Cornet: ‘Er is hier een soort magie’
Martijn Cornet staat morgen (4/9) voor het eerst op de planken bij De Nederlandse Opera. Hij is de heraut in La Juive van Fromental Halévy. Al is zijn rol klein, de jonge bariton geniet en leert volop van zijn avontuur in Het Muziektheater. „Hier wordt niet geouwehoerd.”
Al voor de zomervakantie begon Cornet mee te repeteren met het koor en de afgelopen zes weken stonden voor hem volledig in het teken van de ‘grand opéra’ van Halevy, de seizoensopener van De Nederlandse Opera.
Cornet mag voor zijn debuut de rol van ‘Le Crieur’ (de heraut) op zich nemen. Een personage dat in de eerste akte verschijnt en daar vier zinnen zingt. Klein, maar ruim voldoende voor de zanger, die vorig seizoen al debuteerde bij de ZaterdagMatinee en in november bij de Nationale Reisopera zingt.
De generale repetitie was afgelopen dinsdag. Ging het een beetje?
„Jazeker. De mensen waren echt superenthousiast. Er klonken heel veel bravo’s na afloop.”
De productie wordt dus een succes?
„Ik vind het altijd moeilijk te voorspellen of iets een succes wordt of niet, maar ik denk dat dit het zeker kan worden. De cast is echt onvoorstelbaar en valt in de smaak bij het publiek.”
Wanneer werd je gevraagd door De Nederlandse Opera?
„Een jaar geleden. Natuurlijk zei ik ja. Het is een enorme eer voor een jonge zanger zoals ik om op zo’n groot toneel te staan en te ruiken aan de fantastische dingen die voor je liggen.”
Ben je fulltime bij de productie betrokken? Je hebt immers maar een kleine rol.
„Ik moest vrijwel altijd bij de repetities zijn ja. Ik kon hoogstens een paar keer eerder weg. Vaak nam ik andere muziek voor concerten in oktober en november mee en ging ik in een studio zitten. Via de intercom hoorde ik dan wel wanneer ik aan de beurt was.”
Kende je La Juive?
„Helemaal niet. Ik heb in de voorbereiding wel een productie uit Zürich op dvd gezien, maar daar werd ik absoluut niet enthousiast van. Maar de productie hier vind ik, hoewel heel lang, onvoorstelbaar mooi. En ook spectaculair door de goede zangers. Ik weet niet, er is hier een soort magie.”
Wat heeft Pierre Audi er voor productie van gemaakt?
„Het is een heel zakelijke, directe productie. Wat je hoort, is wat je ziet. Het is allemaal heel duidelijk wat er gebeurt.”
Hoe is het om met Audi samen te werken?
„Audi is zeer professioneel. Hij weet precies wat hij wil. Als het niet goed is, krijg je dat te horen. Als het goed is, hoor je hem niet meer. Dat vind ik briljant. In het verleden maakte ik wel mee dat er veel geouwehoerd werd tijdens de voorbereiding, maar bij hem gaat alles zeer efficiënt. Dat is ook in het algemeen een groot verschil met mijn voorgaande producties: hier is alles zeer goed geregeld, van alle ruis rondom een productie heb je geen last.”
Wat valt je zwaar als debutant?
„Je moet veel wachten. Dat kost energie. Daarom moet je goed opletten dat je op het juiste moment piekt. Net als een sporter ja. Daarentegen was ik positief verrast door het koor. Dat is enorm goed, en ook gewoon heel leuk. De koorleden waren heel ondersteunend naar mij. Ik kwam hier als groentje, maar kreeg meteen hele leuke, opbouwende reacties.”
Leer je ook van de andere solisten?
„Zeker. Zij hebben me echt geïnspireerd. Zo was André Heyboer eens niet goed bij stem, waardoor hij alleen het broodnodige zong. Dat was echt hogeschoolmarkeren, hoe hij precies dat zong wat nodig was voor de anderen en de rest wegliet.”
Hoe is de sfeer onder de solisten?
„Met de vrouwen trek je wat minder op, die hebben hun eigen ruimten. Maar met de heren is het heel leuk. Je kunt merken dat ze echt aan de top staan, zo relaxed als ze zijn. Ze weten wanneer het tijd is voor een lolletje. Met Heyboer heb ik bijvoorbeeld allemaal dvd’s van oude baritons bekeken. Dat vind ik prachtig.”
1 Reactie
La Juive is een interessante productie van DNO. In de generale werd door de solisten zeer goed gezongen Met name Dennis O neill was zeer goed, maar de hele bezetting was interessant. Voor de 1e pauze is de opera wel erg traag en dacht ik wat jammer dat er aldoor mensen voor dat prachtige decor langlopen. Er komt geen totaalkunstwerk, zeker niet voor de eerste pauze. Na de 2e pauze werd het zeker beter. Heeft misschien ook met de (grand)opera te maken waar zoveel uitgelegd moet worden. De scene met de witte maya achtige maskers vond ik lachwekkend, te lang en niet goed verlopen. Hoop vanavond op de premiere dat het beter gaat. Wat mij betreft redden de zangers en het koor de productie.