FeaturedOperarecensie

Apocalyptische Götterdämmerung bij DNO

Bij De Nederlandse Opera ging donderdag het vierde deel van de Ring-cyclus, Götterdämmerung, in première. Regisseur Pierre Audi mengde zijn abstracte regie, verpakt in staal en glas, met sterke, voelbare emotie en rauwheid. Kurt Rydl bulderde in de rol van Hagen. Het geheel was weer sensationeler dan de vorige delen.

Kurt Rydl (Hagen), Werner Van Mechelen (Alberich)
Kurt Rydl als Hagen (foto: Marco Borggreve).

En weer werd het stil in Het Muziektheater, stil en donker. Een klassieke Wagner black-out. Het publiek had bij binnenkomst al gezien wat het toneelbeeld van het vierde deel van de Ring-tetralogie was. Een groot vlak, aan de achterkant begrensd, een rond plankier vlak voor de eerste rijen in de zaal en ver verstopte ‘adventure seats’ hoog in de toneeltoren. Het was opnieuw Hartmut Haenchen die het orkest leidde, net als bij alle vorige keren dat Der Ring des Nibelungen door De Nederlandse Opera werd gebracht.

Er was al eens een laatste keer, in 2005, en met deze uitvoering van Götterdämmerung als eind van een over twee seizoenen gespreide serie wordt het de aller-laatste keer. Begin 2014 krijgt de spectaculiare Ring-cyclus een aller-aller-laatste uitvoering. Wie dan nog niet geweest is, die heeft wat gemist. Maar er zijn nog altijd de dvd-opnamen en de cd-serie.

Aandacht genoeg dus voor een operaproject van ongekende omvang voor Nederland, dat die aandacht ten volle verdient. De breinen achter deze serie, regisseur Pierre Audi en dirigent Hartmut Haenchen, zochten indertijd een team bij elkaar dat in zijn gezamenlijke artistieke resultaten hemelhoog scoorde.

Bij de première van Götterdämmerung kreeg ik de indruk dat die gebundelde kwaliteiten een nieuwe, nog hogere dimensie bereikten. De vormgeving van decorontwerper George Tsypin en de kostuums van Eiko Ishioka en Robby Duiveman verbonden zich nog sterker met het verhaal dat Wagner, door de handen van Audi, vertelt.

De wat afstandelijke abstractie die Audi koos voor zijn regie werd in dit laatste deel sterker doorbroken dan in de vorige drie. Met name de nabijheid van de zangers in de zaal gaf een sterk effect. Hagen, Kurt Rydl, zong een deel van zijn partij vlak voor het publiek, gericht naar de zaal. Als je dan vrij vooraan in het midden zit, komt die stroom geluid echt heel dichtbij. Dat gecombineerd met zijn woeste blik en vrij aanzienlijk behaarde bovenlichaam gaf een directheid die ik nog niet vaak in opera ervoer.

Zo keek je als publiek ook recht in het gezicht van een Rheintochter, van Brünnhilde en van Gutrune. Maar vooral de blikken en de orkaan van Hagen zal ik niet snel vergeten. In deze Götterdämmerung is hij een getergd man, met een wilde, bijna schaamteloze uitstraling, die op enig moment zijn speer dwars op zijn schouders draagt, alsof hij een kruisiging uitbeeldt. Hij contrasteerde sterk met zijn halfbroer Gunther en halfzus Gutrune. Die waren beiden zedig en bijna sjiek gekleed.

Kurt Rydl, die er al vanaf het begin bij was in deze serie producties, beschikt over een overdonderende presentatie. Zijn Hagen is rauw en direct. Dat zijn stem door het jarenlang zingen van het Wagner-repertoire het nodige te verduren heeft gehad, hoor je wel als hij een groot volme maakt, dan krijgt zijn stem een wat scherp randje.

Catherine Foster (foto: Marco Borggreve).
Catherine Foster (foto: Marco Borggreve).

Over de Brünnhilde van Catherine Foster en de Siegfried van Stephen Gould schreef ik bij het vorige deel al dat zij haar rol wat introvert speelde en hij niet helemaal voldeed aan mijn beeld van een Siegfried. Dat gezegd hebbend was de contstante kwaliteit waarmee ze tot de laatste minuten van de voorstelling vocaal overeind bleven opmerkelijk. Hun beheersing van materiaal en stem is overduidelijk en op dat fundament bouwen ze een vertrouwenwekkende performance.

Zeer overtuigend was ook DNO-debutante Astrid Weber (Gutrune / Dritte Norn). Haar partituur is niet spectaculair, maar haar aanwezigheid en stijl op het podium waren mooi om te zien en mooi om te horen. Dat gold ook voor Waltraute, die in weinig tijd veel moet doen. Met Michaela Schuster was die rol riant bezet. Ze was vocaal sterk en had een bijna speelse stijl.

De eerste akte, vooral de Nornenscène, miste in mijn ogen nog wat ‘spice’. Ik vond daar de regie en zang wat vlak. De tweede akte was daarentegen overdonderend goed, met een enorm aantal Gibichungen op het podium en de twee ‘stellen’ in het verhaal. Amir Hosseinpour ontwierp een choreografie die groot, meeslepend en spectaculair was in omvang en intensiteit. Het ging me eigenlijk te snel. In dit deel van de voorstelling zat alle denkbare kwaliteit en zeggingskracht die je vaak hoopt te zien, maar die maar zelden zo’n niveau bereikt.

