, treffende overeenkomsten te hebben met middeleeuwse zangkunst. Met dat gegeven is componiste Huba de Graaff aan de slag gegaan. Het resultaat, APERA, is vanaf 10 oktober in het hele land te zien.

In de APERA van muziektheatercollectief WILco en theatergezelschap Nieuw West worden vier apen ten tonele gevoerd. Uiterst beschaafd en gecultiveerd, netjes gekleed in rokkostuum. Zij zingen trage, polyfone zanglijnen, gebaseerd op authentieke apenzang. Ondertussen kijkt een nerveuze concertbezoeker toe, gespeeld door Marien Jongewaard van Nieuw West.

Componiste Huba de Graaff deed voor deze productie onderzoek naar de oorsprong van zang. Ze maakte daarbij opnames van apen en noteerde hun rudimentaire vorm van spraak als muziek. Ze ontdekte dat hun ‘zangkunst’ overeenkomsten heeft met middeleeuwse, polyfone zangkunst.

De voorstelling wordt uitgevoerd door het Edigius Kwartet, dat bestaat uit alt Peter de Groot, de tenoren Albert van Ommen en Stefan Berghammer, bariton Hans Wijers en bas Donald Bentvelsen. Op band is er muzikale ondersteuning van sax/klarinet, cello en piano.

De APERA gaat op 10 oktober in première in de Rotterdamse Schouwburg. Daarna volgt tot en met 10 mei 2014 een tournee langs vele steden in het land.

Zie voor meer informatie de website van WILco.