CD-recensies

Kožená toont tekstbegrip in vijf talen

Woensdag treed Magdalena Kožená op in het Concertgebouw. De Tsjechische mezzosopraan heeft tot nu toe een niet gering aantal van elf cd’s en dvd’s geproduceerd in haar carrière. Basia Jaworski bespreekt er twee van.

Songs, soloalbum, 2004 (DG 4715812)
Dit is een werkelijk buitengewoon interessante cd, en niet alleen vanwege het onalledaagse programma. Onalledaags, want op de ‘Chansons Madécasses’ van Ravel en wellicht ook ‘Il Tramonto’ van Respighi na, is de rest voor de meeste luisteraars onbekend. Alle liederen werden in de eerste helft van de vorige eeuw in vijf verschillende Europese landen gecomponeerd, en stralen een zware melancholie en nostalgie uit.

KozenaOok het accompagnement is exceptioneel. De liederen worden niet alleen door de piano, maar ook door viool, strijkkwartet, of fluit, cello en piano begeleid. Stuk voor stuk bijzondere composities, door Kožená prachtig gezongen met veel tekstbegrip en dat ook nog in vijf verschillende talen.

Zelf heb ik een klein beetje moeite met haar Russisch – een tikje overgearticuleerd misschien, maar dat is eigenlijk muggenzifterij.

In ‘Il Tramonto’ hoor ik persoonlijk liever een donkerder en iets meer dramatische stem, maar zoals zij het doet kan het ook. In haar interpretatie krijgt het geheel iets meisjesachtigs, met een andere kleur van verdriet.

Als onbetwist hoogtepunt beschouw ik de drie liederen van Schulhoff. Het zijn drie kleine meesterwerkjes en het is te hopen dat Kožená ze in haar repertoire houdt.

La Clemenza di Tito, volledige opera op cd, 2006 (DG 4775792)
La Clemenza di Tito is in veel opzichten zeer opvallend. Lange tijd werd Mozart’s zwanenzang als tijdgebonden en verouderd beschouwd, en als zodanig nergens meer opgevoerd. De omwenteling kwam in de jaren tachtig toen de moderne regisseurs er wel degelijk interessant materiaal voor spannend muziektheater in zagen.

Kozena Tito Op muzikaal gebied is het vooral de orkestratie die opvalt. De blazers (voornamelijk bassethoorns en klarinetten) krijgen een prominente rol, met name in de aria’s van Vitellia en Sesto.

De nieuwste opname van de opera werd gerealiseerd in Edinburgh, na een live concertante opvoering tijdens het festival in augustus 2005. De instrumenten van het Scottish Chamber Orchestra zijn modern, maar Sir Charles Mackerras houdt alles, geheel volgens de verwachtingen, licht en strak, waardoor het geheel voornamelijk een transparante indruk maakt.

De opera valt of staat met de bezetting van Sesto, die, met zijn gamma aan emoties, eigenlijk de hoofdrol vervult. Magdalena Kožená kwijt zich voorbeeldig aan haar rol, maar het is duidelijk dat zij daar nog in zal gaan groeien.

Martinpelto is een lekker hysterische Vitellia: zinnend op wraak, maar bij vlagen ook verliefd en schuldbewust. En Rainer Trost, die op het laatste moment voor Ian Bostridge was ingesprongen, zet een fantastische Titus neer.

Vorig artikel

Kožená zingt chansons in Concertgebouw

Volgend artikel

Youtube-portret: Der Hölle Rache

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski