Onbekend, onbemind: Sesostri
Onbekend maakt onbemind, maar is dat altijd terecht? In een serie bespreekt Place de l’Opera opera’s die bij het grote publiek onbekend zijn en die de afgelopen jaren op cd zijn verschenen. In deel twee: Sesostri van Domènec Terradellas.
Sesostri is in één woord samen te vatten: paleisintrige. Koning Aprio van Egypte wordt samen met vier van zijn vijf zonen om het leven gebracht door zijn eigen premier, Amasi, die de macht grijpt. De jongste zoon, Sesostri, ontkomt echter en wordt ver van Memphis grootgebracht door de edelman Fanete.
Eenmaal opgegroeid krijgt Sesostri van Fanete zijn ware identiteit te horen. Hij keert terug naar Memphis en dient zich bij het paleis aan als Amasi’s buitenechtelijke zoon Osiri. Amasi trapt in de misleiding, waarna bedrog en intrige zich aaneenrijgen. Daarbij raken de twee dames uit de opera – Nitocri, de weduwe van Aprio, en Artenice, de jonge dochter van Fanete – hevig in verwarring.
Uiteindelijk komt Amasi te weten dat Osiri eigenlijk Sesostri is. Hij wil hem een pijnlijke dood laten sterven, maar een volksoproer steekt daar op het laatste moment een stokje voor, zodat alle ‘good guys’ in de laatste minuut toch nog het traditionele triomferende slotkoor kunnen aanheffen.
De 3 cd’s lange opera van Domènec Terradellas barst van de mooie aria’s, wat de uitgebreide lofuitingen over de Catalaanse componist in het cd-boekje met bewijzen staaft. Bij het luisteren naar de fraaie, melodieuze muziek vraag je je af of Terradellas een vaste naam in het operarepertoire had kunnen worden als hij wat langer had geleefd dan krap veertig jaar.
Terradellas (1713-1751) werd geboren in Barcelona, maar maakte vooral carrière in Rome en andere Italiaanse operasteden, als veelgeprezen adept van de Napolitaanse School. Ook was hij met veel succes twee seizoenen actief in Londen. Voorafgaand aan Sesostri schreef hij minstens veertien andere opera’s. Sesostri ging in 1751, het jaar van zijn overlijden, in première in het Teatro delle Dame in Rome.
De Reial Companyía Òpera de Cambra (RCOC) nam de opera onder leiding van zijn oprichter Juan Bautista Otero op voor zijn eigen label. De RCOC is een oude muziekensemble uit Barcelona, waar Sesostri drie jaar na zijn wereldpremière voor het eerst opgevoerd werd. Het ensemble nam eerder Terradellas’ opera Artaserse op.
De kwaliteit van het orkest is uitstekend. Op de hier en daar wat brave articulatie van de houtblazers na, verveelt het spel van de Spaanse musici geen moment.
Voor de zes rollen is een cast met internationaal aanzien bijeengebracht. De titelrol wordt neergezet door sopraan Sunhae Im. Afgaand op het karakter van Sesostri vind ik haar niet helemaal de juiste keuze. Zingen kan ze zonder twijfel, maar haar kleine, bijna meisjesachtige stem past mijns inziens niet bij een held die het land komt redden.
Heel anders is Alexandrina Pendatchanska (de opname is van voor haar ‘name switch’ naar Alex Penda). Met buitengewone felheid zingt ze de rol van Nitocri, tot op het gillende af. Met deze weduwe valt niet te sollen.
Ditte Andersen (Artenice) en Raffaella Milanesi (Orgonte) maken het kwartet sopranen compleet. Andersen is mooi jong en naïef en Milanesi legt in de rol van Fanetes trouwe knecht een ontroerende expressie aan de dag. Haar partij is vrij laag voor een sopraan, maar dat komt haar donkergekleurde stem alleen maar ten goede.
De overige twee rollen zijn door tenoren bezet. Tom Randle is ‘spin in het web’ Fanete en kwijt zich bekwaam van die taak. Hij begint weliswaar zwakjes, maar herneemt zich al snel en blijft daarna – zeker als zijn partij niet te hoog wordt – een stabiele factor.
Kenneth Tarver (Amasi) is wisselvallig. Spetterende hoge noten en momenten van grote schoonheid worden afgewisseld door schreeuwerige frases en te gespannen noten. Ook bij hem geldt dat hij in de laagte veel zelfverzekerder klinkt, zoals in de fantastische aria ‘Di quel superbo core’.
Al met al is Sesostri een opera van hoogstaande kwaliteit. Een titel in de categorie ‘onterecht onbekend en onbemind’.