BuitenlandOperarecensie

Wisselvallige Vestale in Parijs

Na ruim anderhalve eeuw was dé hit uit het Eerste Franse Keizerrijk eindelijk weer eens in Parijs te zien. Het Théâtre des Champs Elysées bracht in een coproductie met De Munt de opera La Vestale, het werk dat Gaspare Spontini van volledige vergetelheid behoedde.

Scène uit La Vestale (foto: Vincent Pontet / WikiSpectacle).
Scène uit La Vestale (foto: Vincent Pontet / WikiSpectacle).

La Vestale ging in 1807 in première, nadrukkelijk op voorspraak van keizerin Joséphine, en werd in 1810 door Napoleon uitgeroepen tot ‘opera van de eerste decade’. Het zou de enige keer blijken dat een dergelijke prijs kon worden uitgereikt.

In het Théâtre des Champs Elysées was de enscenering toevertrouwd aan Eric Lacascade. Hij is een nieuweling op operagebied en dat was te merken. In de veronderstelling dat niet-bewegende zangers geheel uit de tijd zijn, liet hij vrijwel iedereen voortdurend rondhollen en knullige pasjes maken.

Klap op de vuurpijl was een scène in de derde akte, waarin de vestaalse maagden in een kring linksom rondliepen en een snelwandelend koor in ganzenpas rechtsom draafde. Voeg daarbij het armzalige toneelbeeld met losse bankjes en een tamelijk basaal altaar, waar het heilige vuur brandend werd gehouden, en het moge duidelijk zijn dat de voorstelling door de muzikale component gered moest worden. En dat lukte maar ten dele.

Het ensemble Le Cercle de l’Harmonie speelde bij vlagen goed, maar liet ook de nodige steken vallen, pijnlijk hoorbaar in het koper. Dirigent Jérémie Rhorer hield een hoog tempo aan, waardoor zowel koor als orkest regelmatig een uitgesproken slordige indruk maakten.

Tel hierbij op dat er in het Frans gezongen werd en de problemen stapelden zich op. In de snellere passages leek het alsof de tekst tegen de muziek was geschreven, gewoon omdat solisten en koor het tempo niet konden bijhouden. In het Italiaans was het werk waarschijnlijk beter uit de verf gekomen, al moet ik toegeven dat die gedachte wellicht te veel wordt ingegeven door de standaard die Callas een halve eeuw geleden heeft gezet.

De titelrol was toevertrouwd aan de Albanese sopraan Ermonela Jaho. Ze heeft beslist een mooi cv, dat zonder meer verwachtingen wekte, maar aan de rol van Julia vertilde zij zich. Natuurlijk hoeft hiervoor niet per se een geweldenaar als Callas geëngageerd te worden, maar Jaho was duidelijk geen goede keuze. Een veel te lichte stem, met hoorbare moeite in de lage passages.

Haar grote aria ‘Toi que j’implore avec effroi’ in de tweede akte (beter bekend als ‘Tu che invoco’) zong ze nadrukkelijk in een poging haar grote voorganger te emuleren, maar een open doekje leverde het niet op. Gekleed in een wit minislaapjurkje was ze visueel een lust voor het oog, maar dat kon haar optreden niet redden.

La Grande Vestale werd vertolkt door Béatrice Uria-Monzon, in Parijs regelmatig te horen. Het kan zijn dat ze een mindere avond had, maar de mezzo klonk hard en bonkig. Verder zong ze onnodig luid. Heel jammer, want deze rol heeft prachtige muziek.

Scène uit La Vestale (foto: Vincent Pontet / WikiSpectacle).
Scène uit La Vestale (foto: Vincent Pontet / WikiSpectacle).

De mannelijke hoofdrollen kwamen voor rekening van Andrew Richards (Licinius), Jean-François Borras (Cinna) en Konstantin Gorny (Le souverain Pontife). Licinius is de veldheer van wie Julia weke knieën krijgt en die haar aandacht om het heilige vuur aan te houden doet verslappen. Hij zong redelijk tot goed, maar was duidelijk de mindere van zijn kompaan Cinna, alleen al vanwege diens verstaanbaarder Frans.

Gorny zong met een zwaar Slavisch accent, maar in de rol van boeman is dat geen bezwaar. Zijn duet met Licinius deed denken aan de scène van Philips en de Grootinquisiteur (Don Carlo) en kreeg gaandeweg een balletachtige vorm, zoals twee boksers die elkaar aftasten, om te eindigen in een partijtje armworstelen.

Het klinkt niet erg positief allemaal en ik moet eerlijk toegeven dat ik er meer van had verwacht. Neemt niet weg dat het natuurlijk leuk is om je nieuwsgierigheid te kunnen bevredigen waar het een beroemde rariteit betreft.

Er is veel van dit werk te maken, maar dat behoeft een sterk regieteam en een bovenmodale cast. In de handen van Pierre Audi en Klaus Bertisch zou dit een waardevolle nieuwe aflevering kunnen zijn in de reeks Franse opera’s die de laatste jaren in Het Muziektheater zijn vertoond.

Aannemend dat deze productie te zijner tijd ook in Brussel te zien zal zijn, kan ik de artistieke leiding aldaar alleen maar aanraden het allemaal nog eens goed onder handen te nemen. We zullen zien.

Zie voor meer informatie de website van het Théâtre des Champs Elysées.

Hieronder een scène uit de voorstelling:

Vorig artikel

Opera in de media: week 44

Volgend artikel

Amsterdams Opera Koor voert Lombardi uit

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

5Reacties

  1. Mauricio
    26 oktober 2013 at 09:52

    Wat een gemiste kans, heel erg jammer en dat in Parijs! Men zou kunnen verwachten dat juist in Frankrijk meer oog/oor is voor deze ten onrechte bijna vergeten komponist die de wegbereider was van o.m. Verdi en Wagner. Vestale moet absoluut in het Frans worden gezongen maar het blijkt wederom dat er bijna geen zangers meer zijn die iets begrijpen van Spontini’s idioom, laat staan dirigenten die menen met snelle/slordige tempi indruk te kunnen maken.
    Spontini verdient een gedegen aanpak, z.g. historische ensembles zijn niet genoeg, men moet zangers/dirigenten zien te vinden of zelfs opleiden die voor even kunnen vergeten wat na 1800 is gekomen in de Franse opera. Taal en nog eens taal is de basis van deze opera,recitatieven zijn van het allerhoogste belang en de samensmelting van stem en instrumenten moeten voorop staan.
    Tijd dus voor een Spontini-renaissance, dan komen b.v. Meyerbeer en de Franse Donizetti/Verdi vanzelf!
    En regisseurs, ja, dat is een ander verhaal. Kale tonelen, spastische bewegingen van solisten/koor en veel vuur zijn ook geen oplossing….

  2. Christian van den Bosch
    26 oktober 2013 at 16:46

    Om een goed beeld van deze productie te krijgen…….op de site van medici tv is de gehele uitvoering te bekijken en te beluisteren. Ik ben het geheel eens met de beschrijving van Peter Franken, Maarheeze blijft een mooie kans om ook visueel kennis te maken met dit werk.

  3. Hans van Verseveld
    27 oktober 2013 at 13:45

    Ja Mauricio, Spontini’s Vestale (en Olympia en Fernando Cortez en Agnese di Hohenstaufen) in de Matinee en dan volgen Meyerbeer en de Franse Donizetti vanzelf. Als dat toch eens waar kon zijn.
    De opera’s van deze componisten vragen absoluut om uitvoeringen zónder hinderlijke ijdele regiseurs.

    Tosca, Bohème en Trovatore horen in de matinee niet thuis, maar om onduidelijke redenen worden we de laatste jaren wel geconfronteerd met deze populaire werken in de Zaterdagmatinee en het blijkt, dat dat niet altijd zo succesvol is.

    Meyerbeer, we kunnen haast niet wachten.

  4. 27 oktober 2013 at 21:23

    Ik zou best nog eens die Prophète van een paar jaar geleden willen herhalen!

  5. Peter Franken
    5 december 2013 at 11:33

    Van Peter de Caluwe kreeg ik te horen dat deze productie van La Vestale in Brussel in het Circustheater geprogrammeerd wordt. In welk seizoen dat zal zijn kreeg ik er niet bij. Het simpele decor maakt de productie natuurlijk zeer geschikt voor het Circus. Dramaturgisch mag er wat mij betreft nog wel een verbeterslag worden uitgevoerd. Maar sowieso natuurlijk fijn om te horen: weer een beroemd Frans werk in het verschiet.