Helemaal in lijn daarmee is het einde: geen vuur (en bij DNO kunnen ze een fikkie stoken, zo bewezen ze al vaak) maar rode doeken verbeelden de brandstapel. En dan razen de musici van Hartmut Haenchen, dan is er een bijna tijdloos crescendo, knalllend vuur, een speer die door een wand heen stoot. Het einde van de goden, apocalyptisch en onontkoombaar.

Götterdämmerung is tot en met 30 november nog vijf keer te zien in Het Muziektheater in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nederlandse Opera.

Vorig artikel

Opera in de media: week 47

Volgend artikel

Reisopera op tournee met Rossini's Barbier

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

6Reacties

  1. Jheronymus
    17 november 2013 at 18:44

    Deze Ring is verreweg de beste die ik gezien heb, echt totaaltheater, opera waarvan ik denk dat Wagner het zo bedoelde. Wagner bouwde zelf een nieuw theater om de kunst centraal te stellen. Door zo ver in de zaal te spelen hebben Audi en Haenchen prachtig op dat idee voortgebouwd en tegelijkertijd precies het omgekeerde gedaan door het orkest onderdeel van het toneelbeeld in plaats te laten zijn in plaats van het totaal onzichtbaar te maken, zoals in Bayreuth. En Hanchens uitvoeringspraktijk verdient de grootst muzikale en musicologische lof.

  2. kersten
    17 november 2013 at 22:54

    Grandioos slot van het era Audi-Haenchen.

  3. stefan caprasse
    18 november 2013 at 16:28

    Inderdaad formidabele voorstelling! De nog steeds fantasierijke en toch ‘gewoon’ verhalende enscenering van Pierre Audi! En Siegfried en Brunnhilde toch wel stevig bezet met Gould en Foster (deze laatste zag ik ook al in de rol in Bayreuth); En goede Gibichungen met Buhrmeister (ook al in Bayreuth, en hier tenminste echt koning en geen uitbater van een pittatent!) en -de mooie- Astrid Weber en de inderdaad huiveringwekkende Hagen van Kurt Rydl!
    En prachtig gedirigeerd door Hartmuth Haenchen!

  4. Leen Roetman
    1 december 2013 at 11:35

    Doodziek ben ik er van. Tien minuten voor het einde om 23.00 uur de voorstelling moeten verlaten omdat vriendin een trein moest halen en anders niet meer zou thuis kunnen komen. Het zou om 22.55 uur afgelopen zijn. Waarom liep het zo uit? Aan Haenchen kan het niet hebben gelegen. Hij heeft tot op heden in Amsterdam de snelste Ring gepresenteerd. (Zo’n 13 uur en 45 minuten ! Richard Wagner heeft steeds weer aangedrongen op snellere tempi in Der Ring des Nibelungen. Hij vond het al gauw veel te traag gaan.)
    Is DNO echt alleen voor Amsterdammers? Wat is er tegen om een voorstelling op een zaterdag om 16.00 uur i.p.v. 17.30 te laten beginnen? In buitenlandse theaters houden ze daar wel rekening mee.

    Maar wat ervaar ik deze Ring na 15 jaar nog steeds als een verbluffend goddelijke voorstelling.

    (Hoe ga ik In februari bij de complete Ring voorkomen dat ik op hete kolen zit? Overnachten? Vrij nemen sowieso. )

  5. kersten
    1 december 2013 at 14:23

    In een pauze van de live-uitzending van radio 4 gisteren werd gezegd dat de vermoeide Haenchen om vijf minuten extra pauze had gevraagd.

  6. Jheronymus
    2 december 2013 at 09:52

    @LeenRoetman

    Wat zonde, inderdaad. Ik kan me voorstellen dat het einde van de Ring missen heel erg frustrerend is.

    Een eindtijd van een opera of concert is altijd bij benadering. Er zijn zoveel factoren die van invloed zijn op de duur en die lang niet allemaal precies beheerst kunnen worden dat exact aangeven hoe laat het is afgelopen niet mogelijk is: een probleem met het decor of het licht, enthousiast publiek dat veel of erg lang klapt tussen de bedrijven door, veel open doekjes, et cetera.

    Er zijn natuurlijk matineevoorstellingen op sommige zondagen. Voor deze Götterdämmerung waren het zelfs twee van de zes voorstellingen. Maar bij de herneming in januari / februari zijn het allemaal avondvoorstellingen.

    Als u zo afhankelijk bent van de trein, dan zou ik inderdaad in Amsterdam overnachten, of op een plek die aan het eind van de avond nog goed bereikbaar is.

    U behoort tot de gelukkigen (bijna uitverkorenen, want er zijn nog een paar kaarten beschikbaar) om de hele ring nog één keer te kunnen zien in deze magische productie. Zorg dat u er vol en onbezorgd van kunt gaan genieten!

    Misschien kan DNO net zoals de Ruilservice een Samenreisservice organiseren, waar operaliefhebbers van buiten Amsterdam kunnen aangeven dat ze met iemand mee zouden willen rijden of plaatsen in de auto hebben.