CD-recensiesFeatured

Damrau en de soundtrack van haar leven

Met hart en ziel heeft sopraan Diana Damrau zich op het operette-, musical- en filmrepertoire gestort. De muziek betekent veel voor haar persoonlijk. Bovendien vindt ze dat deze genres meer aanzien zouden mogen genieten in de klassieke wereld. De resulterende cd, Forever, zet een flinke streep onder die gedachte.

Damrau ForeverForever is bepaald niet uit commerciële motieven geboren. Althans, daar geeft het voorwoord van Damrau zelf geen enkel blijk van. Ze vertelt hoe ieder nummer op de cd een persoonlijke herinnering bij haar wakker roept. Zo herinnert My Fair Lady haar aan één van haar eerste theaterervaringen, toen ze meer dan zestig avonden lang Eliza Doolittle zong in de musical van Loewe. En Der Vetter aus Dingsda brengt haar helemaal terug in het appartement van haar oma, met wie ze alle nummers uit die operette zong.

Damrau vindt het jammer dat operette tegenwoordig zo’n slechte naam heeft en dat er vanuit de klassieke muziekwereld over het algemeen wordt neergekeken op het genre, evenals op musical en filmmuziek. In haar ogen zijn die genres evenzeer “great art” en stellen ze hoge eisen aan haar als artieste. Ze voert dan ook een warm pleidooi om deze muziek meer uit te voeren en roept collega-zangers op om zich niet op te sluiten in een nauw afgebakende hoek van het repertoire, maar veelzijdig te zijn en ook deze muziek te zingen.

Met Forever heeft de Duitse sopraan zowel die persoonlijke herinneringen als haar liefde voor dit repertoire willen uitdrukken. Ze ziet het zelf als een “soundtrack van mijn leven”. Een reeks memorabele liederen en liedjes, waarvan ze hoopt dat die bij anderen net zo veel herinneringen zullen losmaken als bij haar.

De cd is ingedeeld naar genre. Het begint met operettefragmenten van Kálmán, Künneke, Lehár en Strauss, vervolgt met zeven musicalnummers en eindigt met een ‘blokje’ filmmuziek, waaronder de wereldberoemde hits ‘Over the Rainbow’ en ‘Some Day My Prince Will Come’.

Ik denk niet dat alle operazangers zo’n rigoureuze sprong naar een ander genre met glans zouden doorstaan. Maar Damrau kan het. Ze heeft de zwier en de vocale lenigheid om met volle overtuiging in de huid van onder anderen Giuditta (Giuditta), Adele (Die Fledermaus), Eliza Doolittle (My Fair Lady), Johanna (Sweeney Todd) en de kleine zeemeermin (Arielle, die Meerjungfrau) te kruipen.

Neem de vocale transformatie die in haar plaatsvindt in de aria ‘Wäre det nich wundaschen’ uit My Fair Lady: simpelweg verbluffend. En zo weet ze je herhaaldelijk te verrassen door precies de passende kleur bij een personage te vinden. Haar Christine (Phantom of the Opera) is welhaast volmaakt (ook haar Engels!) en haar ‘Summertime’ uit Porgy and Bess bedwelmt je tot en met.

Iets minder overtuigend vind ik haar Rosalinde uit Die Fledermaus, die mij iets te licht overkomt. En het duet ‘Lippen schweigen’ uit Die lustige Witwe, gezongen met tenor Rolando Villazón, vind ik tamelijk uit de toon vallen. Wat mij betreft hadden ze daar een bariton voor gevraagd, die zich bovendien meer naar Damrau’s interpretatie zou kunnen voegen dan Villazón, want die trok vooral zijn eigen plan.

‘Over the Rainbow’ is daarentegen van ontroerende pracht en de verschillende ‘Disney-karakters’ fleuren met al hun feelgood-sferen uit je boxen, bijzonder atmosferisch begeleid door het Royal Liverpool Philharmonic Orchestra, dat na het recente album met Marina Rebeka alweer een knappe ‘vocale’ prestatie levert, geleid door David Charles Abell.

Damrau vraagt aandacht voor operette, musical en film. Ik kan me geen betere impuls daarvoor voorstellen dan deze cd. Prachtig!

Vorig artikel

Leiser en Caurier brengen Rossini's Otello

Volgend artikel

Boulez' schrijven over Wagner vertaald

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